Het niet handhaven van het boerkaverbod in het openbaar vervoer

Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het niet handhaven van het boerkaverbod in het openbaar vervoer (ingezonden 22 augustus 2019).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht dat de politie niet in alle gevallen handhavend optreedt wanneer iemand in een boerka met het openbaar vervoer wil reizen?1

Vraag 2

Is het waar dat de politie niet in alle gevallen een boete uitschrijft voor het reizen met het openbaar vervoer in een boerka? Zo ja, waarom gebeurt dat niet? Wordt per persoon bijgehouden of er al eerder sprake was van een waarschuwing?

Vraag 3

Welke concrete afspraken zijn er tussen politie en Openbaar Ministerie over het handhaven van het boerkaverbod in het openbaar vervoer?

Vraag 4

Welke andere middelen zijn er om het verbod in het openbaar vervoer effectief te handhaven?

Vraag 5

Welke concrete taak ligt er voor respectievelijk vervoersbedrijven, chauffeurs en/of controleurs bij de handhaving van het boerkaverbod? Wat zijn de precieze mogelijkheden voor boa’s in het openbaar vervoer om op te treden op grond van deze wet?

Vraag 6

Wat is uw oordeel over de richtlijn van vervoerders die nog steeds stelt dat het boerkaverbod niet zou kunnen worden afgedwongen vanwege de vervoerplicht? Welke inspanningen verricht u om ervoor te zorgen dat vervoerders zich conformeren aan de door het kabinet toegelichte lijn dat de wet wel degelijk grond biedt om reizigers toegang te weigeren? (overleg IenW-vervoerders, 12 maart 2019)

Vraag 7

Deelt u de mening dat personeel niet in de knel mag komen door instructies van werkgevers die ertoe leiden dat wettelijke (verbods)bepalingen niet worden uitgevoerd? Wat doet u eraan om onduidelijkheid over deze situatie te voorkomen?

Vraag 8

Zijn er afspraken gemaakt tussen de politie en openbaarvervoerbedrijven over het al dan niet uitschrijven van een boete bij reizigers die met een boerka willen reizen met het openbaar vervoer? Zo ja, welke?

Vraag 9

Deelt u de opvatting dat wetgeving gehandhaafd dient te worden, mede in het licht van de geloofwaardigheid van handhavend optreden op grond van andere wetgeving (bijvoorbeeld appen op de fiets)? Op welke wijze draagt u er zorg voor dat de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding ook in het openbaar vervoer gehandhaafd wordt?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden De Pater-Postma en Van der Molen (beiden CDA), ingezonden 22 augustus 2019 (vraagnummer 2019Z15905) en van de leden Wiersma, Laan-Geselschap, Ziengs en Nijkerken-De Haan (allen CDA) ingezonden 22 augustus 2019 (vraagnummer 2019Z15911).


X Noot
1

«Buschauffeur weigert verder te rijden met vrouw met nikab«, NOS.nl, 20 augustus 2019 (https://nos.nl/artikel/2298270-buschauffeur-weigert-verder-te-rijden-met-vrouw-met-nikab.html)

Indiener(s)