2019Z20126
Vragen van de leden Van Wijngaarden en Wiersma (beiden VVD) aan de minister
van Justitie en Veiligheid over het arrest van de Hoge Raad der
Nederlanden, het artikel ‘Salafistische scholen leren kinderen zich af te
keren van Nederland’ en ‘Invoer hallucinerende ayahuasca-thee definitief
strafbaar’. (ingezonden 21 oktober 2019)
-
Bent u bekend met het arrest van de Hoge Raad 1) en de artikelen
‘Salafistische scholen leren kinderen zich af te keren van Nederland’
2) en ‘Invoer hallucinerende ayahuasca-thee definitief strafbaar’? 3)
-
Deelt u de opvatting dat het arrest van de Hoge Raad de
strafrechtelijke grenzen aan de godsdienstvrijheid nader duidt en
preciseert?
-
Deelt u de opvatting dat, hoewel het onderhavige arrest als zodanig
geen betrekking heeft op uitingsdelicten maar op invoer van verboden
middelen, deze uitspraak van de Hoge Raad desalniettemin mede
interessant is in het licht van de vervolging van uitingsdelicten nu
deze gaat over de strafrechtelijke grenzen aan de godsdienstvrijheid?
-
Is het juist dat het op dit moment in Nederland wettelijk gezien al
niet mogelijk is je bij het plegen van strafbare feiten te exculperen
met een beroep op het geloof, omdat de godsdienstvrijheid, net als de
uitingsvrijheid, geldt behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de
wet en dit betekent dat de wet in formele zin grenzen stelt aan de
uitoefening van deze grondrechten zoals te vinden in het Wetboek van
Strafrecht: bij belediging, aanzetten tot haat, discriminatie of
geweld, opruiing, e.d. worden deze wettelijke grenzen overschreden, ook
als degene die de uitlating doet, zich beroept op een religie of
hieraan verbonden heilig schrift?
-
Hoe beziet u in het licht van de voorgaande vragen en antwoorden hierop
de invuloefening die kinderen krijgen op een vijftigtal
radicaalislamitische moskeescholen om de “juiste straffen voor
overspeligen, homoseksuelen, afvalligen of zogeheten ‘tovenaars’ te
kiezen, waarbij de keuzemogelijkheden voor de kinderen zijn a.
zweepslagen, b. stenigen, c. doden met een zwaard”?
-
Deelt u de opvatting dat de invuloefening die kinderen krijgen op een
vijftigtal radicaalislamitische moskeescholen om de “juiste straffen
voor overspeligen, homoseksuelen, afvalligen of zogeheten ‘tovenaars’
te kiezen waarbij de keuzemogelijkheden voor de kinderen zijn a.
zweepslagen, b. stenigen, c. doden met een zwaard” haatzaaiend,
discriminerend en beledigend van aard zijn of zouden kunnen zijn zoals
bedoeld in het Wetboek van Strafrecht?
-
Is het openbaar ministerie (OM) van plan tot vervolging over te gaan
van het vijftigtal radicaalislamitische moskeescholen waar dit
lesmateriaal wordt of is onderwezen en tegen de makers en verspreiders
van dit lesmateriaal? Zo ja, wat is de stand van zaken? Zo nee, waarom
niet en vindt u het belang van vervolging in deze zaak groot genoeg om
gebruik te maken van uw aanwijzingsbevoegdheid en het OM hier alsnog
toe op te dragen?
-
Kunt u de vragen 5 tot en met 9 ook beantwoorden ten aanzien van het
fenomeen dat kinderen op salafistische moskeescholen krijgen te horen
dat “mensen met een ander geloof of levensovertuiging de doodstraf
verdienen”?
-
Bent u bereid deze vragen afzonderlijk en nog voor het plenaire debat
over salafisme in Nederland te beantwoorden?
1) ECLI:NL:HR:2019:1456,
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2019:1456
2) NRC.nl, 10 september 2019,
https://www.nrc.nl/nieuws/2019/09/10/salafistische-scholen-leren-kinderen-zich-af-te-keren-van-nederland-a3972845
3) NRC.nl, 1 oktober 2019,
https://www.nrc.nl/nieuws/2019/10/01/invoer-hallucinerende-ayahuasca-thee-definitief-strafbaar-a3975196