Geachte voorzitter,
Op 19 september 2019 heeft u mij Kamervragen voorgelegd van de leden Bruins
(ChristenUnie), Paternotte (D66), Amhaouch (CDA) en Remco Dijkstra (VVD)
over het gestaakte overleg tussen het ministerie en Noord-Veluwse gemeenten
over vliegroutevarianten. Met deze brief reageer ik daar op.
Vraag 1
Kent u de berichten 'Gemeenten Noord-Veluwe stoppen overleg met ministerie
over laagvliegroutes Lelystad Airport' [1] en 'Bestuurlijk draagvlak
luchtvaart brokkelt af: vier Gelderse gemeenten uit overleg'? [2]
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het bericht dat de gemeenten wel bereid zijn in
gesprek te blijven, maar niet bereid zijn om een voorkeursvariant te
kiezen? Wat vindt u van de uitspraak dat de betrokken bestuurders zich
genegeerd voelen?
Antwoord 2
Ter uitvoering van mijn toezegging in februari 2018 [3] zijn anderhalf jaar in
goede samenwerking mogelijke verbetervarianten onderzocht. Deze zijn in
diverse bestuurlijke overleggen met alle betrokken bestuurders besproken.
Ter afsluiting van dit proces had ik de betrokken gemeenten om advies
gevraagd, omdat de routevarianten aandachtspunten bevatten die regionaal
moeten worden afgewogen. Het advies had derhalve het sluitstuk moeten zijn
van het proces dat is doorlopen. Van het staken van overleg is dan ook geen
sprake. Ik vind het jammer dat er geen bestuurlijk gedragen
voorkeursvariant geadviseerd wordt. Uiteraard is het goed om met elkaar in
gesprek te blijven, zeker ook tegen de achtergrond van de
luchtruimherziening.
Vraag 3
Klopt het dat geen van de besproken routevarianten leidt tot een
optimalisatie?
Antwoord 3
Nee, dat klopt niet. De gemeenten geven ook aan dat er een vliegroute
mogelijk is die minder invloed heeft op het gebouwd gebied rond Wezep. De
drie routevarianten leiden tot een grote afname van het aantal mensen dat
overvlogen wordt. Onder de route worden in totaal met routevariant T voor
baanrichting 23 4.524 minder mensen overvlogen. Met routevariant N voor
baanrichting 23 worden 6.914 minder mensen overvlogen. Met routevariant N
voor baanrichting 05 worden 2.324 minder mensen overvlogen. Een combinatie
van N voor baanrichting 23 en 05 levert voor Wezep de grootste afname van
het aantal inwoners dat overvlogen wordt op.
Vraag 4
Wat is het berekende aantal gehinderden voor de verschillende varianten?
Wat is de berekende Lden voor de grootste woonkernen in de vier gemeenten
voor de verschillende varianten?
Antwoord 4
Aangezien in de regio rond Wezep bij de tijdelijke situatie van maximaal
10.000 vliegtuigbewegingen noch sprake is van wettelijke Lden contouren
noch van niet-wettelijke 40 dB(A) Lden contour, kon van deze maat geen
gebruik gemaakt worden om te laten zien wat de effecten van de drie
routevarianten op het aantal inwoners zijn. Daarom is gebruik gemaakt van
tellingen binnen de niet-wettelijke en indicatieve LAmax zone direct onder
de route en in een bredere ruimtelijke zone, gebaseerd op gegevens van het
Centraal Bureau voor de Statistiek en het Kadaster. Er is niets berekend.
Zie verder antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Kunt u daarbij toelichten op welke wijze deze routevarianten rekening
houden met toekomstig toenemend luchtverkeer van en naar Schiphol, en welke
impact dit luchtverkeer heeft op de geluidshinder die deze vier woonkernen
gaan ervaren?
Antwoord 5
Eventuele groei van Schiphol heeft geen effect op de houdbaarheid van de
routevarianten. Mocht er in de toekomst sprake zijn van groei van Schiphol,
dan worden de (geluids)effecten daarvan in beeld gebracht. In de
luchtruimherziening wordt opnieuw gekeken naar de optimale routeset voor
Lelystad Airport.
Vraag 6
Bent u het met ons eens dat, ondanks precisienavigatie, in de werkelijkheid
“vliegen op een potloodstreep” nooit voorkomt? Is het gezien de verwachte
laterale tolerantie überhaupt mogelijk om boven de vier gemeenten een
routevariant te ontwerpen waarbij de grootste woonkernen worden ontzien?
Antwoord 6
De eis die aan vluchten van en naar Lelystad wordt gesteld, is dat de
vliegtuigen de route nauwkeurig kunnen vliegen. Dat bekende marge van 1
zeemijl is in de luchtvaartwereld een nauwe spreiding. De mogelijke
spreiding volgt een normaalverdeling, waardoor de kans dat een vliegtuig op
de route dicht bij het lijntje vliegt erg groot is. Bovendien is bij Wezep
de bocht als zogenaamde fly-over ontworpen, wat verder bijdraagt aan
precisienavigatie.
Vraag 7
Zijn de alternatieve vliegroutevarianten alleen voor de tijdelijke situatie
tot aan de herindeling van het luchtruim in 2021-2022? Zo ja, hoe
ontwikkelt het zich daarna?
Antwoord 7
De routevarianten gelden, net als de B+- en aansluitroutes, in ieder geval
tot de integrale luchtruimherziening in 2023. Bestaande routes zijn in de
herziening geen uitgangspunt.
Vraag 8
Kunt u een prognose geven van de hoeveelheid vluchten waar het concreet om
gaat tot aan de hierboven genoemde periode, specifiek voor deze
routevarianten?
Antwoord 8
Op de bedoelde vertrekroute naar het zuiden zullen naar verwachting
gemiddeld 11 á 12 vliegtuigbewegingen per dag (bij het maximum van 10.000
vliegtuigbewegingen per jaar) plaatsvinden.
Vraag 9
Welke routevariant heeft uw voorkeur en kunt u dit motiveren?
Antwoord 9
Bij de brief van 15 oktober 2019 heb ik uw Kamer gemeld dat ik LVNL en CLSK
opdracht heb gegeven om de zogenoemde routevariant N voor baanrichting 23
(starten in zuidwestelijke richting) in procedures uit te laten werken. Dit
zodat de route bij opening van de luchthaven voor handelsverkeer of zo snel
mogelijk daarna gevlogen kan worden. Bebouwd gebied wordt daarmee vermeden
en conform suggesties uit de consultatie wordt over bestaande
geluidsbronnen gevlogen. Dit dempt de geluidbelasting. Deze routevariant
zorgt ervoor dat 6.914 minder mensen overvlogen worden. In het iteratieve
proces is ruimte geweest om informatie over bijvoorbeeld nieuwbouwprojecten
mee te nemen. Routevariant N voor baanrichting 23 is tegen die achtergrond
tot stand gekomen en overvliegt daarom nieuwbouwwijk Reeve bij Kampen niet.
Tevens zorgt deze routevariant ervoor dat het voordeel voor Wezep niet ten
koste gaat van Hattem. Omdat alleen de vertrekroute voor starten in
zuidwestelijke richting wordt aangepast, zal er ook geen concentratie van
vluchten op één route plaatsvinden. De vertrekroute voor starten in
noordoostelijke richting wordt namelijk niet aangepast.
Vraag 10
Op welke wijze zet u het proces van routeontwerp nu voort, rekening houdend
met het belang van draagvlak in de regio?
Antwoord 10
Mijn ministerie zal de keuze die gemaakt is toelichten aan de gemeenten.
Uiteraard blijven wij in gesprek over het traject van de
luchtruimherziening.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,
drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
[1] Omroep Gelderland, 12 september 2019 ( https://www.omroepgelderland.nl/nieuws/2424160/Gemeenten-Noord-Veluwe-stoppen-overleg-met-ministerie-over-laagvliegroutes-Lelystad-Airport )
[2] RTV Oost, 12 september 2019 ( https://www.rtvoost.nl/nieuws/318227/Bestuurlijk-draagvlak-luchtvaart-brokkelt-af-vier-Gelderse-gemeenten-uit-overleg )
[3] Kamerstuk 31936, nr. 462