Het optreden van Kmar- en douanemedewerkers op Schiphol, Eindhoven Airport en Rotterdam The Hague Airport.

2019Z13089


Vragen van het lid Öztürk (DENK) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Buitenlandse Zaken, van Justitie en Veiligheid en van Defensie en de staatssecretaris van Financiën over het optreden van Kmar- en douanemedewerkers op Schiphol, Eindhoven Airport en Rotterdam The Hague Airport. (ingezonden 24 juni 2019)

1. Bent u bekend met het rapport van de Nationale ombudsman ‘Een onderzoek naar klachten over een controle op liquide middelen op Eindhoven Airport door de Belastingdienst/Douane ’ van 3 juni 2019 met rapportnummer 2019/027?

2. Hoe duidt u de gebeurtenissen die aanleiding hebben gegeven tot de klacht van de reiziger en bovengenoemd rapport?

3. Kunt u de omvang en kenmerken schetsen van de groep reizigers die zich onheus bejegend en gediscrimineerd voelt door het handelen van medewerkers van de Koninklijke Marechaussee (Kmar) en Douanemedewerkers op Schiphol en Eindhoven Airport? Zo nee, bent u bereid om hier onderzoek naar te doen?

4. Erkent u het oordeel van de Nationale Ombudsman, namelijk dat op basis van het onderzoek de klachten over de Belastingdienst/Douane gegrond zijn, wegens strijd met het vereiste van goede informatieverstrekking? Zo ja, welke stappen gaat u nemen? Zo nee, waarom niet?

5. Vindt u, mede gelet op het eerdere rapport van de Nationale Ombudsman «Uit de rij gehaald’’ 1) van 29 maart 2017 dat (de schijn van) discriminatie in deze zaak aanwezig is door:

- de uitspraak van een van de betrokken Douanebeambten dat ‘’zijn vriend met lang haar er ook altijd wordt uitgepikt’’
- en het feit dat er geen informatie is verstrekt over de reden van de uitgevoerde geldcontroles, terwijl dit wel voor de hand lag?

6. Deelt u de mening dat het zonder enige aanleiding stellen van vragen zoals ‘’heeft u enveloppen met geld voor uw familieleden in Marokko bij u’’ een stigmatiserend effect kan hebben op reizigers van Marokkaanse afkomst? Zo nee, waarom niet?

7. Deelt u de mening dat de Douane haar selectiestrategie ten aanzien van geldcontroles inzichtelijk dient te maken omdat anders niet voldoende gewaarborgd kan worden dat grondrechten van reizigers, in het bijzonder het non-discriminatiebeginsel, worden gerespecteerd? Zo nee, waarom niet?

8. Deelt u de mening dat er (meer) objectieve criteria nodig zijn bij het selecteren van reizigers voor controles door de Douane op luchthavens? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstellingen? Zo nee, waarom niet?

9. Deelt u de mening dat ook de Douane en de Kmar stopformulieren moeten hanteren bij het uitvoeren van specifieke controles? Zo nee, waarom niet?

10. Bent u bereid, om conform de aanbeveling uit het rapport van de Nationale ombudsman, reizigers op Eindhoven Airport door middel van informatie(borden) beter te informeren over het doel van geldcontroles? Zo nee, waarom niet?

11. Welke maatregelen worden er op dit moment genomen om etnisch profileren door douaniers op luchthavens tegen te gaan?

12. Kunt u aangeven wat het beleid is ten aanzien van de inzet van speurhonden door douaniers bij vluchten op Eindhoven Airport, zoals bijvoorbeeld het geval is geweest bij een vlucht uit Marokko op 2 oktober 2018 (vluchtnummer WQR14L)? Zo nee, waarom niet?

13. Kunt u uitsluiten dat er sprake is van een specifieke risicoprofilering ten aanzien van vluchten uit Marokko? Zo ja, wat is hier de rechtvaardiging voor? Zo nee, waarom niet?

14. Bent u bereid een zelfstandig onderzoek op te starten naar mogelijk etnisch profileren door de Douane op luchthavens? Zo nee, waarom niet?

15. Bent u bekend met het voorval van 24 januari 2019 waarin een Kmar op Eindhoven Airport een reiziger van Marokkaanse onheus heeft bejegend?

16. Hoe duidt u de gebeurtenissen die aanleiding hebben gegeven tot de klacht van deze betrokken reiziger en de brief hierover van de Kmar van 2 april 2019?

17. Klopt het dat deze reiziger van Marokkaanse afkomst zich onheus bejegend voelde door de Kmar-medewerker? Zo ja, welke conclusies verbindt u hieraan?

18. Ìs het waar dat er zonder enige dringende redenen vragen werden gesteld over in het bezit zijn van een retourticket? Zo ja, wat gaat u hiertegen doen?

19. Is het gebruikelijk dat reizigers die naar Marokko vliegen verzocht worden om hun retourticket te overleggen? Zo ja, waarom? Zo nee, hoe duidt u dan de vraagstelling van de betrokken Kmar-medewerker?

20. Waar ligt de scheidslijn tussen het vragen stellen in het kader van legitieme douane- en veiligheidsbelangen en het onnodig lastig vallen van reizigers met irrelevante vragen over de manier waarop zij hun reis vormgeven?

21. Bestaan er protocollen over de aard van de vragen die gesteld mogen worden aan reizigers?

22. Kunt u zich voorstellen dat de handelwijze van de betrokken Kmar-medewerker een gevoel van discriminatie bij de reiziger teweeg heeft gebracht nu de medewerker tijdens de klachtbehandeling anders dan de niet onderbouwde beschuldiging dat de reiziger zich vijandig gedroeg geen plausibele verklaring heeft kunnen geven voor het stellen van dergelijke ongepaste vragen?

23. Bent u bekend met het voorval tussen oud-raadslid Mpanzu Bamenga en de Kmar op Eindhoven Airport? 2)

24. Welke maatregelen worden er op dit moment genomen om etnisch profileren door medewerkers van de Kmar op luchthavens tegen te gaan?

25. Kunt u aangegeven wat er concreet is besproken naar aanleiding van de brief van de Kmar van 2 april 2019, waarin wordt vermeld dat de klacht met de betreffende medewerker is besproken ter verbetering van de dienstverlening? Zo nee, waarom niet?

26. Bent u bereid een zelfstandig onderzoek op te starten naar mogelijk etnisch profileren door de Kmar op luchthavens, mede gelet op de bevindingen van de ombudsman in het rapport ‘Uit de rij gehaald’ van 29 maart 2017? Zo nee, waarom niet?

1) https://www.nationaleombudsman.nl/system/files/rapport/20170044.pdf
2) https://www.ad.nl/eindhoven/oud-raadslid-bamenga-uit-eindhoven-ontzettend-woedend-om-etnisch-profileren-op-eindhoven-airport~ab9743a4/

Indiener(s)