2019Z03822
Vragen van de leden Van Nispen en Beckerman (beiden SP) aan de ministers
voor Rechtsbescherming en van Economische Zaken en Klimaat over de positie
van de civiele rechter bij de mijnbouwschade in Groningen en de toegang tot
het recht. (Ingezonden 26 februari 2019)
1
Heeft u kennisgenomen van het artikel dat onlangs is gepubliceerd in het
Nederlands Juristenblad over het conceptwetsvoorstel waarin
aardbevingsschade geheel weggehaald wordt bij de civiele rechter en de
afhandeling een publiekrechtelijke grondslag krijgt? 1)
2
Wat is uw reactie op de kritiek van Ruth de Bock op het conceptwetsvoorstel
om de afhandeling van aardbevingsschade bij de bestuursrechter te leggen en
de burgerlijk rechter hier geheel buiten spel te zetten? Wat vindt u van
het genoemde bezwaar dat het bestuursprocesrecht op veel gebieden minder
klantvriendelijk is dan het civiele procesrecht, onder andere doordat de
burger niet de mogelijkheid heeft om gedurende de gehele procedure zowel de
grondslag van de vordering als de vordering zelf aan te vullen, te
vermeerderen en nader te onderbouwen met bewijsstukken, wat een grote
impact kan hebben op de behandeling van schadevergoedingsbesluiten?
3
Kunt u de vijf bezwaren die de Bock noemt weerleggen vanuit het perspectief
van de Groningers, met andere woorden voor wie is weghalen bij de civiele
rechter en onder bestuursrecht plaatsen beter? Voor de inwoners van
Groningen?
4
Klopt de breed levende gedachte waar Ruth de Bock over spreekt in het
artikel dat de bestuursrechter lagere schadevergoedingen toekent (‘zuiniger
is’) dan de civiele rechter?
5
Wat vindt u van de centrale stelling van Ruth de Bock dat civiele
rechtspraak feitelijk niet toegankelijk genoeg is, bijvoorbeeld doordat
voor mensen de procedures bij de civiele rechters te duur zijn door te hoge
griffierechten en te hoge advocaatkosten, ze het procederen bij de civiele
rechter te ingewikkeld vinden, men een psychologische drempel ervaart om
naar de rechter te stappen en de mogelijkheid om naar de civiele rechter te
gaan niet zichtbaar genoeg is?
6
Wat vindt u van de oplossing die Ruth de Bock aandraagt om gedupeerden die
het niet eens zijn met de beslissing van het Instituut Mijnbouwschade, de
mogelijkheid te verschaffen naar de civiele rechter te kunnen stappen met
een verzoekschrift om de schade vast te stellen? Wat vindt u verder van de
suggestie om het conceptwetsvoorstel aan te passen zodat de Hoge Raad en
niet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevoegd wordt om
prejudiciële vragen over aardbevingsschade te beantwoorden?
7
Deelt u de mening dat het voor Groningers nu erg moeilijk is om naar de
rechter te gaan? Vindt u ook dat het een ongelijke strijd is om te strijden
tegen "een batterij chique Zuidas-advocaten'? 2) Vindt u ook dat het
makkelijker moet worden voor gedupeerden om hun recht te halen? Zo ja, hoe
gaat u daarvoor zorgen? Zo nee, waarom niet?
8
Deelt u de mening dat het goed zou zijn de civiele rechtspraak
laagdrempeliger te maken? Bent u bereid hiertoe in overleg te treden met de
rechtspraak, mede gelet op de experimenten die op dit moment lopen in
verband met ‘maatschappelijk effectieve rechtspraak’? Zou het geen goed
idee zijn om nu juist in Groningen (al dan niet als pilot) ervoor te zorgen
dat de toegang voor Groningers tot de civiele rechter makkelijker wordt en
zo Groningers die schade hebben geleden vanwege de mijnbouwactiviteiten te
ondersteunen?
9
Hoe is de 200.000 euro die is toegevoegd aan het werkbudget van de
Nationaal Coördinator Groningen (NCG) ingezet ten behoeve van het voeren
van proefprocessen, zoals beschreven in het amendement van de leden Van
Tongeren en Ouwehand in 2016? Wat zijn de resultaten van die inzet? Kan dit
bedrag van 200.000 euro nog worden ingezet om de toegang tot het recht
makkelijker te maken? 3)
10
Wat vindt u van de gedachte van Ruth de Bock dat de civiele rechtspraak
zich in zijn algemeenheid moet openstellen voor vernieuwing om
rechtszoekenden een betere toegang tot het recht te verschaffen?
Wanneer u deze gedachte deelt, hoe gaat u dat bewerkstelligen? Zou het geld uit het amendement van de leden Van Tongeren en Ouwehand ook hiervoor ingezet kunnen worden?
11
Kent u het interview met Groningse hoogleraren op de site van de Tijdelijke
Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG)? 4) Klopt het dat de omgekeerde
bewijslast bij de civiele rechter niet geldt? Klopt het dat Groningers dus
zelf bewijs moeten leveren dat hun schade door de NAM is veroorzaakt? Is
het niet zo dat omgekeerde bewijslast juist was geregeld?
12
Wordt de TCMG, nu bijna twee jaar na de oprichting en voordat de wet
behandeld gaat worden, geëvalueerd? Zo ja, wanneer verwacht u de evaluatie
met de Kamer te kunnen delen? Vindt u het belangrijk dat de ervaringen van
gedupeerden meegenomen worden in de evaluatie en de nieuw te vormen wet?
13
Is u bekend dat arbiters momenteel uitspraken na een zitting soms meerdere
malen aanhouden, waardoor mensen nog langer in de onzekerheid zitten? Kunt
u aangeven waarom dit gebeurt? Wat gaat u eraan doen om dat te stoppen?
1) Nederlands Juristenblad, 11 januari 2019, ‘Mijnbouwschade in Groningen: Waar is de civiele rechter?’, Ruth de Bock.
2) Dagblad van het Noorden, 16 februari 2019, https://www.dvhn.nl/Meningen/Commentaar/Commentaar-Afwezige-rechters-in-het-Groninger-gaswinningsgebied-24183988.html
3) Kamerstuk 34550-XIII, nr. 20.
4) Website Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen, https://www.schadedoormijnbouw.nl/nieuws/groningse-hoogleraren-bestuursrecht