2019Z06741
Vragen van het lid Diks (GroenLinks) aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht ‘Meer dwangarbeid Eritrea door EU’ (ingezonden 4 april 2019)
1
Bent u bekend met het bericht ‘Meer dwangarbeid Eritrea door EU’? 1)
2
Hoe beoordeelt u de stellingname van Stichting Mensenrechten voor
Eritreeërs dat de investering van 20 miljoen in de infrastructuur in
Eritrea leidt tot meer dwangarbeid?
3
Hoe beoordeelt u de stellingname van advocaat Emiel Jurjens dat met deze
investering het systeem van gedwongen dienstplicht in Eritrea wordt
genormaliseerd?
4
Hoe is het risico op de inzet van dwangarbeid en slavernij meegewogen in
het Nederlandse besluit om de investering uit het EU Africa Fund in Eritrea
te steunen?
5
Zijn er situaties denkbaar waarin u het acceptabel acht dat Europees
ontwikkelingsgeld wordt besteed aan dwangarbeid of slavernij?
6
Deelt u de mening dat dwangarbeid niet bijdraagt aan de versterking van het
vredesproces, maar dit juist zal frustreren?
7
Heeft de EU afspraken gemaakt met Eritrea over mensenrechten in relatie tot
deze investering? Zo ja, welke, en hoe wordt op de naleving hiervan
toegezien?
8
Kunt u aangeven hoe voorkomen wordt dat de werkgelegenheid die met deze
investering uit het EU Africa Fund zou moeten worden gerealiseerd, wordt
vervuld door middel van dwangarbeid of slavernij?
9
Kunt u uitleggen hoe u genoemd krantenbericht kan rijmen met uw
beantwoording over dit onderwerp bij het algemeen overleg Toekomst Europese
Ontwikkelingssamenwerking d.d. 7 maart 2019 en uw toezegging dat er vanuit
het Africa Trust Fund zeker geen geld direct naar de Eritrese overheid zou
gaan? Het aanleggen van wegen in een land is toch geen particuliere taak,
maar een publieke?
10
Bent u bereid bij de Europese Commissie te pleiten voor opschorting van deze investering, zolang er geen harde garanties zijn dat de investering niet bijdraagt aan het in stand houden of bevorderen van dwangarbeid of slavernij? Zo nee, waarom niet?
1) NRC, 3 april 2019