2019Z07459
ingezonden (11 april, 2019)
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over het bericht dat toezichthouders een rem willen op
BV-constructies
-
Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Toezichthouders willen rem op
BV-constructies’? [1]
-
Hoe beoordeelt u het feit dat na de Inspectie Gezin en Jeugd (IGJ) en
de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) nu ook de Nederlandse Vereniging
Van Toezichthouders in de Zorg (NVTZ) feitelijk pleit voor meer en
stevigere controle op allerlei ondoorzichtige financiële constructies
in de zorg die het toezicht (zowel door de eigen toezichthouder als
door externe toezichthouders c.q. Inspecties) ingewikkelder maken?
-
Bent u van oordeel dat voor dergelijke constructies (zeker als die de
geschetste effecten hebben) geen plaats is in de zorg?
-
Hoe en op welke termijn gaat u de hiervoor bedoelde constructies
aanpakken?
-
Welke instrumenten hebben c.q. welke instrumenten geeft u bijvoorbeeld
IGJ en NZa om in afwachting van de in ieder geval door de vragensteller
en genoemde organisaties gewenste extra regelgeving c.q. bevoegdheden
de onder vraag 2 bedoelde constructies en de negatieve effecten ervan
aan te pakken?
-
Bent u ook van mening dat ingeval een bestuurder tevens
(groot-)aandeelhouder is de schijn van belangentegenstelling eerder
wordt gewekt? Zo ja, wat vindt u daarvan respectievelijk gaat u daar
aan doen? Zo nee, waarom niet?
[1]
https://www.skipr.nl/actueel/id38085-toezichthouders-willen-rem-op-bv-constructies.html