Antwoord op vragen van de leden Ploumen en Kuiken over het bericht dat Jeugdzorg het kabinet verzoekt twee IS-kinderen uit Syrië terug te halen

Hierbij bieden wij, mede namens de minister voor Rechtsbescherming, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ploumen en Kuiken over het bericht dat Jeugdzorg het kabinet verzoekt twee IS-kinderen uit Syrië terug te halen. Deze vragen werden ingezonden op 1 november 2019 met kenmerk 2019Z20976.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Stef Blok

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Ferd Grapperhaus

[Ondertekenaar 3]

[Ondertekenaar 4]


Antwoorden van de ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid, mede namens de minister voor Rechtsbescherming, op vragen van de leden Ploumen en Kuiken (beiden PvdA) over het bericht dat Jeugdzorg het kabinet verzoekt twee IS-kinderen uit Syrië terug te halen.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht ‘Dilemma voor kabinet: jeugdzorg verzoekt terughalen twee IS-kinderen uit Syrië’? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Klopt het dat jeugdzorg u heeft gevraagd om twee IS-kinderen terug te halen uit Syrië? Zo ja, wanneer heeft u dit verzoek ontvangen? En is hier direct en adequaat op gereageerd? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Wanneer heeft u het verzoek van jeugdzorg ontvangen?

Vraag 5

Welke stappen zijn ondernomen sinds het verzoek is ontvangen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord op vraag 2, 4 en 5

De Nederlandse Jeugdbeschermingsorganisatie waar de voorlopige voogdij over twee niet-Nederlandse kinderen in Syrië is toegewezen, heeft op 15 oktober jl. een brief gezonden aan de Nederlandse overheid met een verzoek om bijstand om de kinderen veilig te stellen. De brief is in goede orde ontvangen en het ministerie van Buitenlandse Zaken staat in nauw contact met de Jeugdbeschermingsorganisatie.

Voor het overige geldt dat het kabinet op dit moment geen mededelingen kan doen over de stappen die worden gezet ter uitvoering van dit verzoek.

Vraag 3
Kunt u een toelichting geven over de situatie waarin deze kinderen, een baby en een peuter, zich momenteel bevinden?

Antwoord

Nederland is niet diplomatiek vertegenwoordigd in Noordoost-Syrië en er is daardoor zeer beperkt tot geen zicht op deze kinderen. Het is het kabinet bekend dat de humanitaire en veiligheidssituatie in het kamp Al Roj – waar de kinderen zich zouden bevinden – slecht is en onderhevig aan de sterk veranderlijke verhoudingen in de regio.

Vraag 6

Zijn er inmiddels acties ondernomen om de desbetreffende kinderen terug naar Nederland te halen? Zo ja, welke stappen zijn ondernomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Zoals u weet wordt terughoudend omgegaan met het doen van mededelingen over individuele casuïstiek. Dat geldt ook in dit geval.

Vraag 7

Wie is er op dit moment verantwoordelijk voor het welzijn van deze kinderen? Kan Bureau Jeugdzorg uitvoering geven aan de rechterlijke uitspraak zolang de kinderen zich nog in een kamp in Syrië bevinden?

Antwoord

De eerste verantwoordelijkheid voor de kinderen ligt bij eventuele natuurlijke gezagsdragers, daarna is er een verantwoordelijkheid voor lokale autoriteiten van het land waar de kinderen zich bevinden. In deze casus ligt de feitelijke zorg bij degene die nu de kinderen verzorgt en heeft een Nederlandse rechter, gezien het mogelijke gezagsvacuüm waarin de kinderen zitten, tevens een verantwoordelijkheid gelegd bij een Nederlandse voogd.

Vraag 8

Op welke termijn verwacht u dat deze twee kinderen in Nederland zullen zijn en de rechterlijke uitspraak van begin september kan worden uitgevoerd?

Antwoord

Er wordt zorgvuldig gekeken naar het verzoek van de Jeugdbeschermingsorganisatie. Over de stappen die in dat verband worden gezet kan ik in het openbaar geen mededelingen doen.

Vraag 9

In hoeverre verschillen deze twee kinderen van de twee wezen die in juni dit jaar met hulp van Frankrijk zijn opgehaald?

Antwoord

Op basis van de beschikbare informatie zijn deze twee kinderen, anders dan de twee door Frankrijk opgehaalde kinderen, niet Nederlands en is hun (biologische) vader nog in leven.

Vraag 10

Verwacht u dat op korte termijn meer kinderen door de kinderrechter onder toezicht zullen worden gesteld van jeugdzorg, omdat hun belangen in de Syrische kampen ernstig worden bedreigd? Welke criteria worden daarbij gehanteerd? En zullen deze kinderen, net als de kinderen die in juni met hulp van Frankrijk zijn opgehaald, naar Nederland worden gehaald? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

Ik kan hier niet op vooruitlopen. In de twee gevallen die nu bekend zijn heeft de rechter de voorlopige voogdij toegewezen aan een Nederlandse Jeugdbeschermingsorganisatie. Indien er meerdere zaken zouden volgen, zal telkens bezien moeten worden of en hoe hierin gehandeld kan worden.

Vraag 11

Hoeveel Nederlandse kinderen verblijven momenteel in de verschillende kampen in Syrië? Kunt u een toelichting geven over hun gezondheidssituatie?

Antwoord

Uit cijfers van de AIVD blijkt dat er circa 55 volwassenen in opvang- en detentiekampen in Noordoost-Syrië verblijven en circa 95 kinderen ‘met een Nederlandse link’.1 Deze kinderen hebben een of twee ouders met de Nederlandse nationaliteit of ouders die langere tijd in Nederland hebben gewoond. Dat betekent dat niet alle kinderen ‘met een Nederlandse link’ ook de Nederlandse nationaliteit hebben.

Zoals ook gesteld in het antwoord op Kamervragen van 6 november (referentie 2019Z19778) is Nederland niet diplomatiek vertegenwoordigd in Noordoost-Syrië en is er daardoor zeer beperkt tot geen zicht op de kinderen met een Nederlandse link die in de opvangkampen in Noordoost-Syrië verblijven. Het is daarom niet mogelijk informatie te geven over de gezondheidssituatie van deze kinderen.

1) 'Dilemma voor kabinet: jeugdzorg vraagt om terughalen twee IS-kinderen uit Syrië, RTL.nl, 31 oktober 2019 (https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/artikel/4904531/kinderen-ophalen-isis-syrie-kabinet-overwegen-grapperhaus-blok).