Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Financiën, en de Staatssecretarissen van Economische Zaken en Klimaat en Justitie en Veiligheid, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Groothuizen, Den Boer en Verhoeven over paspoorthandel op Malta. Deze vragen werden ingezonden op 2 oktober 2019 met kenmerk 2019Z18606.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
|
[Ondertekenaar 3] |
[Ondertekenaar 4] |
Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Financiën, en de Staatssecretarissen van Economische Zaken en Klimaat en Justitie en Veiligheid, op vragen van de leden Groothuizen, Den Boer en Verhoeven (D66) over paspoorthandel op Malta
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten ‘Paspoorthandel: schatrijke buitenlanders
kopen staatsburgerschap op Malta 1)’, ‘Wat is de rol van deze Nederlandse
hoogleraar bij omstreden paspoorthandel?’ 2) en ‘Onderzoek naar Groningse
hoogleraar vanwege paspoorthandel Malta’? 3)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Hoeveel paspoorten en visa heeft Malta in de afgelopen vijf jaar verkocht?
Antwoord
Volgens het rapport van de Office of the Regulator on the Individual
Investor Programme (ORiip)1 d.d. november 2018, zijn er tot 1
juli 2018 961 paspoorten afgegeven.
Vraag 3
Welke nationaliteiten hebben de personen die deze paspoorten en visa hebben
gekocht?
Antwoord
Volgens hetzelfde Oriip-rapport is er voor wat betreft paspoortafgifte over
de periode 1 juli 2015 tot 1 juli 2018 een geografische verdeling bekend:
266 uit Europa, 70 uit Azië, 67 uit de Golfregio, 36 uit Afrika, 20 uit
Noord Amerika, 16 uit het Midden Oosten, 4 uit Zuid Amerika, 3 uit het
Caribisch gebied en 1 uit Oceanië. In de eerste editie van het rapport
(2014) en de tweede editie (2015) is de geografische verdeling voor wat
betreft aanmeldingen wel bijgehouden maar niet de afgifte.
Vraag 4
Is het mogelijk dat Malta paspoorten verkoopt aan mensen die (elders) in de
EU worden verdacht van of zijn veroordeeld voor ernstige strafbare feiten,
zoals witwassen of corruptie? Zo ja, hoe beoordeelt u dat? Zo nee, hoe kunt
u dat garanderen?
Antwoord
De Maltese overheid geeft aan dat zij bij de aanvraag voor een Maltees
paspoort een uitgebreide due dilligence toets uitvoert, onder meer
bestaande uit het checken van Interpol en Europol en voor niet-EU burgers
de standaard Schengentoetsing (check op onder meer EURODAC) en een toets of
het politically exposed persons betreft dan wel of zij op een
internationale sanctielijst voorkomen. Daarnaast wordt aanvullend onderzoek
gedaan in het land van herkomst naar de achtergronden van de betreffende
investeerder en gezinsleden, wat kan bestaan uit interviews met personen
die de betrokkenen kennen.
Een dergelijke uitgebreide toets is helaas nooit een garantie dat er geen paspoort wordt verkocht aan de in de vraag genoemde personen.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de verkoop van paspoorten door de overheid van Malta,
waarbij iemand zich voor 900.000 euro kan laten naturaliseren tot Maltees,
waarmee iemand indirect ook het EU-burgerschap kan kopen?
Antwoord
Het kabinet acht het zogenoemd verkopen van paspoorten, waardoor een
derdelander ook het EU-burgerschap kan verkrijgen, een onwenselijke wijze
van naturalisatie. Evenwel bepaalt elke staat zelf, op grond van
internationaal recht en met inachtneming van de daarin gegeven beperkingen,
op basis van zijn eigen wetgeving wie zijn onderdanen zijn. Deze nationale
wetgeving wordt door andere Staten geaccepteerd voor zover zij overeenstemt
met internationaal recht. Het is aan het land om vast te stellen of aan
nationale (wettelijke) voorwaarden voor verstrekking van een paspoort is
voldaan.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de mogelijkheid om paspoorten te kopen criminaliteit
in de hand kan werken en een halt toegeroepen zou moeten worden? Deelt u
voorts de mening dat het überhaupt niet mogelijk zou moeten zijn om het
Europese burgerschap te kunnen kopen? Wat gaat u doen om deze problematiek
aan te kaarten bij uw Europese, en in het bijzonder uw Maltese collega’s?
Antwoord
De mogelijkheid om een paspoort te verkrijgen op basis van een investering
kan criminaliteit in de hand werken indien er geen goede toets is op
openbare orde.
Met betrekking tot de tweede vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 5.
Met betrekking tot de derde vraag wijs ik erop dat de bezorgdheid om regelingen, op basis waarvan paspoorten kunnen worden afgegeven aan buitenlandse investeerders, breder leeft binnen de EU. Zo heeft de Europese Commissie naar aanleiding van haar rapport over Investor Citizenship and Residence Schemes2 van 23 januari jl. aangegeven dat zij de genoemde regelingen zal monitoren. Bovendien heeft zij een expertgroep in het leven geroepen die de risico’s van deze regelingen nader onderzoekt. Naar aanleiding daarvan bereidt de Commissie een gezamenlijke set van veiligheidschecks voor om risico’s op het gebied van veiligheid, witwassen en corruptie tegen te gaan. Op basis van de uitkomst van dit initiatief van de Commissie wil het Kabinet de dialoog – bij voorkeur op EU-niveau - over genoemde regelingen aangaan.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het verkrijgen van een EU-paspoort een logische
vervolgstap kan zijn in het wegsluizen van grote sommen geld en
vermogensbestanddelen, en daarmee in feite een schakel in corruptie en
witwassen is, omdat het na het veiligstellen van vermogen logisch is dat
mensen ongestoord van hun vermogen willen kunnen genieten? Zo ja, is hier
dan geen sprake van het mogelijk faciliteren van corruptie en witwassen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord
Ik kan niet uitsluiten dat er gevallen zijn waarin het verkrijgen van een
EU-paspoort een schakel vormt in een groter corruptie- en witwasplan. Of
dit feitelijk het geval is en of er daarbij sprake is van het faciliteren
van corruptie en witwassen, vergt per geval een beoordeling. Zoals gemeld
in de beantwoording van vraag 4) heeft Malta aangegeven een uitgebreide due
dilligence toets uit te voeren bij de aanvraag van een paspoort.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het indirect kunnen kopen van het EU-burgerschap de
veiligheid en integriteit van het vrije verkeer van personen in de Europese
Unie kan ondermijnen? Zo ja, wat gaat u daaraan doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Vanuit het oogpunt van veiligheid en integriteit is het zorgelijk wanneer
het kopen van het EU-burgerschap de uitwerking heeft zoals die recent werd
geschetst in de uitzending van Nieuwsuur.
In het antwoord op vraag zes is aangegeven dat op EU-niveau dit risico ook wordt onderkend en dat Nederland bij voorkeur in EU-verband de dialoog over dit soort regelingen wil aangaan.
Vraag 9
In hoeverre is bekend of de personen die een paspoort of visum hebben
gekocht in Malta, daar ook verblijven of anderzijds een link hebben met
Malta? Indien deze personen niet in Malta verblijven maar daar wel een
woonadres hebben, hoe beoordeelt u dat en welke risico’s ziet u daarbij?
Antwoord
Het is mij niet bekend of genoemde personen die de Maltese nationaliteit
hebben verkregen ook daadwerkelijk in Malta wonen. Het hebben verkregen van
een nationaliteit brengt geen verplichting met zich mee om in het
desbetreffende land te verblijven. Zo zijn er ook personen met een
Nederlands paspoort die zelden of nooit in Nederland verblijven.
Ten aanzien van de risico’s verwijs ik naar de beantwoording van vraag 6) over initiatieven terzake van de Europese Commissie.
Vraag 10
Hoe heeft Nederland zich tot nu toe opgesteld in de Europese Unie als het
gaat om visa- en paspoorthandel, en in het bijzonder bij de inspanningen
van de Europese Commissie op dit terrein naar aanleiding van de
initiatieven volgend op het rapport ‘ Investor Citizenship and Residence Schemes in the European Union’?
4) Ziet u aanleiding om de opstelling van het Nederlandse kabinet te
veranderen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Nederland heeft een expert afgevaardigd naar een bijeenkomst op 5 april jl.
van de expertgroep (Group of Member States Experts on Investor Citizenship
and Residence Schemes) die de Commissie in het leven heeft geroepen (zie
ook vraag 6) en is betrokken bij het opstellen van een rapport dat de
Commissie aan het schrijven is. Dit rapport zal naar verwachting aan het
einde van het jaar openbaar worden. Zoals in de beantwoording van vraag 6
is aangegeven, is het verstandig om de uitkomst van deze initiatieven van
de Commissie af te wachten en op basis daarvan de dialoog – bij voorkeur op
EU-niveau - over genoemde regelingen aan te gaan.
Vraag 11
Op welke wijze levert het kabinet expertise om de Europese Commissie te
ondersteunen in de monitoring van deze problematiek en wat voor resultaten
heeft dit tot nu toe opgeleverd? Kunt u bevestigen dat er inderdaad geen
misbruik van bestaande regelingen wordt gemaakt? 5)
Antwoord
Nederland heeft een expert afgevaardigd naar een bijeenkomst op 5 april jl.
van de expertgroep die de Commissie in het leven heeft geroepen (zie ook
vraag 6) en is betrokken bij het opstellen van een rapport dat de Commissie
aan het schrijven is. Dit rapport zal naar verwachting aan het einde van
het jaar openbaar worden. Ik kan op dit moment niet bevestigen dat er geen
misbruik wordt gemaakt van bestaande regelingen in andere lidstaten.
Vraag 12
Hoe beziet u het probleem dat EU-lidstaten zelf beslissen wie hun
nationaliteit krijgt, maar daarmee ook zelf beslissen wie het Europese
burgerschap krijgt? Is dit wenselijk volgens u? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord
Op grond van internationaal recht, en met inachtneming van de daarin
gegeven
beperkingen, bepaalt elke Staat op basis van zijn eigen wetgeving wie zijn onderdanen zijn – en derhalve ook wie het EU-burgerschap verkrijgt. Deze wetgeving wordt door andere Staten geaccepteerd voor
zover zij overeenstemt met internationaal recht. Het is aan het land om vast te
stellen of aan de nationale (wettelijke) voorwaarden voor verstrekking van een
paspoort is voldaan en om te voorkomen dat daardoor mogelijkerwijs criminelen
worden gefaciliteerd.
Het kabinet is van mening dat het verlenen van de nationaliteit de bevoegdheid van de EU-lidstaten moet blijven. Vanwege de relatie met het EU-burgerschap is het wel wenselijk dat, wanneer het verlenen van de nationaliteit negatieve effecten zou hebben voor andere lidstaten dit – het liefst op EU-niveau – met de desbetreffende lidstaat wordt besproken. Zie ook het antwoord op vraag 6.
Vraag 13
Bent u ervan op de hoogte dat de AIVD eerder heeft gewaarschuwd voor de
risico’s die deze paspoorthandel met zich meebrengt? Zo ja, wat heeft u
gedaan met deze waarschuwing? Welke oplossingen draagt de AIVD aan en wat
heeft u daar tot nu toe mee gedaan?
Antwoord
Ik verwijs in dit verband naar de brief aan uw Kamer van de
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 5 november jl. (kenmerk
2019Z21261). Daarin is vermeld dat vanuit het oogpunt van (nationale)
veiligheid en openbare orde het zorgelijk is wanneer het Maltese programma
de uitwerking heeft zoals die recent werd geschetst in de uitzending van
Nieuwsuur. Belangrijk is daarom dat bij regelingen van lidstaten waarbij
derdelanders het recht krijgen om vrij binnen de EU te reizen (zoals bij de
paspoortregeling van Malta) een toets op gevaar voor (nationale) veiligheid
en openbare orde wordt uitgevoerd.
Vraag 14
Wat vindt u ervan dat de AIVD deze paspoorthandel een ‘gevaar voor de
nationale veiligheid’ noemt? Bent u dit met de AIVD eens? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, kunt u dit toelichten?
Antwoord
Ik verwijs naar de brief van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
van 5 november jl. (kenmerk 2019Z21261) en de beantwoording van vraag 4
hierboven.
Vraag 15
Hoe beoordeelt u de waarschuwing van de AIVD dat door deze paspoorthandel
‘inlichtingenofficieren met kwade bedoelingen vrij kunnen reizen binnen de
EU’?
Antwoord
Ook voor dit antwoord verwijs ik naar de brief van de Staatssecretaris van
Justitie en Veiligheid van 5 november jl. (kenmerk 2019Z21261) en de
beantwoording van vraag 4 hierboven.
Vraag 16
In hoeverre is het u bekend dat deze zorgen ook bij inlichtingendiensten
van andere lidstaten leven?
Welke kansen ziet u om samen op te trekken met andere lidstaten en hun inlichtingendiensten om deze handel aan banden te leggen?
Antwoord
Er worden in het openbaar geen mededelingen gedaan over de
informatievoorziening van of de samenwerking met buitenlandse
inlichtingendiensten.
Vraag 17
In welke andere EU-lidstaten is het mogelijk paspoorten en visa te kopen?
Hoeveel paspoorten en visa hebben deze lidstaten individueel verkocht?
Welke nationaliteiten hebben de personen die deze paspoorten en visa hebben
gekocht? Welke zaken vallen u op als u deze informatie bekijkt?
Antwoord
In het rapport van de Europese Commissie ‘Investor Citizenship and
Residence Schemes in the European Union’ d.d. 23 januari jl. staat
aangegeven, dat dergelijke paspoortregelingen in drie lidstaten bestaan:
Bulgarije, Cyprus en Malta. Wat betreft dergelijke visa regelingen gaat het
om twintig lidstaten: Bulgarije, Tsjechië, Estland, Ierland, Griekenland,
Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg,
Malta, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije en het VK.
De regering beschikt niet over eigenstandige gegevens ten aanzien van de verstrekking van paspoorten en visa aan derdelanders. Het hierboven aangehaalde rapport van de Europese Commissie stelt bovendien dat beschikbare informatie hierover incompleet is.
Vraag 18
Welk verband is er volgens u tussen de moord op journaliste Caruana
Galizia, die veel onderzoek deed naar de paspoorthandel, en de Maltese
overheid die verantwoordelijkheid draagt voor de paspoorthandel in Malta?
Hoe kijkt u naar het besluit dat is genomen door de Maltese overheid om een
openbaar en onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de moord?
Antwoord
In de beantwoording van de vragen van uw Kamer over het moordonderzoek naar
Daphne Caruana Galizia (BZDOC-1849849350-41 van 28 oktober 2019) heb ik
verwelkomd dat de Maltese regering onlangs, conform de aanbeveling van de
Raad van Europa, een openbaar onderzoek heeft ingesteld. Het kabinet ziet
dit als een teken dat Malta de zaak serieus neemt en open staat voor de
aanbevelingen van gezaghebbende instituties zoals de Raad van Europa. De
samenstelling van de onderzoekscommissie is nog onderwerp van overleg
tussen de regering en de familie. Het is aan de onderzoekscommissie om het
onderzoek op onafhankelijke wijze vorm te geven.
Ik verwacht dat de Maltese overheid pas na afronding van de volledige rechtsgang en bovengenoemd openbaar onderzoek uitsluitsel zal kunnen geven over diverse vragen die er leven rondom deze afschuwelijke moord.
Vraag 19
Hoe beoordeelt u de rol van de Nederlandse hoogleraar bij deze
paspoorthandel?
Antwoord
Over de rol van deze hoogleraar kan het Kabinet op dit moment geen oordeel
geven. Zijn rol in de advisering van de Maltese overheid is onderwerp van
een onafhankelijk onderzoek dat onder verantwoordelijkheid van de
Rijksuniversiteit Groningen zal worden uitgevoerd.
Vraag 20
Bent u van mening dat hij voldoende onafhankelijk is om te kunnen opereren
als onafhankelijk academicus op de Rijksuniversiteit Groningen? Zo ja,
waarom? Zo nee, welke consequenties verbindt u daaraan?
Antwoord
Ook hierover kan het Kabinet op dit moment geen oordeel vellen. Het door de
Rijksuniversiteit Groningen in te stellen onderzoek zal hierover
duidelijkheid moeten geven.
Vraag 21
Herinnert u zich de antwoorden op de Kamervragen van de leden Groothuizen
en den Boer, ingezonden op 24 januari 2019? 6)
Antwoord
Ja.
Vraag 22
Bent u van mening dat u het probleem van gouden paspoorten en visa
voldoende serieus neemt, gelet op uw eerdere antwoorden dat ‘het een
probleem kan zijn als bij de afgifte van ‘gouden paspoorten’ en ‘gouden
visa’ door lidstaten onvoldoende wordt getoetst op openbare orde en
nationale veiligheid’? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord
Het Kabinet neemt de risico’s van de afgifte van ‘gouden paspoorten’ en
‘gouden visa’ zeer serieus. Omdat het een EU-breed
vraagstuk is, kijkt Nederland in de eerste plaats naar een aanpak op het
niveau van de Europese Unie en steunt Nederland de Commissie in het haar
streven om de regelingen te monitoren op mogelijke risico’s en op
verenigbaarheid met het EU-recht.
Vraag 23
Hoeveel mensen hebben er sinds de invoering van de toelatingsregeling voor
buitenlandse investeerders 7) in 2013 gebruik gemaakt van deze regeling?
Kunt u aangeven of de regeling sinds hij van kracht is wel eens misbruikt
is, doordat het bijvoorbeeld is ingezet voor corrupte doeleinden?
Antwoord
Tot nu toe zijn er minder dan 10 verblijfsvergunningen aan buitenlandse
investeerders afgegeven. Van misbruik van de regeling is het Kabinet niets
bekend. Met name de inschakeling van de Financial Intelligence Unit (FIU)
in Nederland en in het land van herkomst van de investeerder is een
effectief middel om misbruik te voorkomen.
Vraag 24
Hoe effectief beoordeelt u de regeling? Bent u van mening dat de regeling
wordt ingezet waarvoor het oorspronkelijk bedoeld was? In hoeverre
overweegt u de regeling stop te zetten, gelet op het feit dat de Europese
Commissie zorgen heeft over zogehete ‘investor citizenship?
Antwoord
Nederland stelt, in vergelijking met overige lidstaten, hoge eisen aan haar
invulling van de toelatingsregeling die borgen dat de investering van
toegevoegde waarde is voor de Nederlandse economie en misbruik wordt
voorkomen.
Investeringen binnen de regeling moeten van voldoende toegevoegde waarde zijn voor de Nederlandse economie. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is verantwoordelijk voor de toetsing. Er is sprake van toegevoegde waarde als de investering aan twee van de volgende criteria voldoet: 1) Binnen vijf jaar worden ten minste 10 arbeidsplaatsen gecreëerd, 2) De investering draagt bij aan vergroting van de innovativiteit van het Nederlandse bedrijf, 3) Er is sprake van een overige niet-financiële toegevoegde waarde, zoals specifieke kennis, netwerken, afnemers en actieve betrokkenheid van de investeerder.
Ondanks de tegenvallende resultaten in het verleden, wil het kabinet bezien of via het aanpassen van de regeling deze meer potentie krijgt om een bijdrage te leveren aan het Nederlandse investeringsklimaat en (door)ontwikkeling van innovatieve bedrijven. Dit is in lijn met de inzet zoals beschreven in de Kamerbrief ‘Technologie en Ondernemerschap; de hoogste tijd voor een nieuwe impuls’, van 3 juni 2019 van de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, waarin het belang van verbinding tussen startups en buitenlandse investeerders wordt onderstreept. Mocht na één jaar blijken dat de regeling deze potentie niet heeft, dan wordt zij afgeschaft. In dit jaar wordt rekening gehouden met de door de Europese Commissie aankondigde gezamenlijk set van aanbevelingen inzake veiligheidschecks op vergelijkbare regelingen om risico’s op het gebied van veiligheid, witwassen en corruptie tegen te gaan.
De verplichte tussenkomst van de Nederlands Financial Intelligence Unit (FIU, onderdeel van de politie belast met de bestrijding van witwassen) en die van het land van herkomst blijft behouden om misbruik, bijvoorbeeld in de vorm van witwassen, in de toekomst te blijven voorkomen. Met deze tussenkomst is de Nederlandse invulling van de regeling binnen de Europese Unie uniek.
Vraag 25
Wat vindt u van het idee om bijvoorbeeld EUROPOL of de Europese Commissie
onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de paspoorthandel in Malta en
andere lidstaten om onafhankelijk te kunnen vaststellen wat de effecten,
gevolgen en gevaren zijn van deze handel? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent
u bereid hiervoor te pleiten bij uw Europese collega’s?
Antwoord
Ik verwijs naar de beantwoording van vraag 6.
Vraag 26
Zijn er Nederlandse bedrijven, dan wel in Nederland ingeschreven bedrijven
die actief zijn in de handel in paspoorten? Zo ja, hoe beoordeelt u deze
activiteiten vanuit het oogpunt van het bestrijden van witwassen en
corruptie?
Antwoord
Het is het Kabinet niet bekend dat Nederlandse dan wel in Nederland
ingeschreven bedrijven actief zijn in de handel in paspoorten.
Vraag 27
Hoe rijmt u de Nederlandse en Europese inzet op het bestrijden van
grensoverschrijdende criminaliteit zoals witwassen en corruptie tegenover
de visa- en paspoorthandel die zich in Malta en andere lidstaten afspeelt?
Deelt u de mening dat dit tegenstrijdig is met elkaar? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Binnen de Europese Unie wordt actief ingezet op het tegengaan van onder
meer witwassen. Dit is ook de Nederlandse inzet, zie het recente
gezamenlijke paper van Nederland met Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië
en Letland over Europees anti-witwastoezicht. De actieve inzet leidt
bijvoorbeeld tot regels op het gebied van openbare orde en nationale
veiligheid en tot EU-richtlijnen inzake het voorkomen en bestrijden van
witwassen. Deze maatregelen beogen complementair te zijn aan elkaar, niet
strijdig. Elke lidstaat van de Europese Unie is hieraan gehouden.
Vraag 28
Bent u nog steeds van mening dat ‘EU-regelgeving op dit gebied niet
wenselijk [is] en naar verwachting ook geen oplossing [biedt]’, zoals
geschetst in uw brief van 7 februari jl.? 8) Deelt u de mening dat het
bestrijden van witwassen en corruptie een Europese aanpak vraagt, zoals
tevens ook bepleit door dit kabinet, en dat er dus ook kritisch gekeken
moet worden naar regelingen voor het verkrijgen van paspoorten en
verblijfsvergunningen in ruil voor investeringen, zowel door Nederland als
door de andere lidstaten en de Europese Unie tezamen?
Antwoord
Beide vragen kan ik bevestigend beantwoorden. Zie ook het antwoord op vraag
22.
Vraag 29
Bent u bereid deze vragen individueel te beantwoorden?
Antwoord
Ja.
Vraag 30
Bent u bereid deze vragen uiterlijk te beantwoorden voor aanvang van het
plenaire debat over de paspoorthandel in Malta?
Antwoord
Dat is afhankelijk van het tijdstip van dat debat.
1) Nieuwsuur (25 september 2019)
2) Nieuwsuur (26 september 2019)
3) Nieuwsuur (27 september 2019)
4) Kamerstuknummer 30 573, nr. 170
5) Kamerstuknummer 30 573, nr. 170
7) Kamerstuk Z01170
8) Kamerstuknummer 30 573, nr. 170
9) Kamerstuknummer 30 573, nr. 170
1. Link naar het rapport van de Office of the Regulator on the Individual Investor Programme (ORiip): https://oriip.gov.mt/en/Documents/Reports/Annual%20Report%202018.pdf
2. Link naar het over Investor Citizenship and Residence Schemes van 23 januari jl. https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/com_2019_12_final_report.pdf