Antwoord op vragen van de leden Wilders, Fritsma en Emiel van Dijk over aan Infrastructuur en Waterstaat gerelateerde kosten van Nederlanders met een migratieachtergrond

Antwoorden van de minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat op vragen van de leden Wilders, Fritsma en Emiel van Dijk (allen PVV) over aan Infrastructuur en Waterstaat gerelateerde kosten van Nederlanders met een migratieachtergrond (Ingezonden 19 juli 2019, 2019Z15275)

Vraag 1

Herinnert u zich de antwoorden van uw ambtsvoorganger op de Kamervragen van het lid Fritsma van tien jaar geleden (17 juli 2009) over de kosten die voortvloeien uit de aanwezigheid van (niet-westerse) allochtonen in Neder-land?1 Bent u bereid deze vragen nu wel van een gedegen inhoudelijk en financieel antwoord te voorzien?

Vraag 2

Kunt u aangeven welk deel van de aan Infrastructuur en Waterstaat gerelateerde kosten toe zijn te rekenen aan (niet-westerse) allochtonen? Hoe verhouden deze kosten zich tot de relatieve omvang van deze groep?

Vraag 3

Hoe verhouden bedoelde kosten zich tot de opbrengsten die bedoelde groep oplevert op het terrein van Infrastructuur en Waterstaat?

Vraag 4

Welke gegevens heeft u betrokken bij de bepaling van het bovenstaande?

Vraag 5

Kunt u de kosten uitsplitsen naar: dit jaar, de afgelopen vijf jaar en (geprognosticeerd) het komende jaar en de komende vijf jaar?

Antwoord 1,2, 3, 4 en 5

In het antwoord op de vragen van 17 juli 2009 is aangegeven dat Infrastructuur en Waterstaat geen indeling in kosten naar burgers met een (niet-westerse/westerse) migratieachtergrond hanteert. Dat is sinds die tijd niet gewijzigd.

Vraag 6

Indien de hier gevraagde kosten niet exact zijn vast te stellen: wat is hiervan de reden en kunt u in ieder geval een reƫle schatting maken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Voor het antwoord op deze vraag wordt verwezen naar de begeleidende brief.