Financiële overschotten op de Najaarsnota

Vragen van de leden Asscher en Nijboer (beiden PvdA) aan de Minister-President en de Minister van Financiën over financiële overschotten op de Najaarsnota (ingezonden 29 oktober 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat het overschot van de overheid halverwege 2019 bijna 14 miljard euro bedraagt?1

Vraag 2

Hoe rijmt u dit financiële overschot met de grote tekorten die er zijn bij de politie, in de zorg en in het onderwijs? Deelt u de mening dat zo’n groot overschot onwenselijk is als het Rijk tegelijkertijd de mensen tekortdoet die zulk belangrijk werk doen voor ons allemaal?

Vraag 3

Hoe verhoudt dit financiële overschot zich tot de uitspraak van de premier dat hij «moet kiezen in schaarste»?2 Hoe legt u het mensen in de publieke sector uit dat er 14 miljard euro over is terwijl zij te lijden hebben onder te weinig salaris, te veel werkdruk en te weinig collega’s?

Vraag 4

Zijn er voornemens om (een deel van) het financiële overschot in te zetten voor het onderwijs, de zorg of de politie, bijvoorbeeld bij de Najaarsnota? Zo ja, deelt u de mening dat de mensen in de publieke sector behoefte hebben aan structureel extra middelen? Zo nee, waarom kiest dit kabinet voor geld afstorten in de staatsschuld als er zulke tekorten zijn bij de mensen die zulk belangrijk werk doen voor ons allemaal?

Vraag 5

Klopt het dat er ten opzichte van de Miljoenennota 2019 3,3 miljard euro onderbesteding in 2019 en 2,3 miljard onderbesteding in 2020 wordt doorgeschoven naar de jaren 2022–2024? Hoe kan het dat dit kabinet pronkt met extra investeringen terwijl u minder uitgeeft dan beloofd? Deelt u de mening dat de miljarden onderbesteding moeten worden gebruikt voor wat er nu nodig is in de samenleving? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Kunt u deze vragen zo snel mogelijk – in ieder geval voor de Najaarsnota 2019 – beantwoorden?

Indiener(s)