2019Z06592
Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over hoe de vergoeding en het leveren van palliatieve (terminale) zorg nog altijd niet goed loopt. (ingezonden 3 april 2019)
1
Bent u bekend met het bericht ‘Noodzakelijke terminale zorg door
verzekeraar niet altijd vergoed’? 1)
2
Hoe kan het dat de palliatieve (terminale) zorg, naar aanleiding van een
door een wijkverpleegkundige professioneel opgestelde indicatie, nog altijd
niet volledig wordt vergoed?
3
Deelt u de mening dat er juist in deze laatste emotionele periode van
iemand haar of zijn leven, zowel voor de persoon zelf als voor de
familieleden, er geen discussie moet zijn over de (vergoeding van de)
juiste zorg op het juiste moment?
4
Zijn er wachtlijsten voor gecontracteerde palliatieve (terminale) zorg? Zo
ja, is dat de reden dat het vaak niet anders kan dat ongecontracteerde
palliatieve (terminale) zorg wordt ingezet?
5
Deelt u de mening dat het voor de patiënt niet uit zou mogen maken of
iemand gecontracteerde of ongecontracteerde palliatieve (terminale) zorg
ontvangt voor wat betreft de juiste zorg op het juiste moment?
6
Kan palliatieve (terminale) zorg meteen worden gestart ongeacht of deze
gecontracteerd of ongecontracteerd geleverd wordt, zonder dat de
zorgaanbieder of de nabestaanden achteraf problemen krijgt met vergoeding
door de zorgverzekeraar?
7
Wordt de afspraak over second opinion uit het Hoofdlijnakkoord
Wijkverpleging 2) netjes uitgevoerd? Zo ja, hoe verklaart u de signalen uit
het artikel dat zorg eenvoudigweg wordt afgewezen zonder opgaaf van reden
door de zorgverzekeraar? Zo nee, op welke wijze gaat u er zorg voor dragen
dat alle partijen zich houden aan het Hoofdlijnakkoord Wijkverpleging?
8
Klopt het dat er “onduidelijkheden zijn wat betreft de term 24 uurs zorg”,
zoals Zorgverzekeraars Nederland stelt in het artikel? Zo ja, bij wie zit
deze onduidelijkheid als gevolg waarvan? En wat vindt u hiervan?
9
Klopt het dat als iemand aangeeft thuis te willen sterven, er toch door de
zorgverzekeraar aangegeven wordt dat de dat “patiënt voor de 24 uur zorg
die nodig is naar een hospice zou moeten gaan”? Wat vindt u daarvan?
10
Klopt het dat het Zorginstituut op dit moment onderzoek verricht naar de
vergoeding van het ‘waken’ als onderdeel van de zorg die de
wijkverpleegkundige indiceert en levert? Wanneer is dit onderzoek gereed?
11
Kunt u per motie aangeven op welke wijze uitvoering is gegeven aan de
moties Bergkamp en Van der Staaij 3), Van der Staaij c.s.4) en Van der
Staaij en Dik-Faber? 5)
12
Hoe kan het dat na alle debatten en overeenstemming in de Kamer over dit
onderwerp, er nog steeds problemen zijn? Bent u eens dat dit zo spoedig
mogelijk moet worden opgelost, omdat je maar één keer waardig afscheid van
iemand kan nemen?
13
Klopt het dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in gesprek is met Zorgverzekeraars Nederland en Verzorgenden & Verpleegkundigen Nederland over onderhavige problematiek? Wat is de aanleiding daartoe? Is de Kamer over deze problemen geïnformeerd? Wordt het Zorginstituut hierbij betrokken? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid om de uitkomst van dit overleg aan de Kamer te laten weten? Zo ja wanneer?
2) 2018D32510
3) Kamerstuk 29689, nr. 734
4) Kamerstuk 29282, nr. 283
5) Kamerstuk 35000 XVI, nr. 62
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Hijink (SP), ingezonden 3 april 2019 (vraagnummer 2019Z06591)