Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Rog (CDA) van uw Kamer inzake Vragen van het lid Rog (CDA) aan de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor het jaar 2020.
De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2019Z20532.
De minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
Arie Slob
Antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Rog (CDA) van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor het jaar 2020 (ingezonden d.d. 29 oktober 2019).
1. Kunt u ons een overzicht verstrekken van het aantal leraren en overig
onderwijspersoneel dat een bovenwettelijke werkloosheidsuitkering ontvangt,
onderverdeeld naar de sectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs en
middelbaar beroepsonderwijs?
2. Kunt u ons een overzicht verstrekken van de totale som geld die gemoeid is met de bovenwettelijke werkloosheidsuitkering, onderverdeeld naar de sectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs?
Antwoord op vraag 1 en 2:
Aantallen personen met een uitkering op 31 december; uitgaven in miljoen euro.
Primair onderwijs |
2017 |
2018 |
Aantal WW |
6.085 |
4.772 |
Aantal aansluitende uitkering |
3.597 |
4.288 |
Uitgaven WW |
128,1 |
115,5 |
Uitgaven Bovenwettelijk* |
103 |
134 |
Bron: UWV/BZK, WW plus en Participatiefonds.
Aantallen personen met een uitkering op 31 december; uitgaven in miljoen euro.
Voortgezet onderwijs |
2017 |
2018 |
Aantal WW |
2.435 |
2.202 |
Aantal aansluitende uitkering |
1.225 |
1.294 |
Uitgaven WW |
52,6 |
52,5 |
Uitgaven Bovenwettelijk* |
40,3 |
44,8 |
Bron: UWV/BZK, WW plus en DUO.
* inclusief uitgaven aan aanvulling op de WW en Ziektewet, loonsuppletie bij volledige werkhervatting in een lager betaalde baan en premies voor pensioen en arbeidsongeschiktheid.
Aantallen personen met een uitkering op 31 december; uitgaven in miljoen euro.
Middelbaar beroepsonderwijs |
2017 |
2018 |
Aantal WW |
1.111 |
926 |
Aantal aansluitende uitkering |
370 |
367 |
Uitgaven WW |
16,8 |
16,0 |
Uitgaven Bovenwettelijk** |
11,3 |
11,1 |
Bron: UWV/BZK, MBO-Raad en WW plus.
** inclusief uitgaven aan aanvulling op de WW en Ziektewet, loonsuppletie bij volledige werkhervatting in een lager betaalde baan en premies voor pensioen.
3. Kunt u ons op hoofdlijnen de aard van de bovenwettelijke werkloosheidsrechten schetsen, onderverdeeld naar de sectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs?
Antwoord: Hieronder is schematisch de maximale duur van de wettelijke en
bovenwettelijke werkloosheidsregeling weergegeven inclusief de aansluiting
op de AOW. De WW uitkering is, net als in de meeste sectoren, volledig
bovenwettelijk gerepareerd in de cao’s van de weergegeven
onderwijssectoren. De duur van de WW uitkering, de gerepareerde WW, en de
aansluitende uitkering is gerelateerd aan het arbeidsverleden.
De WW wordt bovenwettelijk aangevuld. De hoogte van de uitkering betreft de
eerste 6 maanden van de werkloosheid 75% en daarna 70% van de
ongemaximeerde berekeningsgrondslag (laatstgenoten salaris).
Tijdens de aansluitende uitkering bedraagt de hoogte van de uitkering 70%
van de gemaximeerde berekeningsgrondslag (voor po en vo ligt deze grondslag
rond het maximum van schaal LD, voor het mbo bij het maximum van schaal
LC).
De extra aansluitende uitkering, bedoeld om reeds lopende uitkeringen te
overbruggen in verband met de stijging van de AOW leeftijd, kent een
verlaagde berekeningsgrondslag naar 186% van het wettelijk minimumloon
(WML). In het primair onderwijs bedraagt de hoogte van de extra
aansluitende uitkering 65% van deze verlaagde berekeningsgrondslag en in vo
en mbo 70%.
Maximale duur WW en aansluitende uitkering en aansluiting op AOW.
sector |
openbaar |
bijzonder |
Aansluiting op AOW |
po |
WW+ ASU: 12 jaar vanaf 55 jr.* |
38 maanden WW + max. 34 maanden ASU (vanaf 1-1- 2020, daarvoor: 38 maanden) |
WW + ASU: 8 jaar voor AOW leeftijd (referte 12 jr.) (vanaf 1-1-2020, daarvoor: 10 jaar) |
vo |
WW+ ASU: 12 jaar vanaf 55 jr.* |
38 maanden WW + max. 34 maanden ASU |
WW + ASU: 10 jaar voor AOW leeftijd (referte 15 jr.) |
mbo |
38 maanden WW + max. 34 maanden ASU |
WW + ASU: 10 jaar voor AOW leeftijd (referte 15 jr.) |
*onderscheid openbaar en bijzonder vervalt in 2020. Vanaf dat moment geldt de regeling die onder “bijzonder” onderwijs vermeld staat.
4. Kunt u deze vragen voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van het ministerie van OCW beantwoorden?
Antwoord: Ja.