Antwoord op vragen van de leden Van der Staaij, Karabulut, Ploumen, Voordewind, Van Helvert en Van Ojik over bloedvergieten op Papoea

Hierbij bied ik de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij (SGP), Karabulut (SP), Ploumen (PvdA), Voordewind (ChristenUnie), Van Helvert (CDA) en Van Ojik (GroenLinks) over ‘bloedvergieten op Papoea’. Deze vragen werden ingezonden op 25 september 2019 met kenmerk 2019Z18220.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Stef Blok

[Ondertekenaar 1]

[Ondertekenaar 2]

[Ondertekenaar 3]

[Ondertekenaar 4]


Antwoorden van de minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Karabulut (SP), Ploumen (PvdA), Voordewind (ChristenUnie), Van Helvert (CDA) en Van Ojik (GroenLinks) over ‘bloedvergieten op Papoea’.

Vraag 1
Kent u het bericht 'Bloedige dag op Papoea: 20 doden en 65 gewonden'?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat maandag 23 september 2019 twintig doden en 65 gewonden zijn gevallen tijdens het met bruut geweld neerslaan van een demonstratie op Papoea door Indonesische veiligheidstroepen?

Antwoord
Het kabinet heeft met grote zorg geconstateerd dat bij de onlusten in Wamena, Papua, op maandag 23 september minstens 32 doden en vele tientallen gewonden zijn gevallen. Over de toedracht is nog veel onduidelijk. Wel is duidelijk dat diverse kanten geweld hebben gebruikt, en dat aan diverse kanten slachtoffers zijn gevallen. De Indonesische autoriteiten en de Indonesische mensenrechtencommissie doen onderzoek naar de gebeurtenissen.

Ook was sprake van interetnisch geweld tussen inwoners van Papua die afkomstig zijn uit andere delen van Indonesië (zogeheten ‘migranten’) en Papua’s. Uit informatie die voorhanden is over het incident in Wamena op 23 september, blijkt dat de meerderheid van de dodelijke slachtoffers migranten waren. De groep gewonden bestaat voor ongeveer de helft uit migranten en de andere helft uit Papua’s. Deze cijfers bevestigen de complexiteit van de situatie ter plekke.

De demonstraties ontstonden naar aanleiding van berichtgeving over een scholier in Wamena die racistisch bejegend zou zijn.

Vraag 3

Klopt het dat deze demonstratie een gevolg was van smeulende frustraties onder de Papoeabevolking vanwege het racisme en de discriminatie waarmee zij onder het Indonesische bewind te kampen hebben.

Vraag 4

Wat komt er tot op heden terecht van de beloften van de Indonesische president Widodo om discriminatie tegen Papoea’s tegen te gaan en ontwikkeling te bevorderen?

Antwoord 3 en 4

De sociaaleconomische ontwikkeling van Papua is een prioriteit voor president Widodo. De president heeft de provincies sinds zijn aantreden regelmatig bezocht. Naar aanleiding van de recente onlusten in Papua heeft Widodo zich uitgesproken over het tegengaan van racistische en etnische discriminatie in Papua. Widodo gaf daarbij aan graag in dialoog te gaan met vertegenwoordigers van de Papua bevolking. Ondanks pogingen van de federale regering om de ontwikkeling van Papua te bevorderen, blijft er sprake van sociaal-economische achterstelling. Ook is er discriminatie vanuit de samenleving jegens de Papua bevolking. Recente incidenten met racistische uitlatingen hebben de gevoelens onder de Papua’s dat ze worden achtergesteld en gediscrimineerd versterkt en aanleiding gegeven voor de heftige reacties.

Vraag 5
Hoe verhoudt het door de Indonesische autoriteiten afgekondigde demonstratieverbod zich tot relevante internationaalrechtelijke bepalingen?

Antwoord

De vrijheid van burgers om te demonstreren is een fundamenteel recht en dient te worden gerespecteerd door overheden. Ook het internationaal recht, waaronder het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten waar Indonesië partij bij is, beschermt dit grondrecht. Aan het recht om te demonstreren kunnen beperkingen worden gesteld, indien er sprake is van bedreiging van de nationale veiligheid of openbare orde. Het inperken van het demonstratierecht mag echter alleen met inachtneming van de beginselen van noodzakelijkheid en proportionaliteit.

Vraag 6
Wat is de huidige status van de Nederlandse deelname aan het Community Policing Programme? Kunt u bevestigen dat de Nederlandse bijdrage hieraan per juli 2019 is beëindigd?

Antwoord
De Nederlandse bijdrage is beëindigd.

Vraag 7
Kunt u tevens aangeven in hoeverre onze deelname heeft bijgedragen aan goed functionerende Community Policing Forums (CPF’s)?

Antwoord
Met behulp van het Community Policing Programme van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) zijn in Papua en de Molukken 47 Community Policing Forums (CPFs) opgezet en intensief begeleid. De CPFs bieden een effectieve manier om de gemeenschap op provincie-, district-, sub-district- en dorpsniveau samen te brengen om ontwikkelingen in de gemeenschappen te bespreken. In veel van de gemeenschappen dienen CPFs als platform om (dreigende) conflicten binnen de gemeenschap op te lossen.

De CPF’s van het IOM project hebben tevens als voorbeeld gediend voor de 249 CPF’s die inmiddels zijn opgezet door lokale partijen zelf. IOM beschouwt 115 CPF’s van deze fora als actief, omdat zij aan de volgende criteria voldoen: 1) zij komen regelmatig bijeen, 2) zij verrichten probleemoplossende activiteiten, 3) zij hebben een organisatiestructuur, en 4) zij worden operationeel gefinancierd door de gemeenschap of de overheid).

De CPF’s hebben in de afgelopen jaren o.m. een rol gespeeld in het adresseren van zaken van lokale veiligheid, huiselijk geweld, en landconflicten. In totaal zijn er 1130 zaken geregistreerd als opgelost in het kader van de door IOM ondersteunde CPF’s (346 in 2017, 387 in 2018 en 397 in 2019). In de praktijk blijkt het vooral van belang dat het CPF een platform biedt waarbij een inclusief proces gecombineerd wordt met traditionele conflictbeheersingsmechanismen die van oudsher in de gemeenschap aanwezig zijn.

Vraag 8
Waar hebben de Nederlandse diplomatieke inspanningen op hoogambtelijk niveau en tijdens bilaterale gesprekken tot op heden toe geleid?

Antwoord

Door dit onderwerp op de agenda te houden, toont Nederland dat het zeer hecht aan de bescherming van mensenrechten in Papua en het vinden van een duurzame oplossing voor de problematiek in dit gebied. Dankzij onze inzet hebben wij dit onderwerp bespreekbaar kunnen maken, ook op het hoogste politieke niveau. President Widodo gaf bij zijn recente ontmoeting met minister-president Rutte aan dat verbetering van de situatie in Papua ook tijdens zijn nieuwe termijn hoog op zijn persoonlijke agenda zal staan.

Vraag 9

Bent u bereid binnen de diplomatieke relaties met Indonesië nog meer prioriteit toe te kennen aan het opkomen voor de belangen van Papoea’s, onder meer in het kader van handelsmissies?

Antwoord

Het kabinet volgt de ontwikkelingen in Papua nauwgezet, en geeft er prioriteit aan deze ontwikkelingen als vast onderdeel bij de Indonesische autoriteiten aan te kaarten. Op 7 oktober jl. heeft minister-president Rutte de ontwikkelingen in Papua met Indonesische president Widodo besproken en daarbij benadrukt dat dialoog en terughoudendheid de beste middelen zijn om tot een duurzame oplossing te komen. Op 25 september jl. sprak ik met mijn Indonesische collega Retno Marsudi over de situatie in Papua, waarbij ik mijn zorg over de onlusten in Papua heb overgebracht, en het belang van een bezoek van de VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten aan Papua heb benadrukt. Minister Marsudi bevestigde dat de Hoge Commissaris is uitgenodigd.

Op hoog ambtelijk niveau wordt eveneens regelmatig over de situatie in Papua gesproken. De Nederlandse ambassade in Jakarta bespreekt deze situatie, inclusief de recente ontwikkelingen, geregeld met de Indonesische autoriteiten.

Indiener(s)

Stef  Blok