Geachte voorzitter,
Hierbij beantwoord ik de Kamervragen die het lid Dijkstra (VVD) 7 november 2019 heeft gesteld naar aanleiding van het bericht [1] van De Gelderlander “Sint Hubert klimt massaal in de pen om te pleiten voor vrachtwagenheffing” en het bericht[2] van Brabants Dagblad “vrachtwagenheffing op N264 blijft mogelijk als sluipverkeer toeneemt”.
Vraag 1
Bent u bekend met de vele bezwaren van inwoners van het dorp Sint Hubert
die een toename van het aantal vrachtwagens vrezen op hun N264 als de
vrachtwagenheffing wordt ingevoerd op de provinciale wegen Cuijk-Grave en
Oss-Grave?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waarom is de vrachtwagenheffing niet van toepassing op de N264? Is
uitwijkgedrag of sluipverkeer van andere wegen naar de N264 te verwachten?
Antwoord 2
De vrachtwagenheffing wordt ingevoerd op autosnelwegen en op de wegen
waarop naar verwachting substantiële uitwijk plaats zou vinden, als gevolg
van een heffing op autosnelwegen. Op de N264 wordt aan de hand van
modelstudies en expert judgement geen uitwijkend vrachtverkeer van
substantiële omvang verwacht. Daarom wordt op deze weg geen
vrachtwagenheffing ingevoerd.
Vraag 3
Wat zijn de criteria om een vrachtwagenheffing in te voeren op een bepaalde
weg? Bij hoeveel vrachtverkeer? Hoe komen leefbaarheid en
verkeersveiligheid terug in de keuzes?
Antwoord 3
Het uitgangspunt is dat de vrachtwagenheffing wordt geheven op alle
autosnelwegen en op de wegen waarop naar verwachting substantiële uitwijk
plaats zou vinden, als gevolg van een heffing op de autosnelwegen. Op basis
van modelstudies is in beeld gebracht hoeveel uitwijk naar het onderliggend
wegennet zal plaatsvinden. In het gesprek met de regio is een toename van
200 vrachtauto’s per rijrichting per dag gehanteerd als startpunt van de
analyse. De modelstudies zijn afgezet tegen de uitkomsten van overleg met
de wegbeheerders en met vertegenwoordigers van de vervoerssector. Zo is per
provincie een aantal bijeenkomsten gehouden waarin regionale kennis over
het wegennet en de omgeving is opgehaald om te bepalen op welke wegen
buiten de autosnelwegen uitwijk aan de orde zou kunnen zijn, of de
modelinschattingen plausibel zijn en of er andere redenen zijn om wegen
juist wel of niet op te nemen in het heffingsnetwerk.
Ook kunnen bijzondere omstandigheden maken dat een wegvak niet of juist wel moet worden toegevoegd aan het heffingsnetwerk. Zo speelt in het kader van verkeersveiligheid de wegindeling een rol, en is van belang of een weg door of nabij een woonwijk loopt. Dit heeft geleid tot het voorgestelde heffingsnetwerk dat op 26 juni 2019 bij het conceptwetsvoorstel aan uw Kamer is aangeboden.
Vraag 4
Hoe snel kan een aanpassing plaatsvinden en een weg worden toegevoegd aan
het netwerk van tolwegen, als blijkt dat toch sluipverkeer ontstaat en de
belangen van een gebied of dorp teveel geraakt worden door een toename van
vrachtverkeer?
Antwoord 4
Het wetsvoorstel vrachtwagenheffing is op dit moment nog in voorbereiding.
In het conceptwetsvoorstel is een regeling opgenomen waarmee in
spoedeisende gevallen snel een weg toegevoegd kan worden; zie artikel 29
van de consultatieversie[3]
van het wetsvoorstel vrachtwagenheffing. Vanaf het moment dat Rijk en regio
constateren dat er een spoedeisend probleem is en het toevoegen van een weg
de gewenste oplossing is, kan dit binnen enkele dagen worden geregeld.
Vervolgens zal de wijziging van het wegennet technisch doorgevoerd moeten
worden in de systemen. Ik streef ernaar dit in een zo kort mogelijke
periode te doen. In het buitenland wordt hiervoor een termijn van twee tot
drie maanden gehanteerd.
Vraag 5
Hoe zit het met omliggende wegen als de N279, de N324 en de N321? Kunt u
een kaartje geven waar de heffing van toepassing zal zijn en waar niet?
Antwoord 5
Voor de N279 geldt dat het deel tussen A50 aansluiting Veghel en A67
aansluiting Asten is opgenomen in het heffingsnetwerk.
Voor de N324 geldt dat het deel tussen A59 aansluiting Oss-Oost en N321 Grave is opgenomen in het heffingsnetwerk.
Van de N321 is het gedeelte tussen de A73 aansluiting Cuijk en N324 Grave
opgenomen in de vrachtwagenheffing.
Een kaartje van het heffingsnetwerk is bijgevoegd in het
conceptwetsvoorstel dat ik op 26 juni 2019 met uw Kamer heb gedeeld. Het
kaartje van het voorgestelde heffingsnetwerk kunt u vinden op pagina 32 van
het conceptwetsvoorstel.
Vraag 6
Welke coördinatie vindt er plaats tussen de wegbeheerder, in casus de
provincie Noord-Brabant en het Rijk als het gaat om de tolheffing?
Antwoord 6
In het voorjaar heb ik veelvuldig gesproken en overleg gevoerd met de
wegbeheerders en met vertegenwoordigers van de vervoerssector. Zo is per
provincie een aantal bijeenkomsten gehouden en is regionale kennis
opgehaald van het wegennet waarop de heffing zou kunnen gaan gelden.
Momenteel ben ik in gesprek met de regionale wegbeheerders over de
monitoring en evaluatie van het verkeer. Het doel is te komen tot afspraken
over de wijze waarop onverwachte uitwijk ten gevolge van de
vrachtwagenheffing in beeld wordt gebracht en hoe daarop geacteerd kan
worden.
Vraag 7
Zijn er andere dorpen of gemeenten in andere provincies bekend waar
bewoners zich zorgen maken over de verkeersveiligheid of een toename van de
drukte door vrachtverkeer? Zo ja, welke zijn u bekend? Welke partijen
hebben zich gemeld in de consultatie? Welke wijzigingen aan de hand van de
inbrengen hebben er plaatsgevonden? Hoe worden mensen op de hoogte gebracht
van hoe er met hun inbreng wordt omgegaan?
Antwoord 7
Ja. Er zijn door bewoners uit verschillende delen van het land zorgen geuit
over ongewenste effecten van uitwijkend vrachtverkeer. Ik geef hiervan een
aantal voorbeelden: vanuit Friesland heeft een inwoner uit Oldeholtpade
zorgen geuit. Vanuit Overijssel geldt dit voor Nieuwleusen. Voor Gelderland
geldt dit voor Ede. Voor Limburg zijn zorgen geuit voor de regio Venlo en
Horst aan de Maas. Vanuit Noord-Brabant zijn zorgen uitgesproken door
inwoners van Prinsenbeek en Eindhoven. Vanuit Noord-Holland zijn zorgen in
en om Amsterdam geuit. In Zuid-Holland heeft een inwoner uit Noordwijk
zorgen geuit en in Utrecht geldt dit voor Baarn en Soest.
Partijen die zich hebben gemeld in de consultatie zijn bewoners, overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Welke wijzigingen in het wetsvoorstel gaan plaatsvinden zal ik aangeven in een verslag dat ik medio 2020 met het wetsvoorstel aan uw Kamer zal aanbieden. In dit verslag wordt aangegeven wat met de inbreng naar aanleiding van de internetconsultatie is gedaan en hoe dit is verwerkt in het wetsvoorstel vrachtwagenheffing.
Diegenen die een reactie hebben ingediend op het conceptwetsvoorstel krijgen bericht zodra ik het wetsvoorstel met het verslag aan uw Kamer heb verzonden.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,
drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
[1] De Gelderlander, 23 augustus 2019, https://www.gelderlander.nl/mill-en-st-hubert/sint-hubert-klimt-massaal-in-de-pen-om-te-pleiten-voor-vrachtwagenheffing-op-n264~a6a05b9d/?referrer
[2] Brabants Dagblad, 25 september 2019, https://www.bd.nl/uden-veghel-e-o/vrachtwagenheffing-op-n264-blijft-mogelijk-als-sluipverkeer-toeneemt~a6f54dbd/
[3] Conceptwetsvoorstel vrachtwagenheffing voor internetconsultatie, Kamerstukken II 2018/19, 31305, nr. 293