2019Z12435
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de minister van Economische Zaken
en Klimaat over het ontbreken van draagvlak voor aardgaswinning onder het
Werelderfgoed de Waddenzee. (ingezonden 18 juni 2019)
-
Kent u de brief van de raadsleden van S!N, een lokale samenwerking
tussen D66, PvdA en GroenLinks, over het ontbreken van draagvlak voor
de aardgaswinning onder de Waddenzee? 1)
-
Kunt u reageren op de uitspraak van de raadsleden dat draagvlak voor de
gaswinning in dit gebied volledig ontbreekt en dat het onbegrip over de
plannen enorm is?
-
Waarop baseert u dat het bestuurlijk draagvlak broos is aangezien de
provincie Fryslân heeft aangeven tegenstander te zijn van gaswinning
onder de Waddenzee en de raadsleden aangeven dat draagvlak voor de
gaswinning in dit gebied volledig ontbreekt?
-
Erkent u dat er verschil is tussen deelname aan het omgevingsproces en
steun voor de voorgenomen gaswinning? Herkent u het in de brief
geschetste beeld dat lokale participatie slechts plaatsvind als poging
om de schade beperkt te houden?
-
Deelt u de mening dat deelname aan het omgevingsproces niet gezien mag
worden als instemming met de voorgenomen gaswinning? Zo nee, waarom
niet?
-
Kunt u zich voorstellen dat inwoners het gevoel hebben dat
besluitvorming over de gaswinning reeds heeft plaatsgevonden, nu in het
omgevingsproces voornamelijk gesproken wordt over de wijze waarop een
deel van de opbrengsten kunnen terugvloeien naar de omgeving?
-
Kunt u bevestigen dat een voorkeur voor gaswinning met terugvloei van
inkomsten in plaats van gaswinning zonder terugvloei van inkomsten
niets zegt over het draagvlak voor de gaswinning zelf?
-
Kunt u bevestigen dat het vaststellen van draagvlak niet alleen gebeurt
in de stuur- en werkgroepen? Bent u bereid de omwonenden middels een
enquête de expliciete vraag voor te leggen of zij gaswinning in het
gebied steunen of niet? Zo nee, waarom niet?
-
Kunt u aangeven, aangezien u in de beantwoording van de eerdere vragen
stelde dat in het omgevingsproces verkend werd onder welke voorwaarden
de gaswinning acceptabel zou zijn, welke randvoorwaarden opgesteld
zijn? Kunt u bevestigen dat het 'hand aan de kraan'-principe een van
die randvoorwaarden is? 2)
-
Kunt u aangeven op welke locatie in het verleden het 'hand aan de
kraan'-principe zijn werking bewezen heeft? Zo nee, waarom niet?
-
Welke garantie kunt u geven dat er met het 'hand aan de kraan'-principe
voldoende controle gehouden kan worden over de gaswinning en de
bodemdaling?
-
Is het juist dat ook na het terugbrengen van de gasproductie
(bijvoorbeeld doormiddel van het 'hand aan de kraan'-principe) de kans
op aardbevingen en bodemdalingen blijft bestaan? Zo ja, wat is dan het
nut van het hand aan de kraan principe?
-
Staat u nog altijd achter de stelling van het kabinet dat de natuur
zich weliswaar niet voor 100% laat voorspellen, maar dat eventuele
afwijkende gedragingen van de natuur via het 'hand aan de
kraan'-principe kunnen worden ondervangen? 3) Zo ja, op basis waarvan?
-
Bent u, vanwege de grote onzekerheden over de bodemeffecten en het
ontbreken van draagvlak, bereid om geen toestemming te verlenen aan
gaswinning onder het UNESCO-werelderfgoed de Waddenzee?
-
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het algemeen overleg
Mijnbouw/Groningen dat op 27 juni 2019 gepland staat?
1)
https://www.sin.frl/2019/06/brief-aan-tweede-kamerleden-over-draagvlak-gaswinning-waddenzee
2)
https://www.partijvoordedieren.nl/vragen/vragen-wassenberg-over-het-ontbreken-van-draagvlak-voor-aardgaswinning-onder-het-werelderfgoed-de-waddenzee
3) Kamerstuk 29684, nr. 140