2019Z02378
Vragen van het lid Özdil (GroenLinks) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de wetenschapsvisie van de minister ‘Nieuwsgierig en betrokken - de waarde van wetenschap’ (ingezonden 7 februari 2019)
1
Waarom kiest u ervoor om in de wetenschapsvisie slechts twee zinnen te
wijden aan de breed aangenomen motie-Özdil om de inbeddingsgarantie zo in
te richten dat de wetenschappelijke vrijheid en onafhankelijkheid van
onderzoekers gewaarborgd blijft, zonder verder enige uitvoering te geven
aan de motie? 1) 2)
2
Heeft u contact opgenomen met betrokken partijen, zoals de Jonge Akademie
of het Promovendi Netwerk Nederland, om uitvoering te geven aan de
voornoemde motie?
3
Deelt u de mening dat uw redenering dat “onderzoekers er (...) altijd voor
kunnen kiezen om hun onderzoek bij een andere instelling te verrichten dan
waar zij op dat moment werkzaam zijn en daar een inbeddingsgarantie
verkrijgen” geen argument is om de voornoemde motie niet uit te voeren,
vanwege het feit dat het aanvragen van een inbeddingsgarantie buiten de
eigen instelling geen reëel alternatief biedt omdat dit onderzoekers noopt
bij een andere instelling net zo goed goedkeuring te vragen?
4
Welke vervolgstappen gaat u nemen om alsnog uitvoering te geven aan de
voornoemde motie?
5
Bent u bereid om er in ieder geval voor te zorgen dat afgegeven
inbeddingsgaranties standaard worden getoetst door een onafhankelijke
partij?
6
Kunt u bovenstaande vragen uiterlijk ruim vóór het eerstvolgende algemeen overleg Wetenschapsbeleid op 7 maart 2019 beantwoorden?
1) Wetenschapsbrief “Nieuwsgierig en betrokken – de waarde van wetenschap”, 28 januari 2019.
2) Kamerstuk 29 338, nr. 169.