Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van de leden Sienot (D66) en
Van der Lee (GroenLinks) over het voornemen van de Clauscentrale om stroom te gaan leveren aan België (kenmerk 2019Z21423, ingezonden op 7 november 2019).
Eric Wiebes
Minister van Economische Zaken en Klimaat
2019Z21423
1
Bent u bekend met het bericht ‘Nederland verontwaardigd: ‘onze’
Clauscentrale wil stroom gaan leveren aan België’?
Antwoord
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
2
Deelt u de mening dat het deel uitmaken van een Europees energiesysteem
vele voordelen biedt, maar de levering van stroom van deze Clauscentrale
aan het Belgisch stroomnet onze leveringszekerheid in gevaar kan brengen en
tot ongewenste hogere CO2-uitstoot voor Nederland zal leiden?
Antwoord
Ik deel die mening. Het feit dat landen elektriciteit kunnen importeren en
exporteren maakt de elektriciteitsmarkt efficiënter en het brengt
kostenvoordelen met zich mee voor de afnemers van elektriciteit.
In de geïntegreerde Europese elektriciteitsmarkt staat het de exploitant
van de Clauscentrale dan ook vrij om elektriciteit te leveren aan het
Belgische elektriciteitsnet. Ik ben echter van mening dat de levering van
stroom aan het Belgische elektriciteitsnet dient plaats te vinden via de
Nederlands-Belgische interconnectiecapaciteit en niet via een voorgenomen
rechtstreekse aansluiting op het Belgische net met inbegrip van
ontkoppeling van het Nederlandse elektriciteitsnet. Conform artikel 16 van
EU-verordening 2019/943 (hierna ‘de elektriciteitsmarktverordening’) zijn
lidstaten ook gehouden om een toenemend volume van de
interconnectiecapaciteit in de komende jaren voor marktdeelnemers
beschikbaar te stellen.
Met de samenloop van de sluiting van kolencentrales en de ontwikkelingen
rondom het klimaatakkoord, waarin het belang van leveringszekerheid met
name na 2025 en ook de behoefte aan regelbaar vermogen sterk benadrukt
wordt zijn gascentrales richting 2030 ook voor Nederland van groot belang.
Het is lastig aan te geven wat het netto-effect op de CO2
-uitstoot in Nederland is en of dit effect positief of negatief is. In een
situatie van ontkoppeling van het Nederlandse elektriciteitsnet voedt de
Clauscentrale primair in op de Belgische elektriciteitsmarkt en wordt de CO 2-uitstoot aan Nederland toegerekend (zie verdere toelichting in
de beantwoording van vraag 6). Het exacte effect hiervan is op voorhand
echter niet te bepalen ten opzichte van de (reguliere) situatie waarin de
Clauscentrale de Belgische markt indirect belevert via de
Belgisch-Nederlandse interconnector en de CO2-uitstoot, net als
bij andere centrales die primair invoeden op het Nederlandse net, voor het
producerende land worden meegeteld. Hiernaast is het CO2-effect
afhankelijk van de (soort) productie-eenheden die de Clauscentrale binnen
Nederland en/of ook in omringende landen vervangt.
3
Deelt u de mening dat meer export van elektriciteit, opgewekt uit fossiele
grondstoffen, ook het risico verhoogt dat Nederland haar klimaatdoelen niet
haalt?
Antwoord
In de Klimaat en Energieverkenning 2019 spreekt het Planbureau voor de
Leefomgeving de verwachting uit de CO2-emissies in de
elektriciteitssector tussen 2020 en 2030 naar verwachting sterk zullen
dalen vanwege de toename aan duurzame energie. Wanneer er sprake is van een
toename van export naar omringende landen die ingevuld wordt door de inzet
van fossiel opgewekte elektriciteit kan dat gevolgen hebben voor de
Nederlandse broeikasgasemissies.
Zoals aangegeven bij de beantwoording van vraag 2 is de netto CO 2-uitstoot afhankelijk van de (soort) productie-eenheden die op
een bepaald moment draaien en of die in Nederland of in omringende landen
draaien.
4
Heeft u reeds gesprekken gevoerd met de RWE over het leveren van stroom uit
de Clauscentrale aan het Belgische stroomnet? Zo ja, wat was daarbij uw
inzet, met het oog op zowel leveringszekerheid als het realiseren van
klimaatdoelen?
Antwoord
Ja, ik heb hierover gesprekken gevoerd met RWE. Ik heb in die gesprekken
aangegeven dat de levering van stroom aan het Belgische elektriciteitsnet
dient plaats te vinden via de Nederlands-Belgische interconnectiecapaciteit
en niet via de voorgenomen rechtstreekse aansluiting op het Belgisch net
met inbegrip van ontkoppeling van het Nederlandse elektriciteitsnet. Deze
boodschap heb ik tevens overgedragen aan mijn Belgische ambtsgenoot.
5
Welke andere interventies, naast het aangaan van een dialoog, staan u
binnen vigerende wet- en regelgeving ter beschikking om te zorgen dat de
leveringszekerheid niet in gevaar komt of klimaatdoelen nog verder buiten
beeld raken?
6
Kunt u toezeggen, als u in overleg met uw Belgische collega’s er niet in
slaagt om de export te voorkomen of sterk aan banden te leggen, dat de
bijbehorende CO2-uitstoot op het conto van België wordt
geschreven en niet van Nederland? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5 en 6
Dit kan ik op dit moment niet toezeggen. De Clauscentrale valt onder het
Europees systeem voor emissiehandel (ETS). De emissies worden berekend
volgens de voorschriften van het Intergovernmental Panel on Climate Change
(IPCC), het Kyotoprotocol. De puntbron is daarbij leidend. Een puntbron is
een emissiebron die op locatie wordt gemeten of berekend. De Clauscentrale
is zo’n puntbron. Hieruit volgt dus dat de CO2-uitstoot
onlosmakelijk verbonden is met de geografische ligging van de
broeikgasgasinstallatie van het producerende bedrijf.
7
Op welke wijze organiseert het kabinet de capaciteitsmechanismen voor
Nederland? Kunnen situaties zoals met de Clauscentrale voorkomen worden?
Antwoord
Nederland gaat van het principe van marktwerking uit en dat er daarbij in
geval van elektriciteitsschaarste investeringsprikkels in
productiecapaciteit ontstaan om in de elektriciteitsvraag te voorzien. Het
kabinet organiseert voor Nederland op dit moment geen capaciteitsmechanisme
en werkt momenteel aan een bredere visie over de marktordening van de
energietransitie die in 2020 gereed moet zijn.
Conform de Europese elektriciteitsmarktverordening zijn
capaciteitsmechanismen overigens niet de norm. Capaciteitsmechanismen mogen
alleen worden ingevoerd indien een lidstaat aantoont dat de
leveringszekerheid niet kan worden gewaarborgd door een beter laten
functioneren van de markt of bijvoorbeeld door de aanleg van een
strategische reserve. Bovendien keurt de Europese Commissie conform de
elektriciteitsmarktverordening een capaciteitsmechanisme voor maximaal 10
jaar goed.
Conform de elektriciteitsmarktverordening dienen lidstaten de
grensoverschrijdende deelname van capaciteit die zich op hun grondgebied
bevindt aan buitenlandse capaciteitsmechanismen niet te beletten.
Nederland is echter van mening dat de door RWE voorgenomen ontkoppeling van
het Nederlandse elektriciteitsnet om gebruik te maken van het Belgische
capaciteitsmechanisme niet past bij de parallelle verplichting in de
elektriciteitsmarktverordening om een toenemend volume van de
interconnectiecapaciteit in de komende jaren voor marktdeelnemers
beschikbaar te stellen. Ik ben hierover in gesprek met België met als
uitgangspunt om tot een constructieve oplossing te komen.
Mijn beeld is dat de elektriciteitsmarkt er voldoende op is toegerust om deze flexibiliteit tot stand te laten komen, hoewel het belangrijk is om de ontwikkeling van flexibiliteit, waaronder regelbaar vermogen, goed te blijven monitoren zowel op nationaal als op Europees niveau.