2019Z08472
Vragen van het lid Wörsdörfer (VVD) aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht ‘MKB-Nederland wil wettelijke betaaltermijn voor 'groot aan klein' naar 30 dagen’. (ingezonden 24 april 2019)
1. Bent u bekend met het bericht ‘MKB-Nederland wil wettelijke betaaltermijn voor 'groot aan klein' naar 30 dagen’? 1)
2. Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat het 60 dagen kan duren voordat ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf (mkb) hun rekeningen betaald krijgen? Deelt u de mening dat door langere betaaltermijnen een groot deel van de mkb-ondernemers in financiële problemen zouden kunnen komen? Heeft u vergelijkbare signalen ontvangen in uw contacten met de markt, zoals opgemerkt in eerdere vragen van het lid Wörsdörfer? 2)
3. Wat is de planning van de evaluatie van de wet ‘Wet uiterste betaaltermijn van zestig dagen’?
4. Heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat vergelijkbare signalen ontvangen dat de betaaltermijnen zijn opgelopen tot boven de 40 dagen?
5. Deelt u de mening dat hier sprake is van een negatieve trend? Zo ja, is de aangekondigde evaluatie dan nog wel nodig?
6. Deelt u derhalve de mening dat aanscherping van de wet ‘Wet uiterste betaaltermijn van zestig dagen’ een negatief precedent heeft geschapen en een langere betaaltermijn dan 30 dagen de norm is geworden?
7. Deelt u de mening dat het gezien de trends wenselijk is niet te wachten en reeds nu na te denken over een wijziging van de wet om de betaaltermijn te maximaliseren op de ook door MKB-Nederland bepleite 30 dagen, in plaats van de huidige 60 dagen?
8. Kunnen deze vragen binnen de reguliere termijn van drie weken worden beantwoord?
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 3176.
