2019Z11239
Vragen van de leden Sneller en Sjoerdsma (beiden D66) aan de minister van
Financiën en de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over een
gelijk speelveld voor alternatieve kredietverleners en banken bij de
financiering van het midden- en kleinbedrijf (ingezonden 5 juni 2019)
-
Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Creatief geld zoeken als de bank
nee zegt’? 1)
-
Bent u bekend met het feit dat alternatieve, niet-bancaire
kredietverleners ongeveer 1,5 miljard euro aan het midden- en
kleinbedrijf (mkb) hebben verstrekt, terwijl de drie Nederlandse
grootbanken gezamenlijk maar liefst 127 miljard euro bij het mkb hebben
uitstaan? 2)
-
Wat zegt dit verschil in totale kredietverstrekking volgens u over de
mogelijkheden tot alternatieve kredietverlening aan het mkb in
Nederland?
-
Klopt het dat er door verschillende publieke instanties zoals de
Rijksoverheid, het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het
Centraal Planbureau (CPB) en De Nederlandsche Bank (DNB) met
verschillende definities voor mkb wordt gewerkt? Wat zegt dit over onze
kennis van mkb-financiering? Bent u bereid om met deze instanties tot
één geharmoniseerde definitie te komen van mkb?
-
Hoe beoordeelt u de mate van professionaliteit van de alternatieve
kredietverleningssector, mede gelet op de recente oprichting van de
Stichting MKB Financiering, de door deze stichting opgestelde
gedragscode en de opening van een onafhankelijk klachtenloket bij het
Kifid? 3)
-
Kunt u in dit kader aangeven in hoeverre de motie-Sneller/Snels reeds
is uitgevoerd en wanneer u verwacht deze motie geheel te hebben
uitgevoerd? 4)
-
Zou u nader kunnen toelichten waarom het ministerie van Economische
Zaken en Klimaat enerzijds zegt alternatieve financiers te willen
stimuleren, maar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
anderzijds de meeste subsidie- en financieringsregelingen verplicht via
een bank laat lopen? 5)
-
Kunt u voorts verklaren waarom bij de stimuleringsregeling van het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor nieuwe vormen van
wonen en zorg voor ouderen de regering wederom expliciet een rol voor
de banken ziet en niet voor alternatieve kredietverleners? 6)
-
Deelt u de mening dat - waar mogelijk - een gelijk speelveld voor
alternatieve kredietverleners en banken zou moeten worden nagestreefd?
Hoe verhouden de voorgaande voorbeelden van overheidsbeleid zich
volgens u tot dat streven?
-
Bent u bereid alle huidige regelingen door te lichten op een gelijk
speelveld voor bancaire en niet-bancaire kredietverleners?
-
Bent u bereid om in de toekomst meer rekening te houden met de
potentiële rol van alternatieve financiers bij subsidie- en
financieringsregelingen van het Rijk? Zo ja, hoe gaat u dit borgen?
1)
https://fd.nl/ondernemen/1286749/creatief-geld-zoeken-als-de-bank-nee-zegt
2)
https://fd.nl/beurs/1266198/alternatieve-mkb-financiering-is-nog-steeds-versplinterd
3)
https://www.accountant.nl/nieuws/2018/10/alternatieve-financiers-richten-samen-stichting-op/
&
https://fd.nl/beurs/1295590/alternatieve-kredietverleners-zoeken-aansluiting-bij-kifid
4) Kamerstuk 32545, nr. 90.
5) MKB-Actieplan, p. 31-32 (bijlage bij Kamerstuk 32637, nr. 316).
6)
https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/02/01/stimuleringsregeling-om-nieuwe-vormen-van-wonen-en-zorg-voor-ouderen-vlot-te-trekken