De berichten dat er opnieuw chroom-6 is gevonden op trams in Amsterdam en Utrecht

Vragen van het lid Gijs vanDijk (PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de berichten dat er opnieuw chroom-6 is gevonden op trams in Amsterdam en Utrecht (ingezonden 13 september 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met de artikelen «Chroom-6 vrijgekomen in werkplaats vervoersbedrijf GVB Diemen»1 en «Ook chroom-6 gevonden in verf van Utrechtse trams»?2

Vraag 2

Zijn er direct, naar aanleiding van dit bericht, inspecteurs van de Inspectie SZW naar Amsterdam en Utrecht gegaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel?

Vraag 3

Deelt u de mening dat een mobiele brigade vanuit de Inspectie in dergelijke gevallen zeer effectief kan zijn?

Vraag 4

Hoeveel werknemers zijn mogelijk blootgesteld aan chroom-6? Welke maatregelen worden er door de verantwoordelijke bedrijven genomen om deze werknemers te beschermen tegen deze kankerverwekkende stof?

Vraag 5

Waar kunnen bezorgde werknemers die mogelijk met chroom-6 hebben gewerkt terecht? Deelt u de mening dat werknemers zeker willen zijn van een veilige werkplek?

Vraag 6

Beschikken de betrokken en verantwoordelijke bedrijven over een Risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) waarin het risico van chroom-6 blootstelling is omschreven? Hebben GVB en Stadler zich aan de registratieverplichtingen uit het Arbobesluit gehouden, zodat aan de hand van een dergelijke registratie snel duidelijk kan worden welke werknemers met chroom-6 hebben gewerkt?

Vraag 7

Deelt u de mening dat als een dergelijke registratie ontbreekt, deze bedrijven de wet hebben overtreden?

Indiener(s)