Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over de documentaire De schuldmachine

Hierbij zend ik u mede namens de Minister voor Rechtsbescherming de antwoorden op de Kamervragen van het lid Jasper van Dijk (SP) over “de documentaire De schuldmachine”.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

T. van Ark

2019Z17724

(ingezonden 23 september 2019)

Vragen van Jasper van Dijk (SP) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de documentaire De schuldmachine

Vraag 1

Wat is uw oordeel over de documentaire De schuldmachine? [1]

Antwoord op vraag 1:

De documentaire De Schuldenmachine laat zien dat de maatregelen die we als kabinet nemen met de Brede Schuldenaanpak hard nodig zijn.

Vraag 2

Deelt u de mening dat veel mensen met schulden in een vicieuze cirkel belanden vanwege torenhoge schulden, boetes, rentes en rentes op boetes? Hoe gaat u deze cirkel doorbreken?

Antwoord op vraag 2:

Ik deel uw mening dat mensen in een vicieuze cirkel terecht kunnen komen, wanneer sprake is van een problematische schuldensituatie. Voor het doorbreken van de vicieuze cirkel is een combinatie van acties nodig. De drie actielijnen uit de Brede Schuldenaanpak zijn daar op gericht. Op het moment dat schuldhulpverlening is ingezet om tot een oplossing van de schulden te komen moet ook worden voorkomen dat bestaande schulden verder oplopen. In Actielijn 3 van de Brede Schuldenaanpak is aandacht voor de ‘stapeling’ waar mensen met problematische schulden mee te maken krijgen. In de voortgangsbrief Brede Schuldenaanpak ga ik in op de acties van het kabinet om de negatieve gevolgen van stapeling te voorkomen. [2] De minister voor Rechtsbescherming zet in op het tijdelijk stopzetten van de invordering van verkeersboetes bij mensen die deze door schulden niet kunnen betalen: de noodstopprocedure. Ook wordt de huidige cumulatieregeling, neergelegd in artikel 6:96, zevende lid, van het Burgerlijk Wetboek aangepast om de ongewenste cumulatie van incassokosten aan te pakken. Dit wetsvoorstel wordt nog dit najaar in consultatie gebracht.

Vraag 3

Hoe oordeelt u over de situatie van Elyvonne, die een schuldvordering kreeg op haar achttiende, omdat haar schoolboeken niet betaald zijn toen ze twaalf was?

Deelt u de mening dat dit absurd is? Is het überhaupt legaal wat de schuldeiser hier doet?

Antwoord op vraag 3:

Ik kan geen uitspraken doen over specifieke gevallen. In algemene zin kan ik zeggen dat ouders verantwoordelijk zijn voor de kosten van opvoeding en verzorging van minderjarige kinderen (artikel 1:404 BW). Ook als een minderjarig kind zelf boeken bestelt, dan nog blijft de ouder (wettelijk vertegenwoordiger) daarvoor aansprakelijk.

Vraag 4

Wat kunt u doen om de situatie van Ricky te verbeteren, een jongen die al zeven jaar probeert om zijn leven op de rit te krijgen, maar daarin niet slaagt omdat hij geen inkomen en woonadres heeft?

Antwoord op vraag 4:

Helaas zien we nog te veel jongeren met dit soort problematiek kampen. Met het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren wil het kabinet samen met gemeenten hun situatie verbeteren. [3] De gemeente zorgt immers voor een (post)adres, inkomen en andere hulpverlening. De pilotgemeenten van het actieprogramma passen de uitgangspunten van het programma direct in de praktijk toe. Het doel is dat voor het eind van 2021 alle (potentiële) dak- en thuisloze jongeren de hulp en ondersteuning krijgen die zij nodig hebben.

Vraag 5

Deelt u de mening dat het doorverkopen van schulden perverse effecten heeft, aangezien de opkoper (meestal een incassobureau) zich vervolgens ontpopt als meedogenloze schuldeiser? Wat onderneemt u tegen deze praktijken?

Antwoord op vraag 5:

Het kabinet heeft conform toezegging in de brief van de minister voor Rechtsbescherming van 8 februari 2019 nader onderzoek gedaan naar het fenomeen verkoop van vorderingen en in het bijzonder naar de problemen die worden ervaren bij inning van opgekochte vorderingen. [4] Dit raakt direct aan de problemen zoals die in de documentaire worden geadresseerd. Aanleiding voor het onderzoek is de motie-De Lange c.s. In de motie wordt de regering gevraagd onderzoek te doen naar de mogelijkheid voor een schuldenaar om opgekochte vorderingen door incassobureaus terug te kopen voor het bedrag waarvoor de vordering is overgenomen van de oorspronkelijke schuldeiser. Bij brief van 27 juni 2019, bent u over het onderzoek geïnformeerd. [5] U ontvangt van het kabinet in oktober het rapport met een beleidsreactie.

Het kabinet wil de kwaliteit van incassodienstverlening – ook als het gaat om de inning van verkochte vorderingen - vergroten. Een kwalitatief betere dienstverlening komt schuldenaren en schuldeisers ten goede. De minister voor Rechtsbescherming heeft een wetsvoorstel in voorbereiding om de kwaliteit van de incassodienstverlening te verhogen en excessen bij de incasso actief tegen te gaan. De maatregelen gaan ook gelden voor de opkopers die incassodiensten verlenen. De minister voor Rechtsbescherming streeft ernaar het wetsvoorstel dit najaar in consultatie te doen.

Vraag 6

Deelt u de mening dat “de liberalisering van deurwaarders niet goed heeft uitgepakt”? Wat onderneemt u tegen deurwaarders die regels overtreden, zoals het dreigen met beslaglegging?

Antwoord op vraag 6:

Gerechtsdeurwaarders zijn gebonden aan strenge wet- en tuchtrechtgeving. Als er sprake is van misstanden of overtredingen kan worden opgetreden en dat gebeurt ook.

Bij brief van 15 juli 2019 heeft Uw Kamer van de minister voor Rechtsbescherming het advies ontvangen van de Commissie herijking ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Commissie Oskam) over het stelsel voor herijking tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders. Een inhoudelijke reactie op het rapport “Tussen Ambt en Markt” zal de minister voor Rechtsbescherming u in de loop van dit najaar sturen.

Vraag 7

Wat vindt u ervan dat mensen die zes maanden geen zorgpremie hebben betaald, 130 procent moeten gaan betalen? Denkt u dat deze verhoging het probleem gaat oplossen? Zo nee, wat onderneemt u hiertegen?

Antwoord op vraag 7:

De wanbetalersregeling geldt voor alle mensen en de dreiging (met name de opslag van 20% op de gemiddelde nominale premie) die van de regeling uitgaat, voorkomt bij een deel van de verzekerden een betalingsachterstand of het zet hen aan om actie te ondernemen. Deze conclusie wordt ook genoemd in de laatste evaluatie van de wanbetalersregeling afkomstig uit 2011. [6] Voor een deel van de verzekerden met een betalingsachterstand werkt deze prikkel niet. Vaak door bredere schuldenproblematiek.

De laatste jaren zijn maatregelen getroffen om de uitstroom te bevorderen, zoals het direct uitstromen uit de wanbetalersregeling na het aangaan van een betalingsregeling, een uitstroomregeling voor bijstandsgerechtigden en wanbetalers die onder bewind staan, een actievere rol en meer coulance vanuit zorgverzekeraars en het afschaffen van de eindafrekening bij het CAK met eventuele openstaande bestuursrechtelijke premie. Het aantal wanbetalers is gedaald van 325.000 eind 2014 naar 215.000 nu. Op dit moment wordt de wanbetalersregeling opnieuw geëvalueerd. Uw Kamer ontvangt het evaluatierapport aan het einde van dit jaar van de minister voor Medische Zorg en Sport.

Vraag 8

Hoe oordeelt u over de stichting ONSbank, die hulpverlening biedt aan jongeren met schulden?[7]

Antwoord op vraag 8:

Ik wil graag zeggen dat ik de betrokkenheid en bevlogenheid van de mensen van ONSbank, die in de documentaire te zien waren, bewonderenswaardig vind. (Vrijwilligers)organisaties als ONSbank kunnen een mooie aanvulling zijn op de gemeentelijke hulpverlening. De gemeente gaat immers over de integrale schuldhulpverlening aan haar inwoners.

De documentaire laat verder zien dat er voldoende aandacht moet zijn voor dienst- en hulpverlening die rekening houdt met de omstandigheden van de jongere met schulden. Hulpverlening moet naast de problematische schuldsituatie ook gericht zijn op (duurzame) gedragsverandering. Wij dragen daar onder andere aan bij door de subsidies aan het programma Schouders Eronder en aan het SchuldenlabNL.

Vraag 9

Is het juist dat “het merendeel van de mensen met schulden wel wil, maar niet kan betalen”? Indien dit juist is, deelt u de mening dat de werkwijze van schuldeisers (waaronder de overheid zelf) dan fundamenteel hervormd moet worden, aangezien te veel mensen nodeloos in problemen komen?

Antwoord op vraag 9:

Ik zie dat er nog te veel mensen problematische schulden hebben, maar ook dat er grote stappen worden gezet met de Brede Schuldenaanpak over de hele breedte van de schuldenproblematiek.

Elke schuld kent ten minste twee perspectieven: dat van de schuldenaar en dat van de schuldeiser. Ik vind het belangrijk dat het uitgangspunt is dat mensen hun schuld terugbetalen. Op het moment dat iemand niet meer kan betalen, kan er met een schuldregeling of zo nodig met de wettelijke schuldsanering een oplossing worden gevonden.

De minister voor Rechtsbescherming heeft onderzoek laten doen naar het gebruik van betaalprofielen in zowel de publieke als private sector. Dit onderzoek is op 7 oktober aan uw Kamer aangeboden. [8] De onderzoekers constateren dat het breder inzetten van betaalprofielen een belangrijke stap is in zowel resultaatgericht als maatschappelijk verantwoord innen van uitstaande vorderingen. Met behulp van een betaalprofiel kan beter geïdentificeerd worden op welke wijze een schuldenaar bejegend kan worden, bijvoorbeeld door financiële problemen te identificeren en daarmee te voorkomen dat zijn schulden door de inning onnodig oplopen.

Vraag 10

Wilt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het algemeen overleg over armoede- en schuldenbeleid op 10 oktober aanstaande?

Antwoord op vraag 10:

Ja.



[2] Kamerstukken II, 2018/19, 24 515, nr. 489

[3] Kamerstukken II, 2018/29, 29 325, nr. 97

[4] Kamerstukken II, 2018/19, 24 515, nr. 465

[5] Kamerstukken II, 2018/19, 24 515, nr. 490

[6] Kamerstukken II, 2011/12, 33 077, nr. 1

Indiener(s)