2019Z07789
Vragen van de leden Van Toorenburg (CDA), Van Nispen (SP), Buitenweg
(GroenLinks), Groothuizen (D66), Kuiken (PvdA) en Van Wijngaarden (VVD) aan
de ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over het
bericht ‘Boek over politieonderzoek Nicole van den Hurk moet worden
aangepast’ (ingezonden 16 april 2019)
1. Heeft u kennisgenomen van de uitspraak in kort geding van 15 april 2019
inzake de nabestaanden van Nicole van den Hurk versus de
Persgroep/Eindhovens Dagblad? 1)
2. Bent u op de hoogte dat Fonds Slachtofferhulp zich aan de zijde van de
nabestaanden heeft geschaard, mede om reden van het feit dat het vaker
voorkomt dat de privacy van slachtoffers en nabestaanden door publicaties
wordt geschonden?
3. Herkent u het beeld dat de nabestaanden van Nicole van den Hurk zich
vogelvrij verklaard voelen nu een boek is geschreven over de moord op hun
dierbare, waarin privacygevoelige informatie is verwerkt? Deelt u de mening
van de vragenstellers dat het openbaar ministerie (OM) en de politie het
nimmer zo ver hadden mogen laten komen dat de nabestaanden, die al zoveel
verdriet hebben, een juridische strijd hebben moeten voeren om tenminste te
bereiken dat delen van het boek niet mogen worden gepubliceerd?
4. Hoe beoordeelt u de werkwijze waarbij het OM en de politie over
publicatie afspraken hebben gemaakt (een mediacontract) met de journalist?
5. Hoe beoordeelt u de stelling van Fonds Slachtofferhulp dat dienaren van
de wet het ambtsgeheim hebben geschonden omdat het OM de belangen van
nabestaanden met voeten heeft getreden?
6. Hoe gaat het OM doorgaans te werk wanneer journalisten verslag willen
doen van opsporingsonderzoeken en strafzaken? Hoe komen de mediacontracten
tot stand? Hoe beoordeelt u de wijze van totstandkoming hiervan?
7. Hoe worden de belangen van slachtoffers en nabestaanden gewogen wanneer
afspraken worden gemaakt tussen OM, politie en media? Hoeveel van
dergelijke contracten zijn recentelijk (in de afgelopen vijf jaar)
afgesloten? Van hoeveel embedded trajecten is momenteel sprake waarbij
journalisten feitelijk meelopen met het onderzoek?
8. Deelt u de mening dat de positie van slachtoffers en nabestaanden nog
altijd te kwetsbaar is en dat hun belangen beter moeten worden verankerd in
de regelgeving en dat in de praktijk beter op handhaving van bestaande
regelgeving moet worden toegezien?
9. Bent u bereid de werkwijze voor te leggen aan de Autoriteit
Persoonsgegevens?
10. Deelt u de grote zorgen over de wijze waarop met de belangen van
slachtoffers en nabestaanden wordt omgegaan, indien een misdrijf en een
strafzaak veel media-aandacht trekt en zijn voornemens over onderhavige
problematiek een hoorzitting te organiseren? Verstrekt u alle betrokkenen
ruimhartig toestemming hieraan hun bijdrage te leveren?
11. Acht u het mogelijk dat deze praktijk tot gevolg kan hebben dat familieleden beducht zijn voor het feit dat hun reacties en gesprekken met de politie in een publicatie terecht komen? Wat zou het effect hiervan zijn op de opsporing?
1) rechtspraak.nl, 15 april 2019, https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Amsterdam/Nieuws/Paginas/Boek-over-politieonderzoek-Nicole-van-den-Hurk-moet-worden-aangepast.aspx