De gevolgen van overbelasting van het Nederlands Forensisch Instituut voor strafrechtelijk onderzoeken in ernstige zedenzaken

2019Z04941

Vragen van het lid Buitenweg (GroenLinks) aan de minister van Justitie en Veiligheid over de gevolgen van overbelasting van het Nederlands Forensisch Instituut voor strafrechtelijk onderzoeken in ernstige zedenzaken (ingezonden 13 maart 2019)

1

Klopt het, dat zedenrechercheurs de opdracht hebben gekregen per afdeling niet meer dan vijf zedenkitten per maand in te sturen bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI)?

2

Wat is precies de reden voor deze beperking van de onderzoeksmogelijkheden in zedenzaken? Sinds wanneer is deze beperking van kracht? In hoeveel zedenzaken heeft hierdoor geen NFI-onderzoek plaats kunnen vinden? Zijn er u andere, vergelijkbare beperkingen in de onderzoeksmogelijkheden naar ernstige criminaliteitsvormen bekend? Zo ja, welke?

3

Kunt u aangeven wat precies de gevolgen zijn van deze beperking voor het opsporen, vervolgen en berechten van daders van ernstige zedendelicten? Klopt de veronderstelling dat door deze maximering, daders van seksueel misbruik op vrije voeten blijven? Zo ja, deelt u de mening dat dit volstrekt onaanvaarbaar is? Hoe gaat u ervoor zorgen dat in alle gevallen die zich daartoe lenen, NFI-onderzoek mogelijk is?

Indiener(s)