De verkoop en distributie van pakketjes door Alibaba in Nederland

2019Z13602


Vragen van de leden Weverling en Van Haga (beiden VVD) aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de beantwoording van vragen over de verkoop en distributie van pakketjes door Alibaba in Nederland (ingezonden 27 juni 2019)

1

Kunt u zich uw antwoorden op de eerdere gestelde Kamervragen over de verkoop en distributie van pakketjes door Alibaba in Nederland herinneren? 1)

2

Hoe reëel is het om van Nederlandse ondernemers in de e-commercesector te verwachten dat zij hun webwinkels nog innovatiever en klantgerichter inrichten, wanneer sprake is van oneerlijke concurrentie door staatssteun, productie tegen lagere standaarden en onevenredig gunstige verzendingstarieven?

4

Kan PostNL de bevestiging dat het aantal brievenbuspakjes uit China de afgelopen jaren is toegenomen, zoals vermeld in het antwoord op vraag vijf, kwantificeren?

5

Welk deel van de voor Nederland bestemde zendingen wordt door PostNL afgehandeld, aangezien volgens het door u genoemde persbericht sprake is van een belangrijk deel? 2)

6

Is PostNL, ongeacht het feit dat sprake is van een commercieel contract, bereid toe te lichten hoeveel zij gemiddeld ontvangt voor de distributie van een zending van Alibaba/AliExpress en in hoeverre de vergoeding proportioneel is in relatie de gemaakte kosten, aangezien enkel wordt vermeld dat de vergoeding positief bijdraagt aan het resultaat van PostNL?

7

Welke inhoudelijke mededelingen kunt u doen over de uit het Wereldpostunie Verdrag voortvloeiende afspraken tussen PostNL en China Post? Kunt u, indien deze afspraken vertrouwelijk zijn, toelichten hoe of in hoeverre de Nederlandse overheid de inhoud en de mate van overeenstemming met de afspraken binnen de Wereldpostunie kan verifiëren en monitoren?

8

Hoe vaak is sprake geweest van strafrechtelijke onderzoeken op het gebied van vervalsing of inbreuk op merkrecht, zoals beschreven in het antwoord op vraag vier, en hoe vaak is er opgetreden?

9

In hoeverre hebben Nederland of de Europese Unie (EU) gebruik gemaakt van de mogelijkheid binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) om nadere afspraken te maken of signalen af te geven over inbreuk op rechten, al dan niet specifiek in relatie tot China?

10

Hoeveel duurder is het vanuit China versturen van e-commercepost geworden sinds 1 januari 2018?

11

Wat wordt bedoeld met de op China betrekking hebbende bijzin “voor zover zijn (sic) nog lagere tarieven betalen”? Is daar thans wel of geen sprake van?

12

In hoeverre deelt u het Amerikaanse standpunt dat China nog steeds oneigenlijk profiteert van het huidige systeem, zoals geparafraseerd in het antwoord op vraag tien? Kunt u uitgebreid toelichten in hoeverre dit, in het licht van de nieuwe maatregelen, nog steeds het geval is of zal zijn?

13

Welke “zeer verregaande hervorming van de eindkostenvergoedingen” hebben de Verenigde Staten (VS) voorgesteld en waarom wordt de impact hiervan als ingrijpend ervaren?

14
Wanneer wordt er over de drie opties, zoals beschreven in het antwoord op vraag tien, gestemd? Bent u bereid de Kamer op de hoogte te houden van de ontwikkelingen en de Nederlandse positie in dezen?

15

Wat bedoelt u met de zin dat de zorgen die Nederland had met betrekking tot de eindvergoedingensystematiek goeddeels zijn weggenomen? Welke zorgen zijn met de nieuwe afspraken nog niet weggenomen? Kunt u dit toelichten?

16

Kunt u toelichten waaruit blijkt dat de in 2016 overeengekomen maatregelen nu reeds effect sorteren? Kunt u dit toelichten en indien mogelijk ook kwantificeren?

17

Waarom zijn er geen gegevens beschikbaar over het aantal e-commercepakketjes dat jaarlijks vanuit Nederland naar China wordt verzonden en kan tegelijkertijd wel worden geconstateerd dat die stroom, zij het bij tijd en wijle, zeer substantieel is? Over welke gegevens hieromtrent beschikt u wel?

18

Welke gevolgen zouden bewijzen van directe of indirecte – naar Europese maatstaven ongeoorloofde - staatssteun vanuit China ten gunste van Alibaba hebben voor diens activiteiten binnen de Europese markt? Beschikken Nederland of de EU over instrumenten om dit te sanctioneren? Zo ja, welke?

19

Welke resultaten heeft de Nederlandse inzet op het versterken van de monitoringsfunctie van de WTO op het gebied van subsidies aan bedrijven reeds opgeleverd? Welke winst valt er volgens u nog op dit vlak te behalen en hoe groot is de kans dat hierover overeenstemming wordt bereikt?

20

Zet de EU zich, in het kader van eerlijke concurrentie, ook buiten de WTO in voor meer transparantie over de relatie tussen de Chinese overheid en bedrijven als Alibaba en China Post? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

21

Kunt u toelichten waarom post- en e-commerce weinig tot geen expliciete aandacht hebben gekregen in de recent door het kabinet gepubliceerde Chinanotitie? 3) Kunt u desondanks toelichten welke (nieuwe) maatregelen het kabinet als gevolg van de Chinanotitie voornemens is te treffen op deze terreinen?

1) Vergaderjaar 2018-2018, aanhangsel handelingen, nr. 2526

2) https://www.postnl.nl/over-postnl/pers-nieuws/persberichten/2017/mei/postnl-bezorgt-pakjes-voor-het-chinese-aliexpress-in-nederland.html

3) Kamerstuk 35 207, nr. 1

Indiener(s)