Antwoord op vragen van het lid Ploumen over het (mogelijke) gebruik van chemische wapens bij de Turkse inval in Noord Syriƫ

Hierbij bied ik de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Ploumen (PvdA) over het (mogelijke) gebruik van chemische wapens bij de Turkse inval in Noord Syrië. Deze vragen werden ingezonden op 21 oktober 2019 met kenmerk 2019Z20130.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Stef Blok

[Ondertekenaar 1]

[Ondertekenaar 2]

[Ondertekenaar 3]

[Ondertekenaar 4]

Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid schriftelijke vragen gesteld door het lid Ploumen (PvdA) over het (mogelijke) gebruik van chemische wapens bij de Turkse inval in Noord Syrië.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving omtrent het gebruik van chemische wapens door Turkije bij de inval in Noord Syrië?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Wat is uw reactie op het (mogelijke) gebruik van witte fosfor door Turkije?

Vraag 3

Wat gaat u doen indien het gebruik van chemische wapens door Turkije komt vast te staan?

Vraag 4

Heeft u hierover contact gehad met uw Europese ambtsgenoten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is hun inzet?

Vraag 5

Heeft u contact gehad met de NAVO-bondgenoten? Zo ja, hoe is de reactie? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Welke instrumenten staan tot uw beschikking indien het gebruik van chemische wapens kan worden vastgesteld? En op welke wijze gaat u deze inzetten?

Antwoord op vragen 2, 3, 4, 5 en 6

Witte fosfor bevattende munitie wordt gebruikt in rookgranaten voor

artillerie, alsmede in munitie voor het verlichten van het slagveld. Het

gebruik van deze munitie is, mits in overeenstemming met de regels van

het humanitair oorlogsrecht, niet verboden. Hoewel het humanitair oorlogsrecht geen specifiek verbod op fosformunitie bevat, dient bij het gebruik van munitie, ongeacht het type of soort, het betreffende recht te worden nageleefd. Het gaat hier met name om de beginselen van proportionaliteit, het onderscheid tussen burgers en combattanten, en de plicht tot het nemen van alle mogelijke voorzorgsmaatregelen ter bescherming van de burgerbevolking.

Op basis van de mij thans bekende informatie kan ik nog niet concluderen dat er in dit geval sprake is geweest van een niet-geoorloofde inzet van witte fosfor. De Organisatie voor een Verbod op Chemische Wapens (OPCW) probeert onderzoek te doen naar de meldingen, maar wordt daarbij gehinderd door de onveilige situatie in het gebied. Mijn ministerie is hierover ook in contact met de DG van de OPCW.

Indien wordt aangetoond dat er inderdaad sprake is van niet-geoorloofd gebruik van witte fosfor door Turkije, zal ik in EU-verband, NAVO-verband en in de OPCW in overleg treden met mijn ambtgenoten en aandringen op gepaste maatregelen.

Indiener(s)

Stef  Blok