Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Westerveld (GL) over het bericht ‘Kinderen in de gesloten jeugdzorg te vaak opgesloten’
(2019Z16717).
Hoogachtend,
de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
Hugo de Jonge
Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Westerveld (GL) over het
bericht ‘Kinderen in de gesloten jeugdzorg te vaak opgesloten’ (2019Z16717)
1
Bent u bekend met de conclusie van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
(IGJ) dat de afspraken tussen u en het werkveld over het terugdringen van
het aantal gedwongen afzonderingen niet gehaald gaan worden? [1]
1.
Op 18 juni 2019 heb ik u het Factsheet ‘Terugdringen vrijheidsbeperkende
maatregelen’ van de IGJ toegezonden. [2] Daarin constateert de IGJ
dat er factoren zijn die het tempo en de kwaliteit van de doorvoering van
het verder terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen belemmeren. In
het factsheet staat niet dat de afspraken met het werkveld niet gehaald
gaan worden. In het artikel staat dat evenmin; het stelt dat het dreigt
niet gehaald te worden.
2
Wat vindt u ervan dat in een paar weken tijd in tien instellingen 860 keer sprake is geweest van een gedwongen afzondering? Hoe kan het dat het aantal afzonderingen nog steeds zo groot is?
2.
In het actieprogramma Zorg voor de Jeugd staat als gezamenlijke ambitie dat we het aantal gedwongen afzonderingen willen terugdringen. In het hierboven genoemde factsheet van de IGJ staat dat bij alle instellingen voor gesloten jeugdhulp het terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen een proces is dat volop in ontwikkeling is. Daarin past het project ‘Ik laat je niet alleen’, waarvan ik u op 18 juni 2019 het verslag heb gestuurd. Een van de onderdelen van dat project is de nulmeting waaruit het aantal van 860 gedwongen afzonderingen komt. De instellingen gaan nu met de inzichten uit de nulmeting aan de slag om het aantal gedwongen afzonderingen te verlagen. Op 1 juni 2020 zijn de uitkomsten van de volgende meting beschikbaar.
3
Deelt u de analyse van hoofdinspecteur De Vries dat het inzetten van
gedwongen afzonderingen samenhangt met personeelstekorten en het hoge
personeelsverloop? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
3.
In bovengenoemd factsheet noemt de IGJ als één van de belemmerende factoren
de stabiliteit van het team en de personeelsbezetting. Ik deel de zorgen
over arbeidsmarktsituatie en het hoge personeelsverloop in de jeugdsector.
De achterliggende problematiek hiervan is divers en hardnekkig. Dat vraagt
om een actiegerichte aanpak voor de lange termijn. In samenwerking met
gemeenten, aanbieders en beroepsorganisaties neem ik actie om het werken in
de jeugdsector aantrekkelijk te maken en te houden. Met het actieprogramma
Werken in de Zorg zijn we aan de slag met een aanpak voor de gehele sector
zorg en welzijn. In alle regio’s werken partijen samen om medewerkers aan
te trekken en te behouden voor de sector. Daarnaast worden in de
verschillende sectoren binnen zorg en welzijn aanvullende acties ingezet.
In het verlengde hiervan heeft Jeugdzorg Nederland, mede namens het
Platform arbeidsmarkt Jeugdzorg, aan VWS gevraagd om een ‘arbeidsmarkttafel
jeugdhulp’ te faciliteren. Hierop heb ik positief gereageerd. Op dit moment
wordt gewerkt aan een aparte arbeidsmarktagenda.
4
Bent u het met Jeugdzorg Nederland eens dat er meer investeringen nodig zijn om meer personeel aan te trekken en ook kleinere groepen en kleinschalige instellingen te realiseren? Zo nee, wat moet er dan gebeuren?
4.
Naast de ingang gezette acties rond ontwikkeling vakmanschap en de aanpak van arbeidsmarktknelpunten is van belang dat de financiële randvoorwaarden op orde zijn. Ik vertrouw erop dat de extra financiële middelen die deze kabinetsperiode beschikbaar zijn gesteld voor jeugdhulp en jeugdbescherming (in 2019 € 420 miljoen extra en in 2020 en 2021 jaarlijks € 300 miljoen extra) bijdragen aan het aantrekkelijk(er) maken en houden van het werken in de jeugdsector. Ik heb aanvullende bestuurlijke afspraken gemaakt met de gemeenten over het betalen van faire tarieven (inclusief loon- en prijsbijstelling) om te kunnen investeren in vakmanschap én afspraken over verminderen regeldruk en administratieve lasten.
5
Wat gaat u doen om de afspraken over het terugdringen van het aantal
afzonderingen te halen?
5
Inmiddels is Jeugdzorg Nederland gestart met het vervolg op het project ‘Ik laat je niet alleen’. Hiervoor ontvangt Jeugdzorg Nederland subsidie van het ministerie van VWS.
6
Is het volgens u haalbaar en wenselijk om in 2022 het aantal afzonderingen van kinderen terug te dringen naar nul?
6.
De doelstelling uit het actieplan ‘De best passende zorg voor kwetsbare jongeren’ om het gedwongen afzonderen terug te brengen naar nul onderschrijf ik. De haalbaarheid zal de komende jaren blijken uit nieuwe metingen. De ervaringen in de ggz leren dat het een weerbarstig vraagstuk is. Positief is daarom dat de IGJ geconstateerd heeft dat alle instellingen hiermee bezig zijn.