Antwoord op vragen van het lid Gijs van Dijk over de berichten dat er opnieuw chroom-6 is gevonden op trams in Amsterdam en Utrecht

 

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Van Dijk (PvdA) over de berichten dat er opnieuw chroom-6 is gevonden op trams in Amsterdam en Utrecht.

 

de Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

 

 

 

 

  1. van Ark

 

 

2019Z17177

Vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de berichten dat er opnieuw chroom-6 is gevonden op trams in Amsterdam en Utrecht (ingezonden 13 september 2019).

 

Vraag 1

Bent u bekend met de artikelen «Chroom-6 vrijgekomen in werkplaats vervoersbedrijf GVB Diemen»[1] en «Ook chroom-6 gevonden in verf van Utrechtse trams»[2]?

 

Antwoord 1

Ja.

 

Vraag 2

Zijn er direct, naar aanleiding van dit bericht, inspecteurs van de Inspectie SZW naar Amsterdam en Utrecht gegaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel?

 

Antwoord 2
Naar aanleiding van de berichten over de mogelijke blootstelling aan chroom-6 bij onderhoud aan trams en metro zijn inspecties gestart bij de vervoersbedrijven in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. De resultaten hiervan worden verwacht voor het einde van het jaar.

De Inspectie SZW voert dit jaar in het kader van haar meerjarenprogramma ‘Bedrijven met gevaarlijke stoffen’ inspectieprojecten uit bij complexe chemische bedrijven en bij bedrijven waar metaalbewerking plaatsvindt. De focus daarbij ligt op de beheersing van de blootstelling aan CMR-stoffen (Carcinogene, Mutagene en Reproductietoxische stoffen), waaronder chroom-6. Daarnaast is de inzet op het onderzoeken van klachten en signalen over gevaarlijke stoffen verder geïntensiveerd. Ook in 2020 blijft de Inspectie SZW aandacht besteden aan chroom-6 en andere CMR-stoffen. Er is een inspectieproject in voorbereiding dat zich specifiek richt op bedrijven die onderhoudswerkzaamheden verrichten aan materialen die mogelijk chroom-6 houdend zijn.

 

Vraag 3

Deelt u de mening dat een mobiele brigade vanuit de Inspectie in dergelijke gevallen zeer effectief kan zijn?

 

Antwoord 3
De Inspectie SZW werkt aan de verdere opbouw van een gespecialiseerd, en dedicated, team van inspecteurs, specialisten en onderzoekers voor het toezicht op werksituaties waar blootstelling aan gevaarlijke stoffen een risico vormt voor werknemers. Het team gaat op 1 januari 2020 officieel van start. De inzet van het team zal naar verwachting in combinatie met het informatie gestuurd werken waar de Inspectie momenteel eveneens op investeert, leiden tot meer effect in het toezicht op gevaarlijke stoffen.

 

Vraag 4

Hoeveel werknemers zijn mogelijk blootgesteld aan chroom-6? Welke maatregelen worden er door de verantwoordelijke bedrijven genomen om deze werknemers te beschermen tegen deze kankerverwekkende stof?

 

Antwoord 4

Als het gaat om de hoeveelheid werknemers van de vervoersbedrijven in Amsterdam en Utrecht die mogelijk zijn blootgesteld aan chroom-6 moet ik u doorverwijzen naar de betrokken werkgevers.

Ik heb begrepen dat in beide steden de werkzaamheden waarbij blootstelling kan plaatsvinden op dit moment stilliggen en dat de medewerkers geïnformeerd zijn. In beide steden moet aanvullend onderzoek uitwijzen of en in welke mate blootstelling heeft plaatsgevonden en hoe groot de mogelijke gezondheidsrisico’s zijn. Dit hangt onder meer af van de duur, mate en ernst van de blootstelling. Ik heb tevens begrepen dat er in Amsterdam gewerkt is met beschermingsmiddelen zoals ademhalingsmaskers, overalls en handschoenen, maar dat nog niet duidelijk is of deze voldoende bescherming hebben geboden. Ook in Utrecht is gewerkt met persoonlijke beschermingsmiddelen. Ik kan niet vooruitlopen op de uitkomsten van de onderzoeken. Dit is in eerste instantie een kwestie tussen de werkgever en de betrokken werknemers.

 

Vraag 5

Waar kunnen bezorgde werknemers die mogelijk met chroom-6 hebben gewerkt terecht? Deelt u de mening dat werknemers zeker willen zijn van een veilige werkplek?

 

Antwoord 5

Ik deel uw mening op dit punt zeker. Niemand zou ziek mogen worden door het doen van zijn of haar werk. Werknemers moeten er op kunnen vertrouwen dat de werkgever de risico’s in kaart heeft gebracht en adequate maatregelen heeft getroffen.

Werknemers van de betrokken vervoersbedrijven, maar ook andere werknemers die zich zorgen maken over mogelijke blootstelling aan gevaarlijke stoffen, wil ik in eerste instantie aanraden hun zorgen te bespreken met de werkgever of bedrijfsarts. Bij concrete zorgen of vragen met betrekking tot de eigen gezondheid adviseer ik daarnaast ook om naar de huisarts te gaan. Indien zij verdere stappen willen ondernemen kunnen zij zich richten tot de ondernemingsraad of vakbond, die hiervan melding kan maken bij de Inspectie SZW. Er volgt altijd onderzoek op signalen van ondernemingsraden en vakbonden.

 

Vraag 6

Beschikken de betrokken en verantwoordelijke bedrijven over een Risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) waarin het risico van chroom-6 blootstelling is omschreven? Hebben GVB en Stadler zich aan de registratieverplichtingen uit het Arbobesluit gehouden, zodat aan de hand van een dergelijke registratie snel duidelijk kan worden welke werknemers met chroom-6 hebben gewerkt?

 

Antwoord 6

De werkgever is verantwoordelijk voor het in kaart brengen van de risico’s van de werkzaamheden en het beheersen ervan. Hij moet deze risico’s in kaart brengen in de Risico inventarisatie- en evaluatie (RI&E) en aangeven hoe hij deze gaat beheersen. De werkgever moet een deskundige, zoals een arbeidshygiënist, inschakelen om de RI&E te toetsen.

Of de in dit geval betrokken werkgevers beschikken over een RI&E, of mogelijke blootstelling aan chroom-6 hier een onderdeel van is en of ze zich aan de registratieverplichtingen uit het Arbobesluit hebben gehouden, zal duidelijk moeten worden uit de inspecties bij de vervoersbedrijven. Indien niet aan de wettelijke verlichtingen is voldaan, vindt handhaving plaats.

 

Vraag 7

Deelt u de mening dat als een dergelijke registratie ontbreekt, deze bedrijven de wet hebben overtreden?

 

Antwoord 7

Een werkgever is op grond van artikel 4.15 van het Arbobesluit verplicht een register van blootgestelde werknemers bij te houden. Indien de werkgever dit niet doet dan is deze in overtreding van de wet- en regelgeving. Of dat in dit geval zo is zullen de nadere inspecties bij de vervoersbedrijven moeten uitwijzen.

 

 

 

[1] https://www.at5.nl/artikelen/196590/chroom-6-vrijgekomen-bij-werkzaamheden-in-gvb-werkplaats-diemen

[2] https://nos.nl/artikel/2301017-ook-chroom-6-gevonden-in-verf-van-utrechtse-trams.html

Indiener(s)