Antwoord op vragen van de leden Ploumen en Kuiken over de situatie in Al-Hol

Hierbij bieden wij, mede namens de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ploumen en Kuiken (beiden PvdA) over de situatie in Al-Hol. Deze vragen werden ingezonden op 1 oktober 2019 met kenmerk 2019Z18778.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Stef Blok

Ferd Grapperhaus


Antwoorden van de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Justitie en Veiligheid, mede namens de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van de leden Ploumen en Kuiken (beiden PvdA) over de situatie in Al-Hol

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht ‘Koerden verliezen grip op IS-vrouwen in kamp Al-Hol’ [1]?

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Hebt u een waarschuwing ontvangen van de Koerden dat zij de controle dreigen te verliezen op het gevangenenkamp Al-Hol, waar buitenlandse IS-ers verblijven, onder wie ook Nederlandse vrouwen en hun kinderen? Zo ja, wanneer hebt u deze waarschuwing ontvangen en wat is uw reactie hierop geweest?

Antwoord

Het kabinet heeft geen waarschuwing ontvangen van de Koerden.

Vraag 3
Hoeveel Nederlanders verblijven er momenteel in het gevangenenkamp Al-Hol? Hoeveel van hen zijn minderjarig? Hoeveel van hen zijn jonger dan 5 jaar oud?

Antwoord

Uit cijfers van de AIVD blijkt dat er circa 55 volwassenen in opvang- en detentiekampen in Noordoost-Syrië verblijven en circa 90 kinderen ‘met een Nederlandse link’.[1] Deze kinderen hebben een of twee ouders met de Nederlandse nationaliteit of ouders die langere tijd in Nederland hebben gewoond. Dat betekent dat niet alle kinderen ‘met een Nederlandse link’ ook de Nederlandse nationaliteit hebben. Minder dan een kwart van de minderjarigen is door een of beide ouders meegenomen naar het strijdgebied, ruim driekwart is daar geboren. Het kabinet doet geen uitspraken over de precieze aantallen Nederlanders die in al-Hol of in andere opvang- en detentiekampen in Noordoost-Syrië worden vastgehouden.

Vraag 4
Hoe is het momenteel gesteld met de gezondheidssituatie van de Nederlandse kinderen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

De algehele situatie in de kampen, vooral in Al-Hol kamp, is volgens humanitaire organisaties ter plaatse nog steeds slecht. Vanwege de overbevolking en beperkte capaciteit van de humanitaire organisaties die aanwezig zijn in het kamp wordt er niet voldaan aan de minimum vereisten voor opvang in Al-Hol kamp.

Zoals ook gesteld in het antwoord op Kamervragen van 27 september (referentie 2019Z15878) is Nederland niet diplomatiek vertegenwoordigd in Noordoost-Syrië en is er daardoor geen zicht op de kinderen met een Nederlandse link die in de opvangkampen in Noordoost-Syrië verblijven. Het is daarom niet mogelijk informatie te geven over de lichamelijke en geestelijke gezondheid van deze kinderen.

Vraag 5

Is het u bekend dat bij een schietincident afgelopen week ook vrouwen gewond zijn geraakt? Zo ja, kunt u een toelichting geven over wat er precies is gebeurd?

Antwoord

Volgens de VN vond er op 30 september een geweldsincident plaats in Al-Hol. Hierbij kwam één vrouw om het leven en vielen meerdere gewonden.

Vraag 6

Is het u bekend of er ook Nederlanders bij het incident betrokken zijn geweest? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

De nationaliteit van de slachtoffers is onbekend. Vooralsnog zijn er geen indicaties dat er Nederlanders bij betrokken zijn geweest.

Vraag 7

Hoe oordeelt u over de waarschuwing van de Koerden dat zij de situatie in het kamp niet meer onder controle hebben?

Vraag 8

Houdt u rekening met het scenario dat de Koerden de gevangenen vrij laten, wanneer zij de controle geheel dreigen te verliezen? Zo ja, hoe bereid u zich hierop voor? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 9

Houdt u rekening met het scenario dat gevangenen op grote schaal zullen ontsnappen nu de Koerden de controle dreigen te verliezen? Zo ja, hoe bereid u zich hierop voor? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord vragen 7, 8 en 9

Zoals beschreven in een brief aan uw Kamer van 15 oktober (Kamerstuk 32623 nr.273) maakt het kabinet zich in algemene zin ernstige zorgen over de gevolgen van de Turkse operatie in Noord-Syrië op onder andere de beveiliging van de detentiekampen en daarmee het verhoogd risico op ontsnappingen van uitreizigers. Deze zorgen zijn in NAVO-verband geadresseerd, heeft de minister van Buitenlandse Zaken nadrukkelijk in de EU en in de Anti-ISIS coalitie ter sprake gebracht en heeft de minister van Buitenlandse Zaken aangekaart in een telefoongesprek met de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Çavuşoğlu op 14 oktober (ref verslag van de RBZ van 14 oktober 2019, kamerstuk 21501-02 nr. 2074). Nederland heeft Turkije daarbij opgeroepen de beveiliging van de detentiekampen binnen de bufferzone te garanderen en ontsnapte ISIS-gevangenen weer op te pakken. Het kabinet zal blijven wijzen op de noodzaak te voorkomen dat uitreizigers kunnen ontsnappen.

Nederland is voorbereid op de terugkeer van Nederlandse uitreizigers. Het personeel van diplomatieke vertegenwoordigingen in de regio heeft trainingen gevolgd om goed om te kunnen gaan met uitreizigers die zich melden op een post. Om ongecontroleerde terugkeer te voorkomen zijn uitreizigers opgenomen in het Schengen-informatiesysteem en is tegen alle onderkende uitreizigers een Europees Arrestatiebevel uitgevaardigd. De paspoorten van uitreizigers zijn gesignaleerd en ongeldig verklaard. Hierdoor is het niet mogelijk om eigenstandig op een legale manier naar het Schengengebied terug te keren.

Vraag 10

Bent u op de hoogte van de veiligheidsrisico’s die de Nederlandse kinderen lopen die in het kamp verblijven, nu de situatie uit de hand dreigt te lopen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

Zoals ook is geantwoord op vraag 4 is Nederland niet aanwezig in Noordoost-Syrië en is er daardoor geen zicht op de kinderen met een Nederlandse link die in de opvangkampen in Noordoost-Syrië verblijven.

Zoals aangegeven in de beantwoording van Kamervragen van 27 september jl. (referentie 2019D37961) vinden er volgens de VN veiligheidsincidenten en demonstraties plaats in Al-Hol. Als reactie hierop militariseert de kampleiding het opvangkamp door het plaatsen van hekken en (gewapende) beveiliging. Dit is zorgwekkend. Humanitaire organisaties blijven benadrukken dat Al-Hol een ontheemdenkamp is en geen detentiecentrum en roepen op het civiele karakter van het kamp te bewaken daar er voornamelijk kinderen worden opgevangen.

Vraag 11

Hebben de gebeurtenissen invloed op uw standpunt met betrekking tot het repatriëren van minderjarige kinderen die, al dan niet met hun moeder, verblijven in het gevangenenkamp? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

Nee. Staand kabinetsbeleid is dat uitreizigers niet actief uit Syrië worden opgehaald. Het terughalen van kinderen kan niet los worden gezien van hun ouders, aangezien het scheiden van kinderen en ouders in beginsel onwenselijk is en juridisch complex ligt. Ten aanzien van weeskinderen beoordeelt het kabinet per geval of en hoe zij terug kunnen keren naar Nederland, zoals beschreven in de brief aan uw Kamer van 21 februari 2019 (Kamerstuk 29754 nr. 492).

Vraag 12

Zijn er Nederlandse moeders die Nederland hebben verzocht hun kinderen te repatriëren en daarbij zelf in het gevangenenkamp wilden achterblijven om zo hun kinderen in veiligheid te brengen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

Nee, van Nederlandse moeders verblijvend in kampen in Noordoost Syrië heeft de Nederlandse overheid een dergelijke hulpvraag niet ontvangen.



Indiener(s)

Stef  Blok