De (on)toegankelijkheid van de zorg

Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de (on)toegankelijkheid van de zorg (ingezonden 4 maart 2019).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Ombudsman: Maar niet vooruit kunnen komen»?1

Vraag 2

Herkent u de (vaak) besproken signalen van «door de bomen het bos niet meer zien» van kwetsbare cliënten zoals in het artikel beschreven?

Vraag 3

Waar kunnen mensen terecht die niet weten langs welke weg en op welke wijze zij kunnen achterhalen of en zo ja waarop zij recht hebben?

Vraag 4

Welke stappen bent u van plan te nemen om te verzekeren dat bijvoorbeeld minder mondige personen, of mensen wiens financiële situatie niet toelaat hulpmiddelen voor te schieten in afwachting tot vergoeding niet meer tussen wal en schip vallen? Welke rol hebben gemeenten in dezen? En welke rol zorgverzekeraars?

Vraag 5

Heeft u actie ondernomen na eerdere soortgelijke signalen van de Nationale ombudsman over de (on)toegankelijkheid van de juiste zorg voor met name kwetsbare mensen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Wanneer denkt u invulling te hebben gegeven aan de aanbevelingen van de Nationale ombudsman?2

Indiener(s)