De aanwezigheid van informatie op ministeries over de burgerdoden bij het Nederlandse bombardement op Hawija

2019Z21418



Vragen van het lid Diks (GroenLinks) aan de minister-president en de ministers van Buitenlandse Zaken, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, van Justitie en Veiligheid en van Defensie over de aanwezigheid van informatie op ministeries over de burgerdoden bij het Nederlandse bombardement op Hawija (ingezonden 7 november 2019)



1. Wat heeft de minister van Defensie bedoeld met de zinsnede “Het is aannemelijk dat de meest betrokken ministeries over het bestaan van het onderzoek zijn geïnformeerd” in het op 5 november 2019 aan de Kamer gezonden feitenrelaas? 1)

2. Is het ministerie van Algemene Zaken geïnformeerd over de uitkomsten van het Central Command (CENTCOM)-onderzoek dat op 15 juni 2015 door het ministerie van Defensie is ontvangen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke datum?

3. Is de minister-president in persoon geïnformeerd over de uitkomsten van het CENTCOM-onderzoek dat op 15 juni 2015 door het ministerie van Defensie is ontvangen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke datum?

4. Op welk moment is op het ministerie van Algemene Zaken bekend geworden dat bij het door Nederland uitgevoerde bombardement op Hawija circa zeventig burgerslachtoffers zijn gevallen? Is de minister-president hier in persoon over geïnformeerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke datum?

5. Is het ministerie van Buitenlandse Zaken geïnformeerd over de uitkomsten van het CENTCOM-onderzoek dat op 15 juni 2015 door het ministerie van Defensie is ontvangen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke datum?

6. Is de minister van Buitenlandse Zaken in persoon geïnformeerd over de uitkomsten van het CENTCOM-onderzoek dat op 15 juni 2015 door het ministerie van Defensie is ontvangen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke datum?

7. Is de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingszaken in persoon geïnformeerd over de uitkomsten van het CENTCOM-onderzoek dat op 15 juni 2015 door het ministerie van Defensie is ontvangen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke datum?

8. Op welk moment is op het ministerie van Buitenlandse Zaken bekend geworden dat bij het door Nederland uitgevoerde bombardement op Hawija circa zeventig burgerslachtoffers zijn gevallen? Zijn de minister van Buitenlandse Zaken en/of de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hier in persoon over geïnformeerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke datum?

9. Is het ministerie van Justitie en Veiligheid geïnformeerd over de uitkomsten van het CENTCOM-onderzoek dat op 15 juni 2015 door het ministerie van Defensie is ontvangen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke datum?

10. Is de minister van Justitie en Veiligheid in persoon geïnformeerd over de uitkomsten van het CENTCOM-onderzoek dat op 15 juni 2015 door het ministerie van Defensie is ontvangen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke datum?

11. Op welk moment is op het ministerie van Justitie en Veiligheid bekend geworden dat bij het door Nederland uitgevoerde bombardement op Hawija circa zeventig burgerslachtoffers zijn gevallen? Is de minister van Justitie en Veiligheid hier in persoon over geïnformeerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke datum?

12. Heeft tussen een of meerdere ministeries contact plaatsgevonden over de uitkomsten van het CENTCOM-onderzoek dat op 15 juni 2015 door het ministerie van Defensie is ontvangen? Zo ja, kunt u hetgeen is gewisseld met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?

13. Op welk moment is binnen het ministerie van Defensie vastgesteld dat de minister van Defensie op 23 juni 2015 schriftelijk en 30 juni 2015 mondeling de Kamer onjuist heeft geïnformeerd?

14. Heeft na het ontdekken van het feit dat de minister van Defensie de Kamer onjuist heeft geïnformeerd op 23 en 30 juni 2015 contact plaatsgevonden met het ministerie van Algemene Zaken, het ministerie van Buitenlandse Zaken en/of het ministerie van Justitie en Veiligheid over dit feit? Zo ja, kunt u hetgeen is gewisseld met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?

15. Op welk moment is bij het ministerie van Algemene Zaken bekend geworden dat de minister van Defensie op 23 juni 2015 schriftelijk en 30 juni 2015 mondeling de Kamer onjuist heeft geïnformeerd?

16. Op welk moment is bij het ministerie van Buitenlandse Zaken bekend geworden dat de minister van Defensie op 23 juni 2015 schriftelijk en 30 juni 2015 mondeling de Kamer onjuist heeft geïnformeerd?

17. Op welk moment is bij het ministerie van Justitie en Veiligheid bekend geworden dat de minister van Defensie op 23 juni 2015 schriftelijk en 30 juni 2015 mondeling de Kamer onjuist heeft geïnformeerd?

18. Kunt u deze vragen alle apart beantwoorden?

19. Kunt u deze vragen beantwoorden voor de aanvang van het plenaire debat over de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2020? Zo nee, waarom niet?

1. Feitenrelaas transparantie burgerslachtoffers bij luchtaanvallen, 5 november 2019 (Kamerstuk 27925, nr. 663).

Indiener(s)