2019Z05996

Vragen van de leden Middendorp en Van den Bosch (beiden VVD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht ‘Sms’jes en WhatsApp berichten op zakelijke én privé telefoons zijn te ‘wobben’’(ingezonden 27 maart 2019)

1
Hebt u kennisgenomen van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (d.d. 20 maart 2019), waarin sms’jes en WhatsApp-berichten op zakelijke en privételefoons van bestuurders en ambtenaren onder de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) vallen, als deze in het kader van het werk zijn verstuurd? 1)

2
Hoe interpreteert u de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State?

3
Zijn naar uw mening data op telefoons gelijk te stellen aan papieren documenten? Zo ja, waarom?

4
Geeft de uitspraak u aanleiding om de Wet openbaarheid van bestuur te wijzigen? Zo neen, waarom niet?

5
Wat zijn de gevolgen van deze uitspraak in de praktijk voor het openbaar maken van data op telefoons van bestuurders en ambtenaren?

6
Zijn – indien de uitspraak realiteit wordt - bestuurders en ambtenaren er ook verantwoordelijk voor dat, aan werk gerelateerde, SMS- en Whatsappberichten bewaard blijven op hun privé mobiele telefoons? Zo nee, mogen deze dan vrij verwijderd worden?

7
Moeten instellingen, zoals ministeries, ook systemen opzetten om ervoor te zorgen dat zij, indien nodig, inzage kunnen krijgen in de privételefoons van ambtenaren?

8
Heeft de uitspraak van de Raad van State ook gevolgen voor de politiek assistenten van bestuurders? Zo ja, welke?

9
Verwacht u dat er voortaan meer Wob-verzoeken zullen worden gehonoreerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom?

10
In hoeverre gelden de huidige weigeringsgronden die in de Wob staan voor data op telefoons?

1) Raad van State (d.d. 20 maart 2019) via https://www.raadvanstate.nl/@114494/sms-jes-whatsapp/