Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Economische Zaken en Klimaat, de schriftelijke vragen van de leden Kops en Wilders (beiden PVV) over gasvrij wonen (ingezonden 6 september 2019) met kenmerk 2019Z16628.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
drs. K.H. Ollongren
Antwoorden op vragen van de leden Kops en Wilders (beiden PVV) aan de ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over gasvrij wonen (ingezonden 6 september 2019 met kenmerk 2019Z16628).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht 'Huiseigenaar huivert voor gasvrij wonen' 1) en de studie 'Onder de pannen zonder gas' van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)? 2)
Antwoord:
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de conclusie van het SCP dat het draagvlak voor klimaatbeleid en de transitie naar aardgasvrij wonen tamelijk smal is? Wat vindt u ervan dat huishoudens zich eerder druk maken met het gebrek aan parkeerplaatsen of betere speeltuinen dan met het aardgasvrij maken van hun woning? Komen deze berichten u bekend voor of blijft u doof voor wat er werkelijk speelt onder de burgers?
Antwoord:
In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt om Nederland door middel van
een wijkaanpak van het aardgas af te halen. Elke wijk in Nederland komt
tussen nu en 2050 aan de beurt. Dat betekent ook dat de planning en de
gekozen oplossing voor elke wijk zal verschillen.
Draagvlak is een belangrijke voorwaarde voor het slagen van deze transitie.
Het beeld dat het SCP schets ten aanzien van het draagvlak neem ik daarom
zeer serieus. Het SCP laat in dit rapport zien dat veel burgers de
transitie naar aardgasvrij wonen als een gegeven beschouwen. Omdat er nog
veel onduidelijk is op welke wijze invulling kan worden gegeven aan
aardgasvrij wonen, is de actiebereidheid over het algemeen nog niet groot.
Dit rapport bezie ik ook in de context van andere signalen. Uit de recent
gepubliceerde cijfers van het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB)
van het SCP (COB, derde kwartaalbericht 2019) blijkt dat Natuur en Milieu
het een na belangrijkste agendapunt is dat inwoners aangeven als politieke
prioriteit. Het SCP geeft aan dat dit komt door de toenemende aandacht voor
klimaatveranderingen en klimaatbeleid. Ook het Overlegorgaan Fysieke
Leefomgeving (OFL) signaleert iets vergelijkbaars. Uit de meest recente
rapportage van het OFL van 25 september 2019 blijkt dat het bewustzijn bij
bewoners over de noodzaak van de verduurzaming van hun wijk breed aanwezig
is. Welke rol mensen daarbij zien voor de overheid, voor zichzelf en voor
maatschappelijke actoren verschilt sterk.
De conclusies van zowel het SCP als het OFL onderstrepen voor mij het
belang om burgers duidelijkheid te bieden wat voor hen het
handelingsperspectief is met betrekking tot aardgasvrij wonen en deze
aanpak goed af te stemmen op de bewoners en de wijk.
Vraag 3
Deelt u de conclusie van het SCP dat er onder burgers het gevoel leeft dat aardgasvrij wonen iets is wat zij opgelegd krijgen – wat feitelijk ook het geval is – zonder dat zij daarover iets te zeggen hebben gehad? 3)
Antwoord:
De noodzaak tot het aardgasvrij maken van woningen volgt uit de ambitie om
als Nederland onze bijdrage te willen leveren aan het beperken van de
opwarming van de aarde en de wens om iedereen die woont en werkt in het
aardbevingsgebied in Groningen nieuw perspectief te geven op een veilige
leefomgeving. Hiervoor is brede parlementaire steun.
Het is essentieel dat de uitvoering van maatregelen in de gebouwde omgeving
plaatsvindt met een goede betrokkenheid van bewoners en eigenaren van
gebouwen. Hierbij ga ik niet over één nacht ijs. Het gaat immers over een
haalbare en betaalbare aanpak waarin de bewoners en de gebouweigenaren aan
de voorkant meebeslissen over de aanpak die gekozen wordt. Met name in de
proeftuinen aardgasvrije wijken kunnen nu al ervaringen worden opgedaan om
te leren op welke wijze de samenwerking met de bewoners vorm kan worden
gegeven en wat ervoor nodig is de wijkgerichte aanpak in te richten en op
te schalen.
Vraag 4
Gaat er nu een streep door het aardgasvrij maken van de hele woningvoorraad? Zo nee, waarom wilt u uw duurzaamheids- en klimaatwaanzin koste wat het kost bij huishoudens door de strot duwen?
Antwoord:
Nee, er gaat geen streep door dit beleid. Haalbaarheid, betaalbaarheid en zorgvuldigheid staan voorop bij de uitvoering van maatregelen ten behoeve van de energietransitie in de gebouwde omgeving.
Vraag 5
Hoe reageert u op een van de kritische opmerkingen van deelnemers van de SCP-studie dat de bijdrage van het kleine Nederland niet in verhouding staat? Deelt u de conclusie dat het tegengaan van de Nederlandse CO2-uitstoot – te weten 0,35% van de totale mondiale uitstoot – inderdaad compleet verwaarloosbaar is?
Antwoord:
Met de energietransitie in de gebouwde omgeving en de ambities in de andere sectoren wordt een effect van 49% CO2-reductie in 2030 beoogd voor Nederland. Dit is geen verwaarloosbaar klimaateffect. Hiermee wordt een belangrijke stap gezet in de energietransitie die samen met de bijdragen van andere landen de gewenste beperking van de opwarming van de aarde kan realiseren.
Vraag 6
Hoe kan het dat u als reden voor het niet-opnemen van kernenergie in de energiemix continu hamert op gebrek aan draagvlak – hoewel kernenergie, zoals u zelf zegt, ‘de veiligste vorm van energie’ is –, terwijl gebrek aan draagvlak bij aardgasvrij wonen voor u blijkbaar geen probleem is? 4)
Antwoord:
Het kabinet sluit kernenergie als onderdeel van de energiemix niet uit. Kernenergie kan een onderdeel zijn van een kosteneffectieve oplossing bij het streven naar CO2-reductie. In het Klimaatakkoord staat dan ook dat het elektriciteitssysteem op een aantal manieren met CO2–vrije regelbare productie kan worden gevoed, waaronder kernenergie. De verschillende technologische oplossingen kennen echter verschillende realisatietermijnen, kosten, maatschappelijk draagvlak en andere karakteristieken waardoor ze in meer of mindere mate realistisch zijn voor de periode tot 2030. Marktpartijen die aan alle randvoorwaarden voldoen, zoals nucleaire veiligheid en voldoende financiële reservering voor ontmanteling en verwerking van radioactief afval, kunnen in aanmerking komen voor een vergunning voor de bouw van een kerncentrale. Van die mogelijkheid is in de afgelopen decennia echter geen gebruik gemaakt. De marktomstandigheden in relatie tot het investeringsklimaat zijn hiervoor de voornaamste reden.
Ik herhaal verder dat ik sterk hecht aan draagvlak voor de uitvoering van de afspraken uit het Klimaatakkoord en dit geldt uiteraard ook voor de afspraken met betrekking tot de gebouwde omgeving.
1) De Telegraaf, 5-9-2019
2) https://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2019/Onder_de_pannen_zonder_gas
3) https://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2019/Onder_de_pannen_zonder_gas p. 77