2019Z21319
Vragen van de leden Peters en Van den Berg (beiden CDA) aan de minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de financiële toestand van
ggz-instelling Dokter Bosman (ingezonden 6 november 2019)
1.
Heeft u kennisgenomen van het artikel van Follow The Money waaruit blijkt
dat een investeringsmaatschappij de geestelijke gezondheidszorg
(ggz)-instelling Dokter Bosman wil redden, maar dat zij daarvoor eist dat
tal van gemeenten de helft van de schulden kwijtscheldt? 1)
2.
Deelt u de mening dat het onwenselijk en immoreel is als gemeenten op deze
wijze min of meer gedwongen worden om gemeenschapsgeld te gebruiken om een
commerciële partij een zorginstelling te laten redden, waarmee zij verwacht
op termijn forse winsten te kunnen behalen? Zo nee, waarom niet?
3.
Klopt het dat de Dokter Bosman-groep schulden bij de gemeenten van de regio
Utrecht West heeft opgebouwd doordat in de periode 2016 tot 2018 veel te
veel is gedeclareerd? Zo ja, kan hier naar uw mening sprake zijn van
fraude, of ligt hier een andere oorzaak aan ten grondslag?
4.
Is bekend hoeveel gemeenten in totaal vorderingen hebben bij de Dokter
Bosman-groep? Zo ja, om welk totaalbedrag gaat het?
5.
Wat is de reden dat de Dokter Bosman-groep een vordering van de
Belastingdienst heeft ter waarde van 1,3 miljoen euro?
6.
Klopt het dat de Dokter Bosman-groep jarenlang jaarrekeningen te laat of
helemaal niet heeft gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel of het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport? Wat is de reden dat het
jaarverslag van 2016 niet is ingediend?
7.
Kunt u zich voorstellen dat de prognose van DRB Participatie kan kloppen
dat er met de ggz-instelling op korte termijn een nettoresultaat van 1,4
miljoen euro winst te behalen valt? Zo ja, wat vindt u hiervan?
8.
Welke acties hebben toezichthouders als de Inspectie Gezondheidszorg en
Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot nog toe ondernomen
richting de Dokter Bosman-groep? Heeft de IGJ signalen over financiële
problemen gedeeld met de Jeugdautoriteit? Indien er geen acties zijn
ondernomen, waarom niet?
9.
Op welke wijze is de zorg van de ongeveer 400 jeugdzorgcliënten van de
Dokter Bosman-groep geborgd?
10.
Hebben het Ondersteuningsteam Zorg voor Jeugd (OZJ) en/of de
Jeugdautoriteit een rol bij het bemiddelen in een dergelijke zaak waarbij
de continuïteit van jeugdzorg in het geding is?
11.
Is de subsidieregeling al operationeel die u heeft aangekondigd in uw brief
van 11 oktober 2019, waarmee tijdelijke liquiditeitssteun toegekend kan
worden als de zorgcontinuïteit van jeugdhulpaanbieders geborgd kan worden?
Zou deze casus in aanmerking kunnen komen voor deze subsidieregeling? 2)
12.
Kunt u aangeven of de meldplicht in het kader van de nieuwe Wet Toelating
Zorgaanbieders (Wtza) in een dergelijke casus de gemeente handvatten zou
geven om bij de zorgaanbieder striktere voorwaarden te kunnen stellen?
1) Follow The Money, 1 november 2019, 'Zorgdrama in Oudewater legt duivels
dilemma bloot'.
2) Kamerstuk 32 620, nr. 235.