Koninklijke onderscheidingen aan buitenlandse staatshoofden

2019Z10518


Vragen van de leden Sneller en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over koninklijke onderscheidingen aan buitenlandse staatshoofden (ingezonden 27 mei 2019)

  1. Hoeveel en wat voor type koninklijke onderscheidingen zijn er de afgelopen vijf jaar aan buitenlandse staatshoofden uitgereikt? Welke staatshoofden hebben een koninklijke onderscheiding ontvangen in de afgelopen vijf jaar?
  2. Bent u het eens dat het onwenselijk is wanneer personen die zich schuldig maken aan ernstige mensenrechtenschendingen of schendingen van het internationaal recht een hoge koninklijke Nederlandse onderscheiding dragen? Zo nee, waarom niet?
  3. Bent u het eens dat intrekken van koninklijke onderscheidingen potentieel een sterk diplomatiek signaal af zou kunnen geven? Zo nee, waarom niet?
  4. Gezien u het eens bent dat het onwenselijk is als er controverse bestaat rondom een onderscheiding, bent u het dan ook eens dat het uitreiken van koninklijke onderscheidingen aan buitenlandse staatshoofden in sommige gevallen niet passend kan zijn? 1) Zo ja, in welke gevallen? Zo nee, waarom niet?
  5. Bent u, gezien de onwenselijkheid van controverse, bereid de staande praktijk van het standaard uitreiken van onderscheidingen aan buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders tijdens staatsbezoeken te (laten) evalueren? Zo nee, waarom niet?
  6. Bent u bereid het Kapittel te verzoeken om te evalueren of de intrekkingsgronden van koninklijke onderscheidingen als geregeld in artikel 12, tweede lid, van de Wet instelling van de Orde van de Nederlandse Leeuw uitgebreid kunnen worden? Zo nee, waarom niet?


1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 2618

Indiener(s)