Betere richtlijnen voor een lager maatschappelijk OZB-tarief voor bij voorbeeld sportverenigingen en buurthuizen

2019Z06459

Vragen van de leden Omtzigt en Van der Molen (beiden CDA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Financiën over betere richtlijnen voor een lager maatschappelijk OZB-tarief voor bij voorbeeld sportverenigingen en buurthuizen (ingezonden 2 april 2019)

1

Kent u het bericht ‘VNG: betere richtlijnen voor maatschappelijk OZB-tarief’? 1)

2

Is het ministerie van Financiën of het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingegaan op het verzoek van de VNG tot overleg? Zo ja, kunt u aangeven wat de uitkomsten van dit overleg geweest zijn?

3

Bent u bekend met de volgende passage uit het Regeerakkoord: ‘Samen met de sportsector en gemeenten willen we de sport in Nederland financieel en organisatorisch versterken’?

4

Kunt u bevestigen dat het amendement-Omtzigt c.s. (Kamerstuk 35026, nr. 52) gemeenten in staat stelt om hetzelfde te doen, namelijk sport, maar ook andere maatschappelijke organisaties financieel te versterken?

5

Deelt u de mening dat sportverenigingen, dorpshuizen en andere maatschappelijke organisaties (SBBI’s) en goede doelen (ANBI’s) geen bedrijven zijn en dat het rechtvaardig is als gemeenten de vrijheid hebben om deze organisaties anders te belasten dan commerciële bedrijven?

6

Bent u bereid om met de VNG mee te denken om de mogelijkheden voor een lager OZB-tarief voor maatschappelijke organisaties te verwerken in de modelverordening, zodat gemeenten geholpen zijn bij de afweging en de juridische gevolgen van een lager OZB-tarief voor sportverenigingen, dorpshuizen, SBBI’s en ANBI’s?

7

Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden?

1) https://www.binnenlandsbestuur.nl/financien/nieuws/vng-betere-richtlijnen-voor-maatschappelijk-ozb.9604485.lynkx

Indiener(s)