Problemen met en leren van pilots aardgasvrije wijken voor de toekomstige wijkaanpak

Vragen van de leden Ronnes en AgnesMulder (beiden CDA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken en Klimaat over problemen met en leren van pilots aardgasvrije wijken voor de toekomstige wijkaanpak (ingezonden 4 maart 2019).

Vraag 1

Kent u het artikel «Nijmeegse pionierbuurt zucht onder isolatie en waterpomp»?1

Vraag 2

Betreft het hier een wijk die verbouwd wordt om de woningen geschikt te maken om geen aardgas meer te gebruiken en de woningen niet langer aan te sluiten op het gasnet?

Vraag 3

Kunt u toelichten wat de in het artikel beschreven verbouwing van de Nijmeegse wijk Meijhorst inhoudt?

Vraag 4

Kunt u aangeven welke problemen voor bewoners, onder andere ten aanzien van isolatie en ventilatie, zich nu in de wijk voordoen? Welke oplossingen worden geboden?

Vraag 5

Is deze wijk onderdeel van de wijkaanpak aardgasvrije wijken? Zo nee, wordt wel de kennis van deze wijk gebruikt voor de wijkaanpak?

Vraag 6

Op welke wijze wordt centraal informatie verzameld over onder andere de keuze voor de aanpak van wijken, waaronder deze wijk in Nijmegen, over de wijze van samenwerking met netbeheerder, over het participatietraject met bewoners, over de keuze voor bepaalde verbouwingen en over mogelijke problemen waartegen wordt aangelopen?

Vraag 7

Welke informatie is tot zover verzameld uit de praktijk bij het verbouwen van wijken om deze geschikt te maken om van het gasnet te halen?

Vraag 8

Kunt u toelichten hoe u deze informatie geanalyseerd wordt en hoe hieruit lessen worden getrokken om de verdere wijkaanpak te verbeteren? Zo ja, welke lessen over de keuze voor wijken, de mogelijkheden van alternatieven, de wijze van communicatie en participatie van bewoners, enz. zijn reeds getrokken?

Vraag 9

Kunt u toelichten hoe zijn deze lessen gedeeld en/of toegankelijk zijn gemaakt voor alle gemeenten, provincies en netbeheerders vooraf aan de keuze van 27 gemeenten voor proeftuinen in september 2018 in het kader van het Programma Aardgasvrije Wijken?

Vraag 10

Kunt u aangeven hoe na de keuze van de 27 proeftuinen kennis en lessen gedeeld zijn met deze 27 gemeenten over de uitvoering van deze projecten?

Vraag 11

Kunt u aangeven wat het Programma Aardgasvrije Wijken inhoudt en op welke wijze de proeftuinen/pilotwijken hier een onderdeel van uitmaken?

Vraag 12

Kunt u inzichtelijk maken welke informatie ten aanzien van communicatie en participatie, kosten en mogelijke problemen en oplossingen van de 27 proeftuinen verzameld wordt en door wie en hoe de voortgang van de projecten gemonitord wordt, zodat het beoogde leereffect maximaal bereikt wordt (Kamerstuk 32 847, nr. 429)?

Vraag 13

Hoe is dit geregeld of afgesproken in het Programma Aardgasvrije Wijken of het Kennis- en Leerprogramma (KLP) aardgasvrije wijken en hoe bent u daarbij betrokken? Kunnen deze afspraken gedeeld worden met de Tweede Kamer?

Vraag 14

Hoe wordt ervoor gezorgd dat deze ingewonnen informatie en mogelijke lessen toegankelijk worden gemaakt voor de keuze en de uitvoering van de volgende proeftuinen waarvoor de uitvraag in 2019 plaatsvindt zodat het beoogde leereffect maximaal wordt bereikt?

Vraag 15

Kunt u toelichten hoe de afspraken over de uitvoering van de proeftuinen eraan bijdragen dat het beoogde leereffect maximaal wordt voor de toekomst?

Vraag 16

Kunt u toelichten hoe geborgd is in het Programma Aardgasvrije Wijken dat er systematisch geleerd wordt voor de toekomstige aanpak?

Vraag 17

Kunt u inzichtelijk maken wat de kosten zijn per vermeden ton CO2 van de 27 proeftuinen/wijken waaraan op 1 oktober 2018 (Kamerstuk 32 847, nr. 429) rijksmiddelen zijn toegekend? Hoeveel gemeentelijke en rijksmiddelen worden geïnvesteerd en hoeveel energiebesparing en daarmee vermeden CO2-emissies leveren de projecten op?

Vraag 18

Kunt u een analyse geven van in hoeverre schaalvoordelen mogelijk zijn mede in het licht van het rapport Klimaatbeleid en de gebouwde omgeving, Mogelijkheden voor het verkleinen van de «Efficiency gap» van het Economisch Instituut voor de Bouw? Over welke kosten hebben we het indien de verwachte kostenreductie wordt bereikt?2

Vraag 19

Welke 27 wijken/proeftuinen zijn gekozen, om hoeveel woningen gaat het per gekozen wijk en wat is de tijdsplanning voor deze projecten?

Vraag 20

Hoe wordt in het Programma Aardgasvrije Wijken gewerkt aan innovatie en kostenreductie?

Vraag 21

Wat wordt bedoeld met missie-gedreven innovatieprogramma’s als genoemd in de beantwoording van de feitelijke vragen over het klimaatakkoord op hoofdlijnen (documentnr. 2018D49890)?

Vraag 22

Welke prototypes en totaalconcepten (als genoemd in de beantwoording van de vragen over het klimaatakkoord op hoofdlijnen, documentnr. 2018D49890) zijn opgenomen in de proeftuinen/wijken?

Vraag 23

Kunt u toelichten wat bedoeld wordt met een renovatieversneller en een startmotor, als genoemd in het ontwerp klimaatakkoord (documentnr. 2018D61684)?

Vraag 24

Kunt u aangeven aan welke criteria regionale warmteplannen en de gemeentelijke transitievisies warmte moeten voldoen?

Vraag 25

Kunt u toelichten welke structurele samenwerking tussen gemeenten, provincies en netbeheerders er is om regionale warmteplannen op te stellen?

Vraag 26

In hoeverre is de staat van het huidige elektriciteitsnet een beperking in de mogelijke oplossingen die gemeenten ontwikkelen voor de toekomstige energievoorziening in de regionale warmteplannen en warmte transitievisies?3

Vraag 27

Indien een opschaling of verandering van het elektriciteitsnet noodzakelijk is, hoe wordt ten aanzien van de regionale warmteplannen en warmte transitievisies samengewerkt met de netbeheerder zodat hiermee rekening gehouden wordt?

Vraag 28

Kunt u toelichten hoe u gemeenten bijstaat bij het opstellen van regionale warmteplannen en de gemeentelijke transitievisies warmte?

Vraag 29

In hoeverre is er structurele samenwerking met netbeheerders ten behoeve van het opstellen van regionale warmteplannen en de gemeentelijke transitievisies warmte?

Vraag 30

Kunt u aangeven welke rol het rekenmodel dat wordt voorbereid door PBL ten behoeve van de Regionale Energiestrategieën?4

Vraag 31

Wordt voor het maken van dit model kennis opgehaald bij bedrijven in de isolatie- en bouwsector?

Vraag 32

Kunt u aangeven hoe er voldoende flexibiliteit gehouden wordt om met de lessen van de huidige pilots aardgasvrije wijken/proeftuinen wijzigingen aan te brengen in regionale warmteplannen en gemeentelijke transitievisies warmte om bij te sturen ten behoeve van kostenefficiëntie en ten behoeve van het betrekken van bewoners?

Vraag 33

Is het wel zinvol om tijdsplanningen in de regionale warmteplannen en transitievisies warmte te maken lopend tot 2050, terwijl we op dit moment pas beginnen en gaan leren? Zo ja, kunt u dat toelichten?

Vraag 34

Wat denkt u dat deze plannen betekenen voor inwoners terwijl deze zeer waarschijnlijk gewijzigd moeten gaan worden?

Vraag 35

Kunt u inzichtelijk maken wat het Nationaal Expertisecentrum Warmte als genoemd in het ontwerpKlimaatakkoord (documentnr. 2018D61684) gaat doen, wat u verantwoordelijkheid zal zijn voor deze onafhankelijke overheidsinstantie?

Indiener(s)