2019Z02665
Vragen van de leden Bisschop en Van der Staaij (beiden SGP) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Buitenlandse Zaken over antwoorden op Kamervragen over foutieve registratie in de Basisregistratie Personen (ingezonden 12 februari 2019)
1
Kent u de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 11 april 2018 over een betwiste vermelding in de basisregistratie personen (BRP)? 1) Om welke reden is het hoger beroep van klager ongegrond verklaard?
2
Op grond van wat voor soort overwegingen is destijds besloten om in artikel
23 van het Besluit BRP een mogelijkheid te bieden om ook niet door
Nederland erkende gebieden op te nemen in de landentabel? Is het niet
logischer om alleen erkende staten op te nemen, omdat het gebruik van de
namen van gebieden het risico in zich heeft dat er een bepaalde
legitimerende werking vanuit gaat?
3
Welke actuele niet-erkende gebieden die geen zelfstandig land vormen zijn
tot op heden opgenomen in landentabel? Betreft dit gebieden die onderdeel
uitmaken van een bepaald wel erkend land? Kan hiervan een overzicht worden
gegeven alsmede van de reden waarom de desbetreffende gebieden zij
opgenomen?
4
In hoeverre doorkruist deze wijziging, waarbij ook gebieden die geen
onderdeel zijn van een door Nederland erkende staat worden opgenomen in de
landentabel, de systematiek van de Landentabel?
5
In hoeverre brengt deze beslissing een de facto erkenning door Nederland
van een Palestijnse staat dichterbij? Waarom wel of niet?
6
Wordt het standpunt dat Nederland niet overgaat tot eenzijdige erkenning van een Palestijnse staat door deze handelwijze niet ondergraven?
1) Zie Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 1490