Het bericht dat de NPO overweegt om uit NLZIET te stappen

Vragen van de leden Van der Molen (CDA) en Sneller (D66) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht dat de NPO overweegt om uit NLZIET te stappen (ingezonden 27 augustus 2019).

Vraag 1

Kent u het bericht «Werkgroep: NPO moet overwegen uit NLZIET te stappen»?1

Vraag 2

Klopt het dat de NPO overweegt om uit NLZIET te stappen en in plaats daarvan wil inzetten op de abonneedienst NPO Start Plus? Zo ja, wat vindt u hiervan en hoe gaat u hiermee om?

Vraag 3

Is bij u bekend dat de werkgroep uw plannen rond de sectorbrede samenwerking een slecht idee vindt? Zo ja, is dit ook het officiële standpunt van de NPO?

Vraag 4

Kunt u deze ontwikkelingen verklaren met het oog op de visiebrief waarin staat dat het kabinet NPOStart Plus aan striktere voorwaarden wil onderwerpen, zodat de dienst zich enkel toelegt op het langer beschikbaar houden van programma’s tegen een kostendekkend tarief en dat het kabinet het wenselijk zou vinden dat meer wordt samengewerkt door Nederlandse mediapartijen om Nederlandse content gezamenlijk aan te bieden? Kunt u aangeven op welke termijn deze voorwaarden door u worden geconcretiseerd?2

Vraag 5

Hoe kijkt u er tegenaan dat een werkgroep van de NPO begin juli 2019, dus na het verschijnen van de visiebrief, een document over het toekomstscenario van NPO Start en NPO Start Plus opstelt dat flink afwijkt van wat is beschreven in de visiebrief?

Vraag 6

Klopt het dat NPO Start zich wil gaan richten op avontuurlijke stadsbewoners en zelfbewuste familiemensen in plaats van het bedienen van alle Nederlanders? Zo ja, wat vindt u hiervan?

Vraag 7

Kunt u een update geven van de nadere afspraken die worden gemaakt aan de tafels van het door u geïnitieerde overleg met publieke en private mediapartijen over de toekomst van het Nederlandse medialandschap? Wat is er tot nu toe afgesproken en zit er voldoende voortgang in deze gesprekken?


X Noot
2

Brief d.d. 14-6-2019 inzake visie toekomst publiek omroepbestel: waarde voor het publiek, Kamerstuk 32 827, nr. 157

Indiener(s)