Antwoord op vragen van de leden Aukje de Vries en Remco Dijkstra over het artikel ‘MSC Zoe: nog 2 containers en een regeling te gaan’


Geachte voorzitter,

Op 15 november 2019 ontving ik vragen van de leden Aukje de Vries en Remco Dijkstra (VVD) over het artikel ‘MSC Zoe: nog 2 containers en een regeling te gaan’. Hierbij ontvangt u de beantwoording van deze vragen.

Vraag 1

Kent u het bericht 'MSC Zoe: nog 2 containers en een regeling te gaan'? [1] Wat vindt u van het bericht?

Antwoord 1

Ja.

Het bericht bevat een correcte weergave van enkele relevante feiten over de bergingsoperatie. Voor een volledig overzicht van de stand van zaken omtrent de berging verwijs ik naar mijn brief van 27 november 2019 aan uw Kamer.

Vraag 2

Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de afhandeling en uitkering van de schadevergoeding door MSC Zoë?

Antwoord 2

Het totaal aan namens overheden en terreinbeherende natuurorganisaties ingediende claims bedraagt thans €2,86 mln. Hiervan is inmiddels €0,93 mln door MSC vergoed. Het totaal aan openstaande claims bedraagt nu nog €1,93 mln. Dit bestaat uit €1,5 mln van de vier rijkspartijen en €0,43 mln van overige partijen. Van laatst genoemd bedrag komt ca. €0,11 mln van de vijf Waddeneilandgemeenten.

Op 9 september jl. heeft MSC aangeboden om op korte termijn een deel van de resterende claims te betalen en die van de Waddeneilandgemeenten versneld deels te voldoen. MSC stelde als voorwaarde voor een versnelde betaling een finale vrijwaring voor nieuwe claims. De Waddeneilandgemeenten hebben het aanbod en de voorwaarde van MSC afgewezen. Om te voorkomen dat de Waddeneilandgemeenten nu nog langer op hun geld moeten wachten heb ik aangeboden het door de Waddeneilandgemeenten geclaimde bedrag van ca. €0,11 mln voor te schieten. Dit bedrag wordt onverkort bij MSC, die verantwoordelijk is voor de schade, geclaimd. De gesprekken met MSC over de afwikkeling van alle claims worden voortgezet.

Vraag 3

Kunt u aangeven hoe het contact met de rederij en de verzekeraar van de rederij verloopt?

Antwoord 3

Er is periodiek overleg tussen de vice-president van MSC en Rijkswaterstaat. Op 9 september jl. heeft het laatste overleg op dit niveau plaatsgevonden. Tussentijds verloopt het contact tussen Rijkswaterstaat en de reder en verzekeraar via advocaten. Rijkswaterstaat wordt bijgestaan door het kantoor van de Landsadvocaat.

Vraag 4

Kunt u aangeven waarom de volledige opruimkosten nog maar slechts deels zijn vergoed door de rederij en waarom de afhandeling zo oneindig lang duurt?

Antwoord 4

Naast de schadeclaims genoemd in het antwoord op vraag 2 is MSC door mij ook aansprakelijk gesteld voor de kosten van mogelijke toekomstige berging van lading op zee en land, vergoeding van de kosten van de pilot Hot Spot Net Catching, de toegenomen kosten van het Fishing for Litter programma en de ecologische gevolgen van de containerramp op de lange termijn. Het kost tijd om op al deze onderdelen met MSC tot overeenstemming te komen.

Vraag 5

Wat vindt u van het feit dat direct gemaakte opruimkosten nog maar slechts deels vergoed zijn door rederij MSC, 11 maanden na het verliezen van de 342 containers? Hoe moet dit gezien worden tot eerdere uitspraken die u deed in de brief van 10 juli 2019, waarbij u blijft inzetten op snelheid? [2]

Antwoord 5

In de brief van 10 juli geef ik aan snelheid te willen, maar ook een ordentelijke afhandeling. Zie het antwoord op vraag 4.

Vraag 6

Wanneer kan de afhandeling van de schade door de rederij naar tevredenheid eindelijk opgelost worden (want het geduld begint behoorlijk op te raken)? Kan dit uiterlijk eind 2019 zijn afgehandeld c.q. kan het geld dan uiterlijk zijn overgemaakt?

Antwoord 6

In mijn antwoord op vraag 4 geef ik aan dat ik met de reder en verzekeraar in gesprek ben over veel meer onderwerpen dan alleen de schadeclaims. Ik denk dat hier nog enige tijd voor nodig is en wil mij niet vastleggen op een einddatum.

Vraag 7

Hoelang wacht u nog totdat er stevigere juridische instrumenten worden ingezet? Hoe moet dit gezien worden tot eerdere uitspraken die u deed in de antwoorden op de vragen van de leden Aukje de Vries en Remco Dijkstra over het bericht 'Natuurorganisaties willen weten: waar blijft de schadevergoeding voor de aangespoelde containers (d.d. 2 oktober 2019), waarbij u inzet op juridische middelen indien de minnelijke overeenstemming niet mogelijk is?[3]

Antwoord 7

Mijn geduld om tot een minnelijke schikking te komen is niet oneindig maar op dit moment heb ik nog geen indicatie dat we er met de reder/verzekeraar niet zullen uitkomen. De inzet van juridische instrumenten acht ik daarom op dit moment nog niet lonend. Ik monitor dit voortdurend.

Vraag 8

Welke juridische instrumenten kan en/of gaat u inzetten? Wanneer gaat u deze inzetten?

Antwoord 8

Als er met MSC geen overeenstemming zou worden bereikt dan zou de volgende stap kunnen zijn om de rechter te vragen om MSC tot betaling van de toegebrachte schade te veroordelen maar dat is vooralsnog niet aan de orde.

Zie verder het antwoord op vraag 7.

Vraag 9

Bent u het eens dat de schade-afhandeling nu eindelijk eens snel moet worden afgerond en juridische middelen op korte termijn moeten worden ingezet indien afhandeling niet snel plaatsvindt?

Antwoord 9

Ik ben het met u eens dat een spoedige afhandeling van de schadeclaims de voorkeur heeft. Ik zie vooralsnog onvoldoende aanleiding om op korte termijn juridische instrumenten in te zetten. Ik verwijs naar het antwoord op de vragen 7 en 8.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,


drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga



[1] Leeuwarder Courant, 13 november 2019, 'MSC Zoe: nog twee containers en een regeling te gaan'

(https://www.lc.nl/friesland/MSC-Zoe-nog-2-containers-en-een-regeling-te-gaan-25017889.html)

[2] Kamerstuk 29684, nr 184

[3] Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019-2020, nr. 190