Antwoord op de vragen van de leden Den Boer, Van den Berge en Buitenweg over het bericht ‘Politiechef die racisme aankaartte weggestuurd’

In antwoord op uw brieven van 20, 26 en 27 september deel ik u mee dat de schriftelijke vragen van de leden Den Boer (D66), Van Raak (SP), Kuiken (PvdA), Van den Berge en Buitenweg (beiden GroenLinks) over de berichtgeving over een deel van de politie-eenheid Den Haag en een teamchef in Leiden worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlagen bij deze brief.

Zoals ik ook in mijn brieven van 9 oktober jl. en 15 oktober jl. heb beschreven, lopen er momenteel diverse trajecten binnen de politie hieromtrent, namelijk een onderzoek door het bureau Veiligheid, Integriteit en Klachten en een teamanalyse door een extern bureau. Daarnaast heeft de korpsleiding in deze fase een onafhankelijke externe verkenner aangeboden aan de teamchef in Leiden om te komen tot een duurzame oplossing.

De korpschef zal mij nader informeren over de uitkomsten van deze trajecten. Ik zal u daarover zo spoedig mogelijk informeren, naar verwachting in het voorjaar van 2020.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Ferd Grapperhaus


Antwoorden van de minister van Justitie en Veiligheid op de vragen van de leden Den Boer (D66), Van den Berge en Buitenweg (GroenLinks) over het bericht ‘ Politiechef die racisme aankaartte weggestuurd’

( ingezonden 27 september 2019, nr. 2019Z18240 )

Vraag 1

Kent u het bericht ‘Politiechef die racisme aankaartte weggestuurd’? [1]

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat de teamchef van de politie in Leiden, die zich kritisch heeft uitgelaten over racisme, machtsmisbruik en interne pesterij binnen de politie, op non-actief is gesteld door de korpsleiding van de politie? Zo ja, waarom is deze keuze gemaakt? Zo nee, kunt u uitleggen wat er is gebeurd?

Vraag 3

Deelt u de mening dat de cultuur betreffende discriminatie en uitsluiting binnen de politie zeer zorgelijk is? Kunt u toelichten waarom juist een teamchef die deze problematiek aan de kaak stelt naar huis wordt gestuurd?

Vraag 6

Hoe verhoudt het op non-actief stellen van de Leidse teamchef zich tot de eerdere uitspraken van de korpsleiding dat het wegkijken bij meldingen over fout gedrag van politieagenten "pijnlijk en onacceptabel" is?

Antwoord 2, 3 en 6

De teamchef is niet op non-actief gezet. Voor verdere informatie verwijs ik u naar mijn brieven van 9 oktober en 15 oktober jl. Inmiddels is vastgesteld dat de betrokken teamchef niet meer terugkeert naar de eenheid Den Haag. De korpsleiding heeft de desbetreffende teamchef een aanbod uitstaan om met een onafhankelijk verkenner te zoeken naar een duurzame oplossing.

De korpsleiding heeft mij verzekerd dat iedere melding van ontoelaatbaar en grensoverschrijdend gedrag door de politieorganisatie serieus wordt genomen. Zo ook de melding van de betrokken teamchef. In mijn brief van 3 september jl. heb ik het beleid van de korpschef toegelicht dat gericht is op het realiseren en behouden van een veilige, diverse en inclusieve werkomgeving.

Vraag 4

Kunt u nader ingaan op de interne spanningen die volgens andere leidinggevenden zijn ontstaan in de eenheid Den Haag?

Vraag 5

Deelt u de mening dat, gelet op de gang van zaken, het er op zijn minst de schijn van heeft dat de aangekaarte problematiek onvoldoende serieus wordt genomen binnen de korpsleiding?

Vraag 7

Waaruit blijkt volgens u dat de politie de meldingen over de verziekte cultuur serieus neemt?

Antwoord 4, 5 en 7

De korpschef heeft mij bevestigd dat meldingen over grensoverschrijdend en ontoelaatbaar gedrag in de organisatie worden opgepakt. Zoals ik u in mijn brieven van 9 oktober jl. en 15 oktober jl. heb gemeld is door het bureau Veiligheid, Integriteit en Klachten begin 2019 een (oriënterend en later disciplinair) onderzoek gestart naar aanleiding van de meldingen over vermeende misstanden binnen een team van de politie-eenheid Den Haag. Daarnaast heeft de politiechef aan een extern bureau opdracht gegeven om een teamanalyse (management) te laten uitvoeren.

In mijn brief van 3 september jl. heb ik uw Kamer bericht over het beleid van de korpschef om een veilige, diverse en inclusieve werkomgeving te realiseren en bevorderen.[2] Het streven is een klimaat waar eenieder zich vrij voelt zich te uiten en waarin collega’s voor elkaar zorgen, naar elkaar luisteren, open staan voor kritiek en daar samen van willen leren. Daarnaast heeft de korpschef besloten een ombudsfunctonaris aan te stellen waar collega’s die in de knel komen terecht kunnen om te voorkomen dat ze vastlopen in de organisatie. Deze functionaris heeft directe toegang tot de korpsleiding en is een aanvulling op de reeds bestaande voorzieningen.

Vraag 8

Herinnert u zich uw antwoorden op de schriftelijke vragen over het bericht ‘Discriminatie en wangedrag bij politie Den Haag’? [3]

Antwoord 8

Ja.

Vraag 9

Hoe verhouden uw antwoorden “Voor ontoelaatbaar en grensoverschrijdend gedrag zoals intimidatie, discriminatie en pesten is binnen de politie geen plaats. De ervaringen van politiemedewerkers over de afhandeling van signalen en meldingen van grensoverschrijdend gedrag neem ik zeer serieus.”, “De korpsleiding heeft mij verzekerd dat iedere melding van grensoverschrijdend gedrag door de politieorganisatie serieus wordt genomen”, “De korpschef heeft mij verzekerd dat de politieorganisatie iedere melding van grensoverschrijdend gedrag serieus neemt en aanpakt”, “Leidinggevenden vervullen een centrale rol in het realiseren van een veilige en inclusief werkklimaat” zich tot de berichten zoals gemeld door NRC over de op non-actief gestelde teamchef?

Antwoord 9

De korpsleiding heeft mij gemeld dat de teamchef niet op non-actief is gesteld. De korpsleiding heeft mij daarnaast verzekerd dat iedere melding van ontoelaatbaar en grensoverschrijdend gedrag door de politieorganisatie serieus wordt genomen. In mijn brief van 3 september jl. heb ik u geïnformeerd over het bestaande beleid van de korpschef en over de aanvullende maatregel om een ombudsfunctionaris aan te stellen. Verder heb ik uw Kamer in het Algemeen Overleg van 10 oktober toegezegd met de korpschef in gesprek te gaan over de inzet voor de totstandkoming van een cultuurverandering bij de politie, evenals de registratie en opvolging van interne klachten en meldingen.

Vraag 10

Kunt u zich het ongemak voorstellen om personele zaken in de Tweede Kamer aan te kaarten, maar dat het belang van een open cultuur binnen de politie in deze casus zwaarder weegt? Deelt u de mening dat de signalen over discriminatie en uitsluiting mogelijk het vertrouwen in de politieleiding schaden?

Vraag 11

Bent u bereid om op korte termijn in gesprek te gaan met de teamchef uit Leiden over de problematiek die zij aankaart? Zo nee, waarom niet?

Antwoorden 10 en 11:

Met uw Kamer ben ik van mening dat ons grote terughoudendheid past in te gaan op individuele casussen. Ik zie het als mijn taak om met de korpschef in gesprek te zijn over het belang van een open cultuur en de noodzaak om signalen van discriminatie en grensoverschrijdend gedrag serieus te nemen. De korpschef is verantwoordelijk voor het personeelsbeleid van de politie en die verantwoordelijkheid neemt hij ook.

De betreffende teamchef is niet op non-actief gezet. Voor verdere informatie verwijs ik u naar mijn brieven van 9 oktober en 15 oktober jl. Inmiddels is vastgesteld dat de betrokken teamchef niet meer terugkeert naar de eenheid Den Haag. De korpsleiding heeft bij deze teamchef een aanbod uitstaan om met een onafhankelijk verkenner te zoeken naar een duurzame oplossing.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van Raak (SP), ingezonden 26 september 2019 (vraagnummer 2019Z18128) en Kuiken (PvdA), ingezonden 27 september 2019 (vraagnummer 2019Z18225)



[2] Kamerstukken II 2019/2020, 29628 nr. 906

[3] Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 3847

Indiener(s)