Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de vele klachten van een buurt na de komst van een forensisch centrum

Antwoorden op Kamervragen van het lid Van Nispen (SP) aan de minister voor Rechtsbescherming over de vele klachten van een buurt na de komst van een forensisch centrum ( 2019Z17951 )

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht ‘Buurt slaat alarm om forensisch centrum na vele incidenten’? [1] Wat vindt u van de lange lijst van de in het bericht genoemde incidenten in deze buurt sinds het Forensisch Centrum voor Adolescenten, een overgangshuis voor probleemjongeren die in aanraking zijn geweest met de politie of justitie, zich een jaar geleden in deze buurt heeft gevestigd?

Vraag 2

Hoe kan het dat het stadsdeel en de gemeente destijds niet goed op de hoogte waren van de vestiging van dit centrum met deze doelgroep? Hoe is het contact met de buurt verlopen? Klopt het dat de bewoners niet vooraf zijn geïnformeerd en betrokken? Wat vindt u daarvan? Klopt het dat het centrum voor bewoners nog steeds niet of nauwelijks bereikbaar is en er geen noodnummer beschikbaar is voor de buurt?

Vraag 3

Deelt u de mening dat een particuliere instelling die met deze doelgroep werkt ook verantwoordelijkheid moet nemen voor de buurt? Zo ja, hoe wordt daar in deze kwestie invulling aan gegeven?

Vraag 4

Klopt het dat het ministerie van Justitie en Veiligheid de plaatsen bekostigt in deze particuliere instelling die forensisch specialistische zorg biedt aan jongeren? Zo ja, om hoeveel plaatsen en om welke bedragen gaat het? Op welke – strafrechtelijke – titel verblijven de adolescenten aldaar?

Antwoord 1, 2, 3 en 4

Het Forensisch Centrum (FC) is een zorgaanbieder die zich specialiseert in zorg aan jongeren binnen het jeugdstrafrecht. Het FC is een private instelling en niet in beheer van de Dienst Justitiële Inrichtingen van mijn ministerie. Het betreft geen justitiële jeugdinrichting waar de PIJ-maatregel of jeugddetentie ten uitvoering wordt gelegd. Een behandeling in het FC kan wel onderdeel uitmaken van een voorwaardelijke straf of van het re-integratieplan van een jeugdige na jeugddetentie of na een PIJ-maatregel.

Sinds de inwerkingtreding van de Jeugdwet op 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van jeugdhulp die voortvloeit uit een strafrechtelijke beslissing. De gemeente bekostigt de zorg die in de kliniek wordt geleverd als dit in een strafrechtelijke beslissing is opgenomen. Het FC is in de zomer van 2018 op eigen initiatief en zonder afstemming met de gemeente overgegaan tot ontwikkeling van een verblijfslocatie met behandeling voor 4 (eventueel uit te breiden tot 6 of 8) jeugdigen in stadsdeel Noord. Zij huren de locatie van een particuliere verhuurder.

Uw specifieke vragen over de incidenten en contact met de buurt kan ik daarom niet beantwoorden. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de gemeente Amsterdam.

Vraag 5

Hoe kan het dat bewoners zich hebben gewend tot de gemeente, uw ministerie, jeugdhulpverlening en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd maar dat niemand lijkt te weten wat ze met de situatie aan moeten en dat iedereen naar elkaar wijst? Hoe liggen nu precies de verantwoordelijkheden en bevoegdheden? Wie kan ingrijpen als het niet goed gaat of de overlast de spuigaten uitloopt?

Antwoord 5

Ik heb van twee bezorgde bewoners in oktober 2018 een brief ontvangen. Deze brief heb ik beantwoord. Daarbij heb ik de bewoners uitgelegd dat het FC niet in beheer is bij het ministerie van Justitie en Veiligheid en ze voor vragen verwezen naar de gemeente. Verder heb ik de bewoners verwezen naar een buurtbijeenkomst georganiseerd door het stadsdeel Noord. Ik heb geen zicht op uitingen van bewoners richting andere partijen zoals de gemeente.

Uw vragen inzake verantwoordelijkheden, bevoegdheden en wie mogelijk kan ingrijpen licht ik graag toe. Jeugdhulpaanbieders dienen te voldoen aan de algemene eisen in de Jeugdwet. Er zijn geen aanvullende eisen voor jeugdhulp in een strafrechtelijk kader, zoals het FC. In het jeugdstrafrecht geven gecertificeerde instellingen (GI’s), de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), de reclasseringsorganisaties en/of het Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) advies over passende zorg aan de zorgaanbieder. Jeugdigen die in een zorginstelling geplaatst worden zoals het FC, worden daar op strafrechtelijke titel geplaatst. De Jeugdwet bepaalt dat de zorg die als bijzondere voorwaarde is opgenomen in een vonnis van een kinderrechter of in een “Scholings en Trainingsplan” (STP) van een JJI, gefinancierd moet worden door de gemeente, ook wanneer de gemeente geen inkoopafspraken met die zorgaanbieder heeft. De zorgaanbieder moet zich, naast algemeen geldende kwaliteitseisen in de jeugdzorg, net als alle ondernemers houden aan lokale regels, zoals vergunningvereisten. Bij signalen dat de zorg niet in orde is, kan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugdzorg een onderzoek starten en in het uiterste geval een locatie sluiten.

Vraag 6

Klopt het dat het stadsdeel en de gemeente nauwelijks middelen hebben om af te dwingen dat de situatie verbetert? Zo ja, wie dan wel?

Vraag 7

Wat is uw reactie op de kritiek van de bewoners dat het er niet op lijkt dat het forensisch centrum voldoende controle heeft over de bewoners van het pand en dat dit tot gevaarlijke situaties leidt en kan leiden in de nabije toekomst?

Antwoord 6 en 7

Deze vragen kan ik helaas niet beantwoorden, ook hiervoor ligt de verantwoordelijkheid bij de gemeente.


Vraag 8

Welke eisen zijn er door het ministerie, in het kader van de overeenkomst en de inkooprelatie, gesteld aan de veiligheid van de directe woonomgeving, het toezicht op en de behandeling en beveiliging van deze jongeren?

Antwoord:

Zoals eerder vermeld koopt het ministerie van Justitie en Veiligheid geen plekken in bij het FC.

Vraag 9

Welke rol hebben de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid bij particuliere instellingen zoals deze?

Antwoord:

De Inspectie Gezondheid en Jeugd heeft diverse toezichtskaders voor het toezicht op jeugdhulpaanbieders. De Inspectie Justitie en Veiligheid heeft in deze geen wettelijke toezichttaak.

Vraag 10

Wat gaat u doen om er voor te zorgen dat kwetsbare jongeren die in aanraking zijn geweest met justitie de behandeling en begeleiding krijgen die zij nodig hebben, maar dit niet leidt tot onevenredig veel overlast in een woonbuurt zoals nu het geval in Amsterdam-Noord?

Antwoord:

Deze vraag ziet op een verantwoordelijkheid van de gemeente. Ook al betreft het jongeren die in aanraking zijn geweest met justitie, zijn ze als zodanig niet meer in beeld bij justitie en valt de benodigde behandeling en begeleiding onder de jeugdwet.



Indiener(s)