Het advies van de commissie-Remkes over de stikstofkwestie

2019Z18129


Vragen van het lid Baudet (FvD) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het advies van de commissie-Remkes over de stikstofkwestie (ingezonden 26 september 2019)

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het artikel ‘Stikstofmethode in Duitsland en België soepeler’? 1)

Vraag 2

Erkent u dat de Duitse aanpak vanuit juridisch perspectief geheel voldoet aan de vigerende EU-regelgeving? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Kunt u aangeven hoeveel het niet wijzigen van de huidige stikstofnorm Nederland per jaar kost vergeleken met de situatie waarin het Programma Aanpak Stikstof (PAS) nog van kracht was? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Bent u bereid de stikstofnorm naar Duits voorbeeld te moderniseren, zodat tal van stilgelegde projecten weer door kunnen gaan? Zo nee, waarom niet? Hoeveel geld zou toepassing van de Duitse methode in Nederland ons opleveren?

Vraag 5

Hoeveel soorten flora en fauna worden gered dankzij de Nederlandse methode, vergeleken met wanneer we de Duitse methode zouden toepassen? Welke soorten zijn dit? Hoeveel geld geven we per soort uit? En hoe verhoudt dit bedrag zich tot de prijs die de overheid hanteert om een mensenleven te redden bij een overstroming, zoals beprijsd bij de bouw van de Deltawerken? Vindt u dit te rechtvaardigen? Zo ja, waarom?

Vraag 6

Bent u van mening dat de veestapel gehalveerd moet worden? Hoeveel boeren zouden hun baan dan verliezen? Hoeveel geld zou dit Nederland jaarlijks kosten? Deelt u de mening dat deze consequenties onacceptabel zouden zijn?

Vraag 7

Deelt de u de opvatting dat de betrouwbaarheidsintervallen in het AERIUS-model dermate groot zijn dat men op basis van dat model over de hoeveelheid stikstof in natuurgebieden geen precieze uitspraak kan doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Bent u bereid echte metingen te laten uitvoeren in alle Natura-2000 gebieden om de daadwerkelijke hoeveelheid stikstof in en op de grond vast te stellen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Hoe beziet u de consequenties van de PAS-uitspraken van de Raad van State voor de transportsector?

Vraag 10

Hebt u kennisgenomen van het artikel ‘Minder hard is nauwelijks meer schoon’? 2)

Vraag 11

Klopt het dat de stikstofuitstoot van het wegverkeer slechts 6% van het totaal bedraagt? En klopt het dat het stikstofverlies nog geen half procent zou zijn als het verkeer overal 100 km/u in plaats van 130 km/u zou rijden en dat de verlaging van de stikstofdepositie in de praktijk nog lager zal uitvallen, omdat de maximumsnelheid nu niet overal 130 km/u is? Bent u bereid deze effecten voor de stikstofdepositie te berekenen voordat u de maximumsnelheid verlaagt?

Vraag 12

Erkent u dat een verlaging van de maximumsnelheid op snelwegen potentieel risicovol is, omdat de meeste Nederlandse snelwegen zijn ingericht op een maximumsnelheid van 130 km/u en automobilisten op wegen met een dergelijk wegbeeld bij 100 km/u hun aandacht eerder verliezen? Bent u bereid hier onderzoek naar te doen voordat u deze maatregel doorvoert? Zo nee, waarom niet?

Vraag 13

Deelt u de mening dat het verlagen van de maximumsnelheid volkomen onwenselijk is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom?

Vraag 14

Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden?



1) De Telegraaf, d.d. 22 september 2019, ‘Stikstofmethode in Duitsland en België soepeler’, online raadpleegbaar via https://www.telegraaf.nl/nieuws/763488493/stikstofmethode-in-duitsland-en-belgie-soepeler .

2) De Telegraaf, d.d. 25 september 2019, ‘Minder hard is nauwelijks meer schoon’, online raadpleegbaar via https://www.telegraaf.nl/nieuws/628469617/minder-hard-is-nauwelijks-meer-schoon .

Indiener(s)