De Wet modernisering Kleineondernemersregeling (KOR)

2019Z16255


Vragen van de leden Lodders en Aartsen (beiden VVD) aan de staatssecretarissen van Financiën en van Economische Zaken en Klimaat over de Wet modernisering kleineondernemersregeling (KOR). (ingezonden 3 september 2019)

1. Kunt u een update geven van de implementatie van de Wet modernisering kleineondernemersregeling (KOR)? Klopt het dat de implementatie per 1 januari 2020 van kracht zal worden? Zo nee, waarom niet?

2. Op welke manier brengt u de omschakeling van de oude naar de nieuwe KOR onder de aandacht van de kleine ondernemer? Hoe waarborgt u dat voor alle kleine ondernemers duidelijk is wat er zal veranderen op 1 januari 2020? Welke stappen zijn hiertoe gezet?

3. Is uw verwachting dat 68.000 ondernemers die geen gebruik kunnen maken van de huidige KOR, wel gebruik zullen en kunnen maken van de nieuwe KOR, nog accuraat? Waarop is dit aantal gebaseerd? Klopt het dat dit aantal bovenop de 230.000 kleine ondernemers komt die per eind 2017 onder de KOR vielen? 1)

4. Klopt het dat alle ondernemers die aan de criteria van de ‘oude KOR’ voldoen ook per direct aan de criteria van de ‘nieuwe KOR’ voldoen? Kunnen er gevallen zijn waarbij een ondernemer die onder de ‘oude KOR’ valt niet voldoet aan de criteria van de ‘nieuwe KOR’? Om welk soort ondernemers gaat dit en in welke branches zijn zij actief? Kunt u toelichten waardoor niet alle kleine ondernemers onder de nieuwe KOR vallen? Op welke manier worden ondernemers hierover geïnformeerd?

5. Bent u bekend met de uitspraak van het Hof van Justitie (HvJ 29 juli 2019, C-388/18, de zaak “B" (Chiffre d’affaires du revendeur de véhicules d’occasion))? 2)

6. Wat vindt u van de uitspraak van het Hof van Justitie waarin een ondernemer zijn omzet moet berekenen op basis van alle gedane betalingen/transacties en niet op basis van winstmarges?

7. Welke gevolgen heeft de uitspraak van het Europese Hof van Justitie voor de Nederlandse invulling van de KOR en welke gevolgen heeft dat voor het aantal kleine ondernemers die hierdoor geen gebruik kunnen maken van de KOR?

8. Op basis van welk scenario in relatie tot de genoemde uitspraak is de €20.000 tot stand gekomen: winstmarge of ontvangen betalingen als jaaromzet? Indien winstmarge, welke implicaties heeft de uitkomst van dit arrest voor de nieuwe KOR?

9. Kunt u een overzicht geven van de gehanteerde drempels (in de KOR-regeling) in andere Europese lidstaten? Klopt het dat de drempel in Nederland in vergelijking met andere Europese lidstaten lager ligt? Zo ja, waarom heeft u gekozen voor de drempel van €20.000 en niet voor een hogere drempel die meer in overeenstemming is met andere EU-lidstaten?

10. Deelt u de mening dat de uitspraak van het Hof van Justitie maakt dat er minder ondernemers zijn die gebruik kunnen maken van de KOR na implementatie van de Wet modernisering kleineondernemersregeling en de uitspraak van het Hof van Justitie? Zo ja, wat gaat u eraan doen om te zorgen dat een grotere groep ondernemers onder de nieuwe KOR valt? Zo nee, waarom niet?

11. Deelt u de mening dat de KOR een belangrijke meerwaarde vormt voor kleine ondernemers omdat op die manier de administratieve lasten voor deze ondernemers beperkt wordt?

12. Bent u bereid om de voorgestelde drempel in relatie tot de uitspraak van het Hof van Justitie te verhogen? Zo nee, waarom niet?

13. Klopt het dat de nieuwe regeling consequenties heeft voor de facturen naar klanten, bijvoorbeeld in geval van lopende contracten of bij vervallen van de KOR als een ondernemer rond de drempel van €20.000 euro zit of bij het leveren van vrijgestelde diensten? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot het argument dat de nieuwe regeling tot minder administratieve verplichtingen zal leiden?

14. Kunt u toelichten of het btw-nummer op de factuur vervalt aangezien in de nieuwe regeling een kleine ondernemer vrijgesteld is van btw? Wat zijn de gevolgen hiervan in de praktijk omdat in deze situatie de rekening niet voldoet aan de factuurvereisten (en daarmee verwarring en twijfel over ondernemerschap)? In hoeverre heeft dit consequenties of leidt dit tot verwarring over de status van de arbeidsrelatie?

15. Kunt u de vragen één voor één en vóór Prinsjesdag beantwoorden?


1) Kamerstuk 35 033, nr. 3, blz. 13.

2) https://btwjurisprudentie.nl/hvj-29-07-2019-b-chiffre-daffaires-du-revendeur-de-vehicules-doccasion-c-388-18/

Indiener(s)