2019Z14965
Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de minister van Justitie en
Veiligheid over de brief van de minister van Justitie en Veiligheid 'Zaak
Julio Poch' (ingezonden 11 juli 2019)
-
Bent u bereid de reisverslagen van januari 2008 en mei 2008 openbaar te
maken? Zo nee, bent u dan wel bereid de reisverslagen ter
vertrouwelijke inzage bij de Kamer te leggen?
-
Mocht in het kader van het in de kamerbrief genoemde WOB-verzoek een
gelakte versie van het reisverslag van mei 2008 openbaar worden
gemaakt, bent u dan bereid een niet-gelakte versie ter vertrouwelijke
inzage bij de Kamer te leggen? Zo nee, waarom niet?
-
Heeft u, gelet op uw opvatting dat “
waarheidsvinding [..] in een reeds lang lopende zaak als de
onderhavige dermate belangrijk [is] dat een uiterste inspanning
hiertoe op zijn plaats is
” 1), de politie en het openbaar ministerie verzocht alle documenten
met betrekking tot de zaak van de heer Poch aan u toe te doen komen? Zo
ja, wanneer heeft u dit gedaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom
waren de reisverslagen dan niet eerder bij u bekend?
-
Zijn de reisverslagen van de dienstreizen in 2008 eerder aan u
toegekomen? Zo nee, waarom is dit niet gebeurd?
-
Sluit u uit dat er nieuwe documenten gevonden worden die nieuwe feiten
in deze zaak aan het licht kunnen brengen?
-
Herinnert u zich uw antwoorden op vragen van de leden Sjoerdsma en
Groothuizen van 1 december 2017 2), en uw antwoorden op vragen van
dezelfde leden van 14 maart 2018? 3) Klopt het, dat de
vertegenwoordiger van het Argentijnse ministerie van Justitie en
Mensenrechten in mei 2008, dus vóór afronding van hun eigen onderzoek,
vóór het horen van de Nederlandse getuigen in december 2008 4), en
vóórdat de Argentijnse onderzoeksrechter in maart 2009 de aanhouding
van de heer Poch beval 5), al een “
expliciete voorkeur heeft uitgesproken voor uitlevering van de heer
Poch aan Argentinië
”? 6) Klopt het dus, dat er over uitlevering is gesproken vóórdat
Argentinië zelf onderzoek had verricht naar deze zaak, en dat dit enkel
was gebaseerd op informatie vanuit Nederland? Bent u het in het licht
van deze nieuwe informatie nog steeds van mening dat deze gang van
zaken “niet ongeoorloofd” is? 7)
-
Waarom werd er in mei 2008 gesproken over rechtshulp én over
uitlevering nog voordat een onderzoek was ingesteld door de Argentijnse
autoriteiten? Op wiens initiatief werd over de uitlevering gesproken?
-
Herinnert u zich uw antwoord op de vraag of door het bezoek in mei
2008, dat buiten de officiële routes om plaatsvond, de waarborgen die
verdachten door middel van een reguliere uitleveringsprocedure konden
worden gegarandeerd, en uw antwoord daarop:
“De gesprekken in Argentinië hadden geen betrekking op uitlevering,
maar stonden in het teken van een verkenning van mogelijkheden om
samen te werken in het opsporingsonderzoek. Deze werkbezoeken
vonden plaats in overeenstemming met de instructie
opsporingshandelingen in het buitenland en vormden voor een
complexe zaak als deze geen ongebruikelijke gang van zaken.”
? 8) Bent u een andere mening toegedaan na het lezen en het beoordelen
van de gespreksverslagen, waaruit blijkt dat er wel degelijk gesproken
is over uitlevering? Zo ja, welke mening? Zo nee, waarom niet?
-
Kunt u uitsluiten of tijdens de dienstreis in januari 2008 óók
gesproken is over uitlevering aan Argentinië?
-
Hoe heeft u gereageerd op de gesprekken zoals die hebben plaatsgevonden
tijdens de dienstreis in mei 2008, specifiek op de voorkeur van
Argentijnse kant tot uitlevering?
-
Welke acties zijn in de periode na mei 2008 door u ondernomen teneinde
aan deze voorkeur te voldoen?
-
Wanneer verwacht u dat het onderzoek van de heer Machielse afgerond is?
Zal dit onderzoeksrapport na afronding per direct naar de Kamer worden
gestuurd?
1) Brief minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus,
03-07-2009, “Zaak Julio Poch”
2) nr. 893, Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, Aanhangsel
3) nr. 2128, Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, Aanhangsel
4) Antwoord 6 en 7, nr. 893, Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018,
Aanhangsel
5) Antwoord 9, nr. 2128, Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, Aanhangsel
6) Brief minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus,
03-07-2009, “Zaak Julio Poch”
7) Antwoord 6 en 7, nr. 893, Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018,
Aanhangsel
8) Antwoord 13, nr. 2128, Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, Aanhangsel