Het Nederlandse kind Duncan en de Spaanse Kinderbescherming

2019Z14689


Vragen van de leden Van Helvert (CDA), Ploumen (PvdA), Karabulut (SP), Sjoerdsma (D66), Van Ojik (GroenLinks) en Van der Staaij (SGP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het Nederlandse kind Duncan en de Spaanse Kinderbescherming (ingezonden 5 juli 2019)

  1. Bent u op de hoogte van de brief van de Stichting Nederlanders Buiten Nederland inzake de situatie van het Nederlandse kind Duncan bij de Spaanse kinderbescherming?
  2. Is het in het belang van het kind, dat het syndroom van Down heeft, dat hij zo snel mogelijk met zijn moeder wordt herenigd?
  3. Is het een normale gang van zaken dat een Nederlands kind, zonder andere nationaliteiten, van Nederlandse ouders, zonder andere nationaliteiten, op dit moment onder de verplichte zorg valt van de Spaanse kinderbescherming?
  4. Is er contact met de Nederlandse kinderbescherming over deze zaak?
  5. Bent u op de hoogte van de redenen van de Spaanse kinderbescherming om het kind nog niet te laten herenigen met de moeder? Zo ja, wat zijn die redenen?
  6. Welke acties heeft u tot nu toe ondernomen?
  7. Welke acties bent u van plan te gaan ondernemen?
  8. Zijn er aanwijzingen dat de rechten van het kind worden geschonden op enigerlei wijze?
  9. Kunt u deze vragen zo snel mogelijk en één voor één beantwoorden of de Kamer hierover (indien nodig vertrouwelijk) anderszins informeren?