De moeizame aansluiting van zonnepanelen op het elektriciteitsnetwerk

Vragen van het lid Moorlag (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de moeizame aansluiting van zonnepanelen op het elektriciteitsnetwerk (ingezonden 12 november 2019).

Vraag 1

Kent u de berichten «Wiebes: VV Nieuw Buinen mag op reservestrook elektriciteitsnet»1 en «Vreugde over aansluiting zonnepanelen VV Nieuw-Buinen slaat om in twijfel»2 en herinnert u zich uw antwoorden op eerdere vragen van het lid Moorlag over de voortdurende belemmeringen die de aansluiting van kleinschalige duurzame energieprojecten op het elektriciteitsnetwerk blokkeren3?

Vraag 2

Deelt u de mening dat naar aanleiding van uw eerdere informatie over de extra beschikbare netcapaciteit kleinschalige zonne-energieprojecten er op mochten rekenen dat zij aansluiting op het elektriciteitsnetwerk zouden kunnen krijgen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Is het waar dat de netbeheerder en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) naar elkaar verwijzen als het om het aansluiten van zonnepanelen gaat? Zo ja, hoe komt dat? Zo nee, wat is er dan niet waar?

Vraag 4

Hoe is de rolverdeling tussen de ACM en de netbeheerder als het gaat om het verlenen van ontheffing van de bepaling in de Netcode elektriciteit waarin verplicht wordt gesteld dat het net redundant uitgevoerd moet worden?

Vraag 5

Kunt ook u zich voorstellen dat de voetbalvereniging Nieuw-Buinen zo langzamerhand het spoor bijster is als het gaat om het kunnen aansluiten van zonnepanelen op het elektriciteitsnetwerk? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Is het waar dat als de voetbalvereniging er niet in slaagt om voor 1 augustus 2020 de zonnepanelen aangesloten te krijgen, dat dan het recht op subsidie verloren gaat? Zo ja, deelt u de mening dat voorkomen moet worden dat vanwege vertraging in het verlenen van de genoemde ontheffing de vereniging de subsidie zou mislopen? Zo ja, hoe kan dit worden voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Indiener(s)