2019Z17604
Vragen van het lid Den Boer (D66) aan de minister van Justitie en
Veiligheid over het bericht ‘Discriminatie en wangedrag bij politie Den
Haag’. (ingezonden 20 september 2019)
-
Kent u het bericht ‘Discriminatie en wangedrag bij politie Den Haag’?
1)
-
Zijn de problemen die naar voren worden gebracht bij u bekend en kunt u
ze bevestigen?
-
Deelt u de mening dat agenten en andere medewerkers van de politie die
niets te maken hebben met deze mistanden óók last ondervinden van
dergelijke berichtgeving en dat dit schadelijk kan zijn voor de
geloofwaardigheid van de organisatie?
-
Waarom is er ondanks signalen van discriminatie, overmatig gebruik van
geweld en een verziekte cultuur niet ingegrepen door de
leidinggevende(n) van het desbetreffende bureau? Heeft u de
leidinggevende(n) hierover gesproken? Zo ja welke verklaring gaven zij
hiervoor? Zo niet, bent u dat alsnog van plan?
-
Hoe verklaart u het dat hoewel door verschillende agenten de problemen
intern zijn aangekaart, hier geen maatregelen en verbeteringen op
hebben gevolgd?
-
In hoeverre zijn deze problemen uniek? Zijn bij u vergelijkbare
problemen bekend bij andere bureaus in Den Haag, dan wel bij andere
bureaus in andere steden?
-
Deelt u de mening dat er binnen de politie organisatie geen veilige
plek lijkt te zijn om met deze problemen terecht te kunnen en waar deze
serieus worden genomen? Wat vindt u daarvan? Welke rol speelt de
afdeling Veiligheid, Integriteit en Klachten (VIK) hierin?
-
Hoe komt het dat zowel de klokkenluider als bronnen tegen de NOS
melding doen van discriminatie, overmatig gebruik van geweld en een
verziekte cultuur bij de politie, terwijl de politiechef van de
desbetreffende eenheid aangeeft "zich niet te herkennen in de signalen"
en er binnen de eenheid "niets onder het tapijt wordt geveegd"? Hoe
verklaart u dit?
-
Welk verband ziet u tussen deze problemen en de problemen die door de
klokkenluider in zijn brief worden aangekaart?
-
Bent u bereid samen met de korpschef in gesprek te gaan met de agenten
op het desbetreffende bureau om de problemen te bespreken en te kijken
welke oplossingen nodig zijn?
-
Heeft u persoonlijk contact met de klokkenluider gezocht naar
aanleiding van zijn brief? 2)
-
Wat gaat u doen met zijn aanbevelingen en wanneer wordt de Kamer
hierover geïnformeerd?
-
Heeft u de problemen die in deze brief naar voren komen besproken met
de korpschef? Zo nee, wanneer gaat u dit doen? Wanneer gaat u de Kamer
informeren over de uitkomsten van dit gesprek en de actiepunten die er
uit volgen?
-
Herinnert u zich uw antwoorden op Kamervragen van het lid den Boer
(D66) van 5 september 2019? 5)
-
Hoe verhouden uw antwoorden “Voor ontoelaatbaar en grensoverschrijdend
gedrag zoals intimidatie, discriminatie en pesten is binnen de politie
geen plaats. De ervaringen van politiemedewerkers over de afhandeling
van signalen en meldingen van grensoverschrijdend gedrag neem ik zeer
serieus.”, “De korpsleiding heeft mij verzekerd dat iedere melding van
grensoverschrijdend gedrag door de politieorganisatie serieus wordt
genomen”, “De korpschef heeft mij verzekerd dat de politieorganisatie
iedere melding van grensoverschrijdend gedrag serieus neemt en
aanpakt”, “Leidinggevenden vervullen een centrale rol in het realiseren
van een veilige en inclusief werkklimaat” zich tot de berichten zoals
gemeld door de NOS waarin juist zeer zorgelijke problemen rondom
discriminatie, overmatig gebruik van geweld en een verziekte cultuur
naar voren komen, wat bovendien zeker niet voor het eerst is?
-
Deelt u de mening dat het hoog tijd is deze problematiek echt serieus
te gaan aanpakken en de daarvoor benodigde maatregelen te treffen? Aan
welke maatregelen denkt u? Wanneer kan de Kamer de eerste maatregelen
verwachten?
-
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor aanvang van het algemeen
overleg Politie op 10 oktober 2019?
-
NOS, 13 september 2019,
https://nos.nl/artikel/2301564-discriminatie-en-wangedrag-bij-politie-den-haag.html
-
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/09/13/tk-afschrift-brief-van-de-heer-boers-aan-de-korpschef
-
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 3847