2019Z05557
Vragen van het lid Toorenburg (CDA) aan de ministers van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht ‘Wetenschappelijke studie laat zien: hoe sterker de wiet, des te groter de kans op psychose’ (ingezonden 21 maart 2019)
1
Heeft u kennisgenomen van het bericht 'Wetenschappelijke studie laat zien: hoe sterker de wiet, des te groter de kans op psychose’? 1)
2
Hoe beoordeelt u de onderzoeksresultaten van de internationale groep onderzoekers die aantonen dat er een link is tussen cannabisgebruik en psychoses door ook de sterkte van de gebruikte cannabis te bekijken?
3
Gaat dit onderzoek volgens u gevolgen hebben voor de wijze waarop zorginstanties om zullen gaan met cannabisgebruik? Welke mogelijkheden zijn er voor zorginstanties om cannabisgebruik bij patiënten te verminderen?
4
Welke gevolgen heeft dit onderzoek voor het preventiebeleid van de regering ten aanzien van cannabisgebruik? Ziet u het nut in van betere voorlichting in de coffeeshops, bijvoorbeeld op verpakkingen van cannabis?
5
Hoe wordt thans in coffeeshops gescreend op mogelijke psychische aandoeningen van klanten? Is bekend of personen om dergelijke redenen geweigerd worden?
6
Kan dit onderzoek gevolgen hebben voor het maximum THC-gehalte dat de cannabis die gekweekt wordt voor de wietexperimenten mag bevatten? Zo ja, welke?
7
Kunt u aangeven hoe de resultaten uit dit onderzoek gevolgen hebben voor de wijze waarop het preventiebeleid bij de wietexperimenten wordt vormgegeven?
8
Heeft het onderzoek mogelijke gevolgen voor het maximum THC-gehalte dat cannabis mag bevatten om nog als softdrugs te worden aangemerkt? Zo nee, waarom niet?
1) Volkskrant, 20 maart 2019; https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/wetenschappelijke-studie-laat-zien-hoe-sterker-de-wiet-des-te-groter-de-kans-op-psychose~b8ddef52/?utm_campaign=shared_earned&utm_medium=social&utm_source=email
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van der Staaij (SGP), ingezonden 21 maart 2019 (vraagnummer 2019Z05553)