2019Z08902
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over starre mestprocedure die leidt tot extra kosten. (ingezonden 30 april 2019)
1)
“De dikke fractie moet worden bemonsterd en de rundveehouder moet een melding doen van het aantal vrachten wat nodig is om de mest te vervoeren naar de loonwerker op het land bij een buurman. Omdat het gewicht aan mest wat in de strooier gaat om de mest te verspreiden over het land afhankelijk is van de berijdbaarheid van het land (door vaak niet te beïnvloeden factoren zoals de gesteldheid van de bodem door bv regen) wordt het aantal vrachten geschat. De rundveehouder schat 5-10 vrachten nodig te hebben. Er worden 8 vrachten aangemeld bij RVO (een boer zal niet te hoog gaan zitten anders ben je 58 euro per vracht kwijt ook voor een niet uitgevoerde bemonstering). Uiteindelijk blijken er 11 vrachten nodig te zijn. De 3 vrachten die nog niet zijn aangemeld bij RVO kunnen niet dezelfde dag alsnog worden aangemeld. Dat betekent dat de loonwerker en de monsternemer een volgende dag terug moeten komen. De rundveehouder draait voor de extra kosten van deze trage dienstverlening op. Ook de akkerbouwer kan in deze praktijksituatie niet verder met zijn werkzaamheden en maakt dus ook extra kosten voor bijvoorbeeld personeel.”